Feiten en context

Ingevolge de aanpassing van het decreet op de lokale belastingen dd 30 mei 2008 door het decreet van 3/5/2024 dienen de volgende aanpassingen doorgevoerd te worden in de gemeentelijke belastingreglementen inzake aangiftebelastingen:

●        Een concrete aangiftedatum: een aangiftetermijn volstaat niet. In dit reglement wordt 31 maart van het aanslagjaar bepaald als uiterste aangiftedatum. (art 3);

●        Communicatie inzake de belasting kan op elektronische wijze verlopen, voor de aanslag-, voor de aangifte- en voor de bezwaarprocedure. Het kan via de E-box (verzenden aanslagbiljet) of via het mailadres debiteuren@riemst.be (aangifte/bezwaar).

Verder worden de volgende artikels aangepast:

●        Er worden geen postkosten meer aangerekend voor de belastingplichtige, waardoor artikel 8 niet meer van toepassing is. De kosten in het kader van verdere invordering worden wel nog aangerekend aan de belastingplichtige (art. 11);

●        Artikel 3 zal opgesplitst worden:
- Uiterste aangiftedatum (art. 3);
- Ambtshalve inkohiering en aanslag (art. 5), waarbij de belasting ZAL verhogen met 20%;

●        In artikel 3 wordt de verwijzing van de procedure bij bedrog verwijderd. Dit is immers opgenomen in het Decreet van 30 mei 2008;

●        De naam van het reglement wordt van 'Belastingreglement op groeven' aangepast naar 'Belastingreglement op exploitatie groeven';

●        Er wordt een motivering voor het heffen van de belasting toegevoegd.

Juridische gronden

●        Artikel 170, §4 van de grondwet;

●        Artikel 2 van het Decreet Lokaal Bestuur;

●        Artikel 40, tweede lid, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur;

●        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

●        Omzendbrief 2019/2 van 15 februari 2019;

●        Decreet Lokaal Bestuur, o.a. artikel 41, 14° en artikel 56 inzake de bevoegdheden van respectievelijk de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen;

●        Invorderingswetboek van 13 april 2019 houdende de invorderingsregels;

●        decreet van 3 mei 2024

Motivatie

Het uitbaten van een steenfabriek in de vorm van productie van bakstenen gaat gepaard met zwaar vrachtvervoer, namelijk door het aanvoeren van grondstoffen – leem – en het afvoeren van de eindproducten – stenen. Door dit zwaar vrachtvervoer zijn er meer kosten aan het onderhoud van de wegen. Bovendien geven de ontginningen van klei en zand specifieke milieu-problemen (vervuiling).

Gezien de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden, is het aangewezen deze belasting te heffen.

BESLUIT:

Artikel 1:

Met ingang van heden en voor een termijn die eindigt op 31 december 2025 wordt ten laste van de exploitaties van klei-en zandgroeven, gelegen in gemeente Riemst, welke tot doel hebben de winning van klei en zand, een belasting gevestigd van 0,50 euro per ton opgehaalde klei of zand.

Artikel 2:

Deze belasting wordt berekend naar rato van het aantal gewonnen ton delfstof in het jaar dat dit van de eisbaarheid voorafgaat. De belastingplichtige zullen hiertoe een belastingaangifte indienen.

Artikel 3:

De belastingplichtigen dienen aangifte in te dienen van hun exploitaties van klei-en zandgroeven voor 31 maart van het aanslagjaar. De belastingplichtige die geen aangifteformulier zou ontvangen hebben, is verplicht er een aan zijn gemeentebestuur te vragen voor het einde van de maand maart van het belastingjaar.

Artikel 4:

Communicatie inzake de belasting kan op elektronische wijze verlopen, voor de aanslag-, voor de aangifte- en voor de bezwaarprocedure. Het kan via de E-box (versturen aanslagbiljet) of via het mailadres debiteuren@riemst.be. De aangifte en/of het bezwaar kan dus worden ingediend via debiteuren@riemst.be.

Artikel 5:

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd waarbij de belasting verhoogd zal worden met 20% van de initieel verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven of via elektronische wijze de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

Artikel 6:

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de beëdigde ambtenaren. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

Artikel 7:

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Artikel 8:

De kohierbelasting wordt betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 9:

De belastingen worden door de financieel directeur ingevorderd volgens de beschikkingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

Artikel 10:

§ 1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid (College van burgemeester en schepenen).

§2. Het bezwaarschrift, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende voorwaarden:
1°  het wordt schriftelijk ingediend (eventueel per mail, zie supra)
2°  het wordt ondertekend (vermelding van naam en voornaam in het mailbericht wordt beschouwd als handtekening)
3°  het wordt gemotiveerd.
 
§ 3. Het bezwaarschrift, vermeld in het eerste lid, wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

§4. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger gehoord wenst te worden dient hij uitdrukkelijk in het bezwaarschrift te vragen om op een hoorzitting uitgenodigd te worden.

Artikel 11:

Kosten verbonden aan de invordering via deurwaardersexploot worden desgevallend verhaald op de belastingschuldige.

Artikel 12:

Dit besluit treed in werking vanaf de vijfde dag na de bekendmaking ervan. Het gemeenteraadsbesluit 'Belastingreglement op groeven' dd 08/04/2024 wordt opgeheven.

Artikel 13:

Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het DLB.