Aanleiding, feiten, context
Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2031 wordt een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven.
Juridische gronden
● De grondwet, oa art 170 § 4
● Decreet Lokaal Bestuur, oa art 2, 40 en 41;
● Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
● Omzendbrief 2019/2 van 15 februari 2019;
● Invorderingswetboek van 13 april 2019 houdende de invorderingsregels;
Motivatie
Eigenaars/gebruikers van een tweede verblijf in de gemeente genieten mee van de inspanningen die het gemeentebestuur levert o.a. inzake het onderhoud van het openbaar domein en infrastructuur.
Iedereen die op het grondgebied van de gemeente verblijft, al is dit tijdelijk, moet redelijkerwijs enigszins geldelijk bijdragen in de gemeentelijke uitgaven.
Ook om discriminatie ten opzichte van de gedomicilieerde inwoners te vermijden.
Daarnaast stelt de gemeentelijke administratie vast dat tweede verblijven worden gebruikt als ontsnappingsroute voor de gemeentebelasting op leegstaande woningen en gebouwen.
Deze belasting draagt bij tot een evenwichtige financiering van het gemeentelijk beheer.
Financieel
De nodige kredieten zijn voorzien in het meerjarenplan 2026-2031 op budgetsleutel MJP000153
BESLUIT: Belastingreglement tweede verblijven
eenparig
artikel 1:
Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2031 wordt een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven, ongeacht het feit of ze al dan niet op de kadastrale legger zijn ingeschreven.
artikel 2:
Voor de toepassing van dit reglement wordt een tweede verblijf als volgt gedefinieerd:
Elke private woongelegenheid die voor de eigenaar of de huurder, gebruiker ervan niet tot hoofdverblijf dient, maar die door hen voor bewoning kan worden gebruikt. Dit zijn onder andere landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes,… en alle andere vaste woongelegenheden.
De woongelegenheid dient bewoonbaar te zijn, door o.a. een aansluiting op het water- en elektriciteitsnetwerk, dat aangetoond kan worden door verbruiksfacturen.
Bovendien dient de woongelegenheid en huiskavel als een goede huisvader onderhouden te worden.
artikel 3:
De belasting is verschuldigd door de persoon, natuurlijk of rechtspersoon, die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.
De hoedanigheid van het tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, opstalhouder of erfpachter.
Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of door een derde feitelijk gebruikt wordt.
Zijn belastingplicht geldt ongeacht het feit of hij al dan niet is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister.
In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor het betalen van de belasting.
artikel 4:
Het bedrag van de belasting wordt gevestigd op €850,00 per jaar per tweede verblijf. De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor het gehele jaar.
artikel 5:
Zijn vrijgesteld van deze belasting:
● Lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten;
● Tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens;
● Lokalen en kamers die gelegen zijn in instellingen met een sociaal doel en gelijkaardige inrichtingen;
● Een kamer of studio gelegen in een studentenhuis en ter beschikking gesteld wordt aan een student die ingeschreven is in het hoger onderwijs en dus in aanmerking komt voor de gemeentebelasting op kamers.
artikel 6:
De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier dat dient teruggezonden te worden naar de financiële dienst van de gemeente, per post of per e-mail, vóór 31 maart van het aanslagjaar. Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor het einde van het belastingjaar, met name vóór 1 december van het belastingjaar, spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen. Indien het gemeentebestuur over de aangiftegegevens van het voorgaande aanslagjaar beschikt, kan de gemeente een voorstel van aangifte versturen aan de eigenaar van het goed. Indien de eigenaar niet reageert op het schrijven vóór 31 maart van het aanslagjaar, gaat hij stilzwijgend akkoord met de inkohiering van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.
artikel 7:
Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven of op elektronische wijze, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt de kennisgeving geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop ze toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.
De ambtshalve inkohiering gebeurd op basis van de gegevens waarover de gemeentelijke administratie beschikt.
De ambtshalve ingekohierde belasting zal verhoogd worden met 20% van de belasting en wordt ook ingekohierd.
artikel 8:
Communicatie inzake de belasting kan op elektronische wijze verlopen, voor de aanslag-, voor de aangifte- en voor de bezwaarprocedure. Het kan via de E-box (verzending aanslagbiljet) of via het mailadres debiteuren@riemst.be (aangifte/bezwaar) . De aangifte en/of het bezwaar kan dus worden ingediend via debiteuren@riemst.be.
De indiening van de aangifte per e-mail of het activeren van de E-box wordt als toestemming beschouwd voor het uitwisselen van communicatie inzake fiscale berichten op elektronische wijze.
artikel 9:
De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.
artikel 10:
De kohierbelasting wordt betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.
artikel 11:
De belastingen worden door de financieel directeur ingevorderd volgens de beschikkingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
artikel 12:
§ 1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een
belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid (College van burgemeester en schepenen).
§2. Het bezwaarschrift, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° het wordt schriftelijk ingediend (eventueel via mail, zie supra);
2° het wordt ondertekend (vermelding van naam en voornaam in het mailbericht wordt beschouwd als een handtekening);
3° het wordt gemotiveerd.
§ 3. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.
§4. De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.
§5. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger gehoord wenst te worden dient hij uitdrukkelijk in het bezwaarschrift te vragen om op een hoorzitting uitgenodigd te worden.
Artikel 13:
Kosten verbonden aan de invordering via deurwaardersexploot worden desgevallend verhaald op de belastingschuldige.
artikel 14:
Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2026.
Artikel 15:
Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het DLB.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.