Context

Het huidige belastingreglement op vaste en mobiele reclame van 10 maart 2025 vervalt op 31 december 2025. Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2031 wordt het reglement vernieuwd.

 

De volgende aanpassingen werden doorgevoerd:

 

        De ambtshalve inkohiering: verhoging met 20% in plaats van 50%;

        Mogelijkheid van elektronische communicatie overeenkomstig artikel 4, § 3, derde lid van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

 

Juridische gronden

        De grondwet, oa art 170, §4

        Decreet Lokaal Bestuur, oa art 2, 40 en 41;

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

        geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

        Omzendbrief 2019/2 van 15 februari 2019;

        Invorderingswetboek van 13 april 2019 houdende de invorderingsregels;

        Decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het Decreet van 30 mei 2008.

 

Motivering

Een overvloed aan reclameborden veroorzaakt visuele vervuiling (inzonderheid aan gevels van woningen en gebouwen en op gronden langs de openbare weg). Met dit belastingreglement wordt getracht het aantal reclameborden op de openbare weg te beperken om tot een kwalitatief straatbeeld te komen.

 

Deze belasting draagt bij tot een evenwichtige financiering van het gemeentelijk beheer.

 

BESLUIT: Belastingreglement reclameborden

eenparig

 

artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2031 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de reclame op een vaste of mobiele drager zichtbaar vanaf de openbare weg.

 

artikel 2:

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Reclame: elke aanduiding zichtbaar vanaf de openbare weg die tot doel heeft de handel, de nijverheid of het beroep bekend te maken die op een bepaalde plaats uitgeoefend wordt, en elke mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de verkoop van producten of diensten te bevorderen, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen;

Vaste drager: elke vaste of stilstaande constructie of uithangbord bestemd of aangewend voor het voeren van reclame;

Vaste reclame: elke reclame op een vaste drager door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel.
 

Worden gelijkgesteld met genoemde constructies: de muren of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Voor de muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte beschouwd worden als één reclamebord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen.

 

Mobiele drager: elk voertuig, paneel of voorwerp dat met behulp van motoren of menselijke kracht verplaatst wordt en bestemd of aangewend wordt voor het voeren van reclame;

Mobiele reclame: elke reclame op een mobiele drager.

 

artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de bevoegdheid heeft om de reclame op de drager te beheren en/of te exploiteren.
Als deze persoon niet gekend is, dan is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de vaste of mobiele drager, de eigenaar van de muur, het gebouw, de afsluiting, het voertuig, de grond of andere constructies waarop de reclame is aangebracht.

 

artikel 4:

Deze belasting wordt geheven per reclame en zij wordt vastgesteld op 25 euro per m².

De belasting is slechts verschuldigd voor een reclame-oppervlakte van 1 m2 of groter.

Voor de berekening van de belasting dient de publicitair nuttige oppervlakte, d.w.z. de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt, in aanmerking genomen te worden, met uitzondering van de omlijsting.

Niet het oppervlak van het aanplakbiljet is dus belastbaar. Voor de muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt.

 

artikel 5:

De belasting is verschuldigd voor heel het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het jaar waarop het bord wordt geplaatst, in gebruik wordt genomen of wordt weggenomen, met uitzondering van hetgeen bepaald wordt in artikel 6 van dit reglement. De verwijdering, om welke reden ook, van het aanplakbord tijdens het aanslagjaar geeft geen recht op terugbetaling van de belasting.

 

artikel 6:

De belasting is niet verschuldigd voor:

        de aanplakborden geplaatst op of aan de handelshuizen welke dienen voor het maken van reclame, die betrekking heeft op de handel die in deze huizen wordt uitgeoefend op voorwaarde dat de afstand tussen het aanplakbord en het handelshuis in kwestie niet meer dan 20 meter bedraagt;

        de aanplakborden, die opgericht worden na 1 december van het jaar waarop de belasting slaat;

        de aanplakborden geplaatst door openbare besturen of openbare diensten voor zover geen winst beoogd wordt;

        de aanplakborden, die enkel en alleen gebruikt worden bij gelegenheid van wettelijke verkiezingen;

        de aanplakborden, die enkel en alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen;

        de aanplakborden, alhoewel zichtbaar van op de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening;

        de verenigingen bedoelt in artikel 180, 181 en 182 van het W.I.B., de feitelijke verenigingen en alle andere verenigingen;

        borden, spandoeken, .... die zich aan bouwwerven bevinden met reclame voor de betrokken bouwfirma's of andere bedrijven (promotor, architect, ...) en dat zolang de bouwwerken niet zijn afgerond. 

 

artikel 7:

De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven overeenkomstig een formulier dat dient teruggezonden te worden naar de financiële dienst van de gemeente, per post of per e-mail, op de eerstvolgende dag van het nieuwe kwartaal na het ontvangen van het aangifteformulier, respectievelijk 1 april, 1 juli, 1 oktober en 1 januari.

Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht voor het einde van het belastingjaar, met name vóór 1 december van het belastingjaar, spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.

 

De belastingplichtige die, na inzameling van de aangiften door het gemeentebestuur, het oorspronkelijk opgegeven aantal belastingobjecten vermeerdert of de oppervlakte van deze objecten vergroot, is verplicht uit eigen beweging hiervan binnen de 20 dagen na de uitbreiding aangifte te doen bij het gemeentebestuur.
 

artikel 8:

Communicatie inzake de belasting kan op elektronische wijze verlopen, voor de aanslag-, voor de aangifte- en voor de bezwaarprocedure. Het kan via de E-box (verzending aanslagbiljet) of via het mailadres debiteuren@riemst.be (aangifte/bezwaar) . De aangifte en/of het bezwaar kan dus worden ingediend via debiteuren@riemst.be.

De indiening van de aangifte per e-mail of het activeren van de E-box wordt als toestemming beschouwd voor het uitwisselen van communicatie inzake fiscale berichten op elektronische wijze.

 

artikel 9:

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven of op elektronische wijze, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt de kennisgeving geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop ze toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

 

De ambtshalve inkohiering op basis van de gegevens waarover de gemeentelijke administratie beschikt.

De ambtshalve ingekohierde belasting zal verhoogd worden met 20% van de belasting en wordt ook ingekohierd.

 

artikel 10:

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

 

 

artikel 11:

De kohierbelasting wordt betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

 

artikel 12:

De belastingen worden door de financieel directeur ingevorderd volgens de beschikkingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

 

artikel 13:

§ 1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid (College van burgemeester en schepenen).

§2. Het bezwaarschrift, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende voorwaarden:
  het wordt schriftelijk ingediend (eventueel via mail, zie supra);
  het wordt ondertekend (vermelding van naam en voornaam in het mailbericht wordt beschouwd als een handtekening);
  het wordt gemotiveerd.
 
§ 3. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

§4. De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen.
Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.

 

§5. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger gehoord wenst te worden dient hij uitdrukkelijk in het bezwaarschrift te vragen om op een hoorzitting uitgenodigd te worden.

 

artikel 14:

De belastingplichtige die zijn vaste reclame verkoopt of overdraagt is verplicht dit binnen de veertien dagen mede te delen aan de financieel directeur. In dit geval mag de voor het lopend jaar betaalde belasting overgedragen worden op naam van de persoon die het nieuwe beschikkingsrecht heeft over het aanplakbord.

 

artikel 15:

Kosten verbonden aan de invordering via deurwaardersexploot worden desgevallend verhaald op de belastingschuldige.

 

artikel 16:

Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2026.

 

artikel 17:

Het gemeenteraadsbesluit 'Belastingreglement op reclame' van 10 maart 2025 wordt opgeheven.

 

artikel 18:

Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het DLB.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.