Context

Het huidige belastingreglement op het verhuur van kamers voor tijdelijk verblijf in de gemeente van 8 april 2024 vervalt op 31 december 2025. Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2031 wordt het reglement hernieuwd.

 

De volgende aanpassingen werden doorgevoerd:

        De ambtshalve inkohiering: verhoging met 20% in plaats van 50%;

        Mogelijkheid van elektronische communicatie overeenkomstig artikel 4, § 3, derde lid van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

        Herdefiniëring van de belastingplichtige: dit werd gewijzigd in de zakelijk gerechtigde van het pand, in plaats van de eigenaar, uitbater en/of verhuurder van het pand.

 

Juridische gronden

        De grondwet, oa art 170, §4

        Decreet Lokaal Bestuur, oa art 2, 40 en 41;

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

        Omzendbrief 2019/2 van 15 februari 2019;

        Invorderingswetboek van 13 april 2019 houdende de invorderingsregels;

        Decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het Decreet van 30 mei 2008.

 

Motivering

Overwegende dat het tijdelijk verblijf in de gemeente, vooral van studenten, lasten meebrengt als lawaaihinder, toenemend verkeer, administratief werk,... zonder dat daar voor de gemeente compenserende voordelen aan verbonden zijn. Een belasting op de verhuur voor verblijf in de gemeente is derhalve aangewezen;

Overwegende dat de gemeente de toeristische sector in de gemeente wenst te promoten en in het bijzonder het hoevetoerisme wil steunen. Daarom wordt het gepast geacht om het verblijf wegens toeristische of recreatieve redenen vrij te stellen van de belasting;

Overwegende dat het tijdelijk verhuren van woonentiteiten een extra druk legt op de woningmarkt.

 

Deze belasting draagt bij tot een evenwichtige financiering van het gemeentelijk beheer.

 

BESLUIT: Belastingreglement verhuur kamers

eenparig

 

artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2031 wordt een gemeentebelasting gevestigd op kamers die als huisvesting worden aangeboden voor verblijf in de gemeente door personen die niet in de bevolkingsregisters van de gemeente zijn ingeschreven.

 

artikel 2:

De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het betreffende pand.

Als zakelijk gerechtigde wordt beschouwd de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a. de volle eigendom;

b. het recht van opstal of van erfpacht;

c. het vruchtgebruik.

 

Ingeval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele verschuldigde belastingen.

 

artikel 3:

De belasting wordt vastgesteld op grond van het aantal als huisvesting aangeboden kamers. Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten of deze kamers al dan niet deel uitmaken van een huis of van een appartement. Studio's of studeervertrekken, die tevens als slaapgelegenheid dienen, worden als kamer aanzien.

 

artikel 4:

De belasting wordt vastgesteld op 85,00 euro per kamer die als huisvesting aangeboden wordt aan personen die niet in de bevolkingsregisters van de gemeente zijn ingeschreven. De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor het hele jaar.

 

artikel 5:

De belasting is niet verschuldigd voor verblijf om toeristische of recreatieve redenen.

 

artikel 6:

De belasting wordt ingevorderd bijwege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

artikel 7:

De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier dat dient teruggezonden te worden naar de financiële dienst van de gemeente, per post of per e-mail, ten laatste op 31 maart van het aanslagjaar. Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor het einde van het belastingjaar, met name vóór 1 december van het belastingjaar, spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.

Indien het gemeentebestuur over de aangiftegegevens van het voorgaande aanslagjaar beschikt, kan de gemeente een voorstel van aangifte versturen aan de eigenaar van het goed. Indien de eigenaar niet reageert op het schrijven vóór 31 maart van het aanslagjaar, gaat hij stilzwijgend akkoord met de inkohiering van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.

 

artikel 8:

Communicatie inzake de belasting kan op elektronische wijze verlopen, voor de aanslag-, voor de aangifte- en voor de bezwaarprocedure. Het kan via de E-box (verzending aanslagbiljet) of via het mailadres debiteuren@riemst.be (aangifte/bezwaar/ambtshalve procedure). De aangifte en/of het bezwaar kan dus worden ingediend via debiteuren@riemst.be
De indiening van de aangifte per e-mail of het activeren van de E-box wordt als toestemming beschouwd voor het uitwisselen van communicatie inzake fiscale berichten op elektronische wijze.

 

 

 

artikel 9:

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven of op elektronische wijze, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Als de kennisgeving verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van de kennisgeving. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt de kennisgeving geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop ze toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.


De ambtshalve inkohiering gebeurd op basis van de gegevens waarover de gemeentelijke administratie beschikt.

De ambtshalve ingekohierde belasting zal verhoogd worden met 20% van de belasting en wordt ook ingekohierd.

  

artikel 10:

De kohierbelasting wordt betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
 

Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

 

artikel 11:

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

 

artikel 12:

De belastingen worden door de financieel directeur ingevorderd volgens de beschikkingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

 

artikel 13:

§ 1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een

belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid (College van burgemeester en schepenen).

 

§2. Het bezwaarschrift, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende voorwaarden:

1° het wordt schriftelijk ingediend (eventueel via mail, zie supra);

2° het wordt ondertekend (vermelding van naam en voornaam in het mailbericht wordt beschouwd als een handtekening);

3° het wordt gemotiveerd.

 

§ 3. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

 

§4. De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.

§5. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger gehoord wenst te worden dient hij uitdrukkelijk in het bezwaarschrift te vragen om op een hoorzitting uitgenodigd te worden.

 

artikel 14:

Kosten verbonden aan de invordering via deurwaardersexploot worden desgevallend verhaald op de belastingschuldige.

 

Artikel 15:

Dit besluit treed in werking vanaf 1 januari 2026. Het gemeenteraadsbesluit ‘Aanpassing belastingreglement kamers” van 8 april 2024 wordt opgeheven.

 

Artikel 16:

Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het DLB.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.