Aanleiding, feiten, context

Ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie dd.9/11/2023 dient de aangiftertermijn of -datum niet enkel in het aangifteformulier vermeld te worden maar ook in het belastingsreglement zelf.

 Terzake bepaalt artikel 6 van ons belastingreglement van 9 december 2019 inzake schroot en voertuigen buiten gebruik: 

"De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier dat dient teruggezonden te worden voor de erin vermelde dag. Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor het einde van het belastingjaar spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen."

Deze bepaling is, gezien het recente cassatiearrest, problematisch gezien hierin dus voor de aangiftetermijn wordt verwezen naar de datum zoals vermeld op het aangifteformulier, terwijl deze termijn in het belastingreglement zelf dient te worden vermeld.

In die zin, wordt een aanpassing/aanvulling voorzien in het belastingsreglement van 9/12/2019 : "aangifte dient te gebeuren binnen 30 dagen na verzending van het aangifteformulier."

 

In artikel 7 wordt de mogelijkheid (en dus niet de verplichting) voorzien voor een verhoging van de belasting met 50% i.g.v. de ambtshalve inkohiering.

In het huidig reglement wordt dus voorzien dat het college bij ambtshalve inkohiering de belasting kan verhogen met een bedrag gelijk aan 50 % van de heffing. Om reden van duidelijkheid wordt dit veranderd in "zal" verhogen.

 

 

 

Juridische gronden

 

        Decreet Lokaal Bestuur, o.a. artikel 41, 14° en artikel 56 inzake de bevoegdheden van respectievelijk de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen;

        Invorderingswetboek van 13 april 2019 houdende de invorderingsregels;

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen, die worden vastgesteld voor het college van burgemeester en schepenen.

        Arrest Hof van Cassatie 9/11/2023

        advies Antaxius

 

BESLUIT: Aanpassing belastingreglement schroot

eenparig

 

artikel 1:

Met ingang van 20 april 2024 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse belasting op afbraak- of buiten gebruik gestelde voertuigen en op de opslagplaatsen van schroot gevestigd als volgt:

 

artikel 2:

De belasting wordt vastgesteld op:

        1,00 euro/m² met een minimum van 100,00 euro per opslagplaats;

        25,00 euro per afbraak- of buiten gebruik gesteld voertuig met een minimum van 100,00 euro.

Door particulieren dient de belasting te worden betaald indien het voertuig of de opslagplaats voor schroot niet binnen 1 maand, na een verwittiging door het college van burgemeester en schepenen, wordt verwijderd.

Deze aanslagvoet is ondeelbaar en volledig verschuldigd welke ook de duur of tijdstip is van de opslagplaats of stalling van het afbraak- of buiten gebruik gesteld voertuig tijdens een bepaald jaar.

 

artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de gebruiker (huurder, pachter,...) van de grond waarop het buiten gebruikgesteld voertuig of opslagplaats is gestald. De eigenaar van de grond, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4:

Onder opslagplaats wordt bedoeld elke niet overdekte verzamelplaats voor schroot alsmede voor afbraakmaterialen ongeacht de hoeveelheid hiervan.

Onder schroot wordt verstaan metaalafval en brokstukken van metalen voorwerpen.

Onder afbraak- of buiten gebruik gestelde voertuigen wordt verstaan, hetzij voertuigen die niet meer kunnen gebruikt worden (wrakken), hetzij uit het verkeer genomen voertuigen (voertuigen zonder nummerplaat).

 

Artikel 5:

Is vrij van deze belasting:

        Elke opslagplaats die volledig onzichtbaar is van op de begane grond van de openbare wegen om reden van haar ligging of wegens het feit dat zij omringd is door muren, hagen of andere afschermingsmiddelen, toegelaten krachtens de wettelijke en reglementaire bepalingen, waarvan de hoogte toereikend is om de opslagplaats volledig onzichtbaar te maken.

        Professionele carrosseriebedrijven, autohandelaars en schroothandelaars in zover zij aantonen dat de opslagplaats dient voor tijdelijke opslag van voertuigen bestemd om hersteld, hetzij vernietigd, gerecycleerd of verkocht worden.

 

Artikel 6:

De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier dat dient teruggezonden te worden binnen 30 dagen na verzending (is datum vermeld op het aangifteformulier). Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor het einde van het belastingjaar, met name vóór 31 december van het belastingjaar, spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.

 

Artikel 7:

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

Bij ambtshalve inkohiering wordt het bedrag van de heffing zoals bekomen door de gedane ambtshalve vaststellingen verhoogd met 50 %. Deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

Artikel 8:

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de beëdigde ambtenaren. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 9:

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10:

De belastingen worden door de financieel directeur ingevorderd volgens de beschikkingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

 

Artikel 11:

De kohierbelasting wordt betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 12:

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maande, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger gehoord wenst te worden dient hij uitdrukkelijk in het bezwaarschrift te vragen om op een hoorzitting uitgenodigd te worden.

Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de begrotingsrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs verstuurd of afgegeven, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 13:

De postkosten van de aangetekende herinneringsbrief en de kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.

 

Artikel 14:

Dit besluit treed in werking vanaf de vijfde dag na de bekendmaking ervan. Het gemeenteraadsbesluit 'Belastingreglement op het opslaan van schroot en voertuigen buiten gebruik' op dd. 09/12/2019 wordt opgeheven.

 

Artikel 15:

Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het DLB.