Gelet op het bloeiend verenigingsleven in de 13 woonkernen van de gemeente Riemst;
Gelet op het ontbreken of de gebrekkige staat van de accommodaties om deze verenigingen te huisvesten;
Gelet op het feit dat het voor de gemeente financieel niet haalbaar is om in al de woonkernen een gemeentelijke infrastructuur te voorzien;
Gelet op de vraag van verschillende verenigingen uit diverse woonkernen om een gemeentelijke toelage te voorzien ter ondersteuning van de oprichting, de renovatie, de verfraaiing en de beveiliging van de plaatselijke socio-culturele, muziek-, sport- en jeugdinfrastructuur;
Gelet op de beleidsvisie van het gemeentebestuur om de leefbaarheid in al de woonkernen te behouden waartoe één van de middelen is de aanwezigheid van een aangepaste infrastructuur op het niveau van elke woonkern;
Gelet op de beleidsvisie van het gemeentebestuur die er op gericht is om een integrale toegankelijkheidsbenadering na te streven waardoor personen met een handicap, met mobiliteitsproblemen, rolstoelgebruikers, ouders met kinderwagens en anderen, vlotter kunnen deelnemen aan sociale, culturele, jeugd- en sportactiviteiten;
Gelet op de beleidsvisie van het gemeentebestuur die het energiezuinig renoveren nastreeft van de plaatselijke socio-culturele, muziek-, sport- en jeugdinfrastructuur;
Gelet op het besluit van 22 november 2002 betreffende de primaire preventie van de veteranenziekte in voor het publiek toegankelijke plaatsen;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op het decreet lokale besturen van 22 december 2017;
Gelet op het toelagereglement inzake infrastructuur (buurthuizen, muziekzalen, jeugdlokalen, speelpleinen, sportlokalen en sportpleinen), goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 mei 2019;
Gelet op de door DuboLimburg doorgevoerde tariefwijziging voor het uitvoeren van de basisscan;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 05 april 2012, 24 april 2014, 25 april 2019 en 25 november 2020.
BESLUIT: Aanpassing toelagereglement infrastructuurwerken
eenparig
artikel 1:
Binnen de perken der kredieten voorzien in de jaarlijkse gemeentebegroting zal, tegen de hierna vernoemde voorwaarden en modaliteiten, een toelage verleend worden voor de oprichting, de renovatie, de verfraaiing, de (brand)veiligheid, de sanering, de toegankelijkheid en het onderhoud van socio-culturele, muziek-, sport- en jeugdinfrastructuur, hierna kortweg infrastructuur genoemd.
artikel 2:
De infrastructuur dient beheerd te worden door een VZW of een feitelijke vereniging. In beide gevallen vormt het dagelijks bestuur, zijnde de voorzitter, de secretaris en de penningmeester, of hun vervangers, het overlegorgaan met het gemeentebestuur.
artikel 3:
De infrastructuur moet toegankelijk zijn voor alle verenigingen of individuen ongeacht de ideologische, filosofische, politieke of godsdienstige overtuiging.
artikel 4:
De infrastructuur is eigendom van de aanvragende vereniging of deze beschikt over een zakelijk recht, een huurovereenkomst of enig ander recht waaruit blijkt dat de infrastructuur nog minstens 9 jaar gebruikt mag worden. De periode van 9 jaar begint te lopen bij elke toekenning van een toelage.
Indien de eigenaar een privé-persoon is dan moet de duur van de overeenkomst minstens 10 jaar bedragen en vastgelegd worden door een notariële akte. In deze akte dient vermeld dat de eigenaar de zaal niet mag vervreemden zonder akkoord van de gemeente en dat de huidige of nieuwe eigenaar geen opzeg mag betekenen gedurende de hoger vermelde 10 jaren. De periode van 10 jaar begint te lopen bij elke toekenning van toelage.
De sanctie die de gemeente kan treffen is door hoofdelijk de vergoeding van de meerwaarde van het onroerend goed van de huidige of de nieuwe eigenaar terug te vorderen.
Bij de niet privé-personen dient een huur-, gebruiks-, of andere overeenkomst van minimaal 9 jaren voorgelegd te worden.
Bijkomend wordt er tussen de uitbater, de eigenaar en de gemeente een bijakte opgesteld die de verplichting oplegt aan de huidige eigenaar om het akkoord van de gemeente te bekomen voorafgaandelijk aan en over de verkoop van de zaal. De huidige eigenaar verbindt zich er in deze bijakte toe om in geval van verkoop het verbod tot opzegging in de verkoopovereenkomst op te laten nemen voor het resterend aantal jaren van de hoger vermelde periode of een recht van voorkoop af te staan aan het gemeentebestuur van Riemst. Uiteraard wordt eveneens het verbod tot opzeg door de huidige eigenaar voorzien.
In geval van niet naleving door de eigenaar/verkoper kan de gemeente de meerwaarde terugvorderen.
artikel 5:
De eigenaar van de infrastructuur verklaart eveneens dat hij akkoord gaat met de geplande verbouwingswerken.
artikel 6:
Voor de betoelaging van infrastructuur worden volgende gemeentelijke tussenkomsten voorzien:
• voor gefactureerde materiaalkosten inclusief BTW: 90% gemeentelijke tussenkomst.
• voor gefactureerde werkuren inclusief BTW: 60% gemeentelijke tussenkomst.
• voor nieuwbouwinitiatieven kan er gewerkt worden met een voorschot.
• het voorschot bedraagt 50% van de kostenraming met een maximum van 25.000 euro.
Indien de gemeente eigenaar is van het gebouw waarin de vereniging gehuisvest is dan worden in een afzonderlijk collegebesluit afspraken gemaakt inzake de % die terugbetaald worden. De maximum toelagen, waarvan sprake in artikel 7, blijven echter ongewijzigd.
artikel 7:
De maximale toelage per gebouw is verschillend naargelang de soort infrastructuur.
SOORT INFRASTRUCTUUR | MAXIMALE TOELAGE |
Buurthuis: locatie waarin allerlei activiteiten van verschillende socio-culturele verenigingen doorgaan. | • maximum 175.000 euro • slechts één buurthuis per deelgemeente wordt betoelaagd. |
Muziekzaal: locatie waarin hoofdzakelijk een muziekvereniging repeteert of uitvoeringen geeft. | • maximum 50.000 euro |
Jeugdinfrastructuur: locatie waarin jongeren, georganiseerd of niet georganiseerd, kunnen samenkomen voor ontspanning. | • maximum 50.000 euro |
Sportlokalen en/of sportpleinen. | • maximum 50.000 euro |
Musea. | • maximum 50.000 euro |
De maximum bedragen per infrastructuur kunnen enkel gecumuleerd worden op voorwaarde dat de
betrokken verenigingen als volwaardige partners optreden.
Dit partnerschap moet zeer duidelijk blijken uit de aanvraag.
artikel 8:
Het maximale toelagebedrag voor een infrastructuur kan gecumuleerd worden met:
• een rentetoelage. Het gemeentebestuur betaalt de totale jaarlijkse rentelast van de door de initiatiefnemers opgenomen lening van maximaal 75.000 euro met een maximale looptijd van 20 jaar.
• een toegankelijkheidstoelage van 8.000 euro. Deze toelage kan enkel gebruikt worden voor het realiseren van werken die de toegankelijkheid verhogen in de sociaal-, culturele-, jeugd- of sportinfrastructuur. Alvorens deze werken uitgevoerd en betoelaagd worden, moet het advies van het toegankelijkheidsbureau gevraagd en gevolgd worden. De kosten voor de werken en materialen binnen deze toegankelijkheidstoelage worden voor 100% betoelaagd.
• de kosten voor de opmaak van het legionellabeheersplan.
• een heropstarttoelage van 12.500 euro. Deze toelage kan enkel gebruikt worden indien de vorige vereniging als gebruiker van de infrastructuur zijn activiteiten stopzet en indien de activiteiten in deze infrastructuur hervat worden door een andere vereniging. De nieuwe vereniging dient te bestaan uit minstens 50% nieuwe leden.
Indien de schijf van de basistoelage van 50.000 of 175.000 euro nog niet volledig werd aangesproken voor de betreffende infrastructuur, dan zal eerst dit resterend bedrag aangewend moeten worden. In dit geval wordt de heropstarttoelage verminderd met het resterend bedrag. Het bedrag dat dan werd aangewend voor de heropstart wordt op zijn beurt in mindering gebracht van de eerste mogelijkheid tot onderhoudstoelage zoals beschreven in het artikel aangaande de onderhoudstoelage.
De heropstarttoelage dient prioritair aangewend te worden voor het behalen van de nodige veiligheidskeuringen inzake brandveiligheid, elektriciteit, gas, e.a. Alle keuringsbewijzen worden dan ook afgeleverd vooraleer de toelage wordt uitbetaald.
Het restkrediet van de heropstarttoelage kan aangewend worden voor de verdere verfraaiing van de infrastructuur, zoals vermeld in artikel 9 van dit reglement.
De berekening van de heropstarttoelage gebeurt volgens het principe vermeld in artikel 6 (90% - 60%).
• een onderhoudstoelage van 12.500 euro. De onderhoudstoelage kan slechts na een periode van 10 jaar aangevraagd worden. De periode van 10 jaar start op datum van de eerste princiepsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen.
De toelage kan enkel gebruikt worden in het kader van:
◦ het behandelen van structurele gebreken of voor het nemen van maatregelen ter voorkoming van structurele gebreken.
◦ rationeel energieverbruik o.a. dubbele beglazing, isolatie, energiezuinige verwarming,... .
◦ legionellabeheersmaatregelingen.
◦ brandveiligheidsmaatregelen voor het bestaand gebouw en bijgebouwen mits voorlegging van het brandveiligheidsattest voor de voorgaande betoelaging.
◦ maatregelen ter bevordering van de akoestiek op voorwaarde dat de brandveiligheid en legionella helemaal in orde zijn en na een controle van de technische dienst waaruit blijkt dat er geen gebreken zijn die prioritair te behandelen zijn in het kader van het onderhoud van het gebouw of bouwkundige gebreken.
◦ bij uitbreiding van de infrastructuur kan er eveneens gebruik gemaakt worden van het vooropgestelde krediet onderhoudstoelage voor werken aangaande rationeel energieverbruik, legionellabeheersmaatregelen, brandveiligheidsmaatregelen en maatregelen ter verbetering van de akoestiek, op voorwaarde dat de technische dienst na een controle vaststelt dat er geen gebreken zijn die prioritair behandeld moeten worden in het kader van het onderhoud van het gebouw of bouwkundige gebreken.
De berekening van de onderhoudstoelage gebeurt volgens het principe in artikel 6 (90% - 60%).
• een toelage voor energetische renovaties waardoor het energieverbruik wordt gereduceerd en energiezuinigheid wordt gestimuleerd (bv. isoleren, luchtcirculatie, verwarming, energiezuinige verlichting,...). De toelage voor energetische renovaties kan slechts om de 5 jaar worden aangevraagd. De periode van 5 jaar start op datum van de eerste princiepsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Om in aanmerking te komen voor een toelage voor energetische renovaties moet er in eerste instantie een basisscan van het gebouw worden aangevraagd bij DuboLimburg. Deze basisscan wordt door DuboLimburg uitgevoerd aan de hand van een plaatsbezoek. Op basis van het plaatsbezoek wordt een rapport opgesteld waarin de prioriteitsmaatregelen worden bepaald. De gemeente Riemst betaalt de kosten van de basisscan inclusief het rapport op voorwaarde dat de vereniging binnen de 2 jaar de voorgestelde maatregelen uitvoert. Indien de vereniging de voorgestelde maatregelen niet uitvoert, betaalt de vereniging de kosten van de basisscan terug aan de gemeente.
Op basis van het rapport wordt er een concreet actieplan uitgewerkt om het gebouw duurzamer en energiezuiniger te maken, waarbij de vereniging een simulatie uitwerkt van de maatregelen en de verwachte energiewinst. De vereniging bezorgt deze simulatie aan de gemeente.
Enkel de door DuboLimburg geadviseerde maatregelen worden betoelaagd volgens het principe vermeld in artikel 6 (90% - 60%) met een maximum van 12.500 euro.
De toelage voor energetische renovaties is enkel van toepassing op bestaande infrastructuur, niet op nieuwbouw.
De toelage is cumuleerbaar met andere gemeentelijke toelagen.
De toelage kan enkel aangewend worden voor nog niet betoelaagde maatregelen. Maatregelen die in het verleden al via de onderhoudstoelage werden betoelaagd, komen niet in aanmerking.
•
artikel 9:
Voor de betoelaging van de infrastructuur komen onder meer volgende kosten in aanmerking:
KOSTEN | 60% VAN WERKUREN - 90% VAN DE MATERIALEN (incl. BTW) |
1) Ontwerp- en dossierkosten ingevolge van: • de bouwvergunning • legionellabeheersplan • toegankelijkheidsadvies |
60% 100% 100% |
2) Aansluitingskosten vaste telefoon | 100% |
3) Omgevingsstudie en omgevingswerken | 60% - 90% |
4) Wind- en waterdicht: • voor nieuwbouw worden onder meer met deze werken bedoeld: grondwerken, funderingswerken, metselwerk buitenmuren, dak, waterafvoer, ramen (incl. glas), afvoer bouwafval. • voor renovatie worden onder meer met deze werken bedoeld: versteviging van de funderingen, bestrijding van opstijgend vocht, stabiliteitswerken, metselwerk aan bestaande buitenmuren, voegen van buitenmuren, afbraak buitenmuren, wijzigingen aan deur- en raamopeningen, eventueel toegevoegde nieuwbouw, vernieuwing of herstelling van dak en ramen (incl. glas). | 60% - 90% |
5) Afwerking: • Met afwerking wordt onder meer bedoeld: alle binnenmetselwerken, eventueel af- of doorbraak van binnenmuren (renovatie), ondervloer en vloerafwerking, voegen en/of bepleistering van binnenmuren, verwarming, sanitair, elektriciteitswerken en verlichtingsarmaturen, waterleiding, gasleidingen, afwerking plafonds, binnendeuren. | 60% - 90% |
6) Afvoer van bouwafval | 60% - 90% van de stortkosten. |
7) De kosten die, buiten de toegankelijkheidstoelage nog gemaakt worden om personen met een handicap vlotter te laten deelnemen aan sociaal-, culturele-, sport- en jeugdactiviteiten. | 60% - 90% |
8) Aankoop van materialen in functie van brandveiligheid: • Met deze materialen wordt onder meer bedoeld: automatisch brandblusapparaat, brandblustoestellen, brandhaspel, brandmelders, paniekstang, pictogram, rookdetectoren, sirenes, sleutelkastje, aansluiting VMW en/of elektriciteit, afkastingen met materialen, brandkleppen, detectie-centrale, deur, deurvlak, hoofdverdeelbord, allerlei leidingen, noodverlichtingsblokken, verlaagde plafonds, glas brandvrije gordijnen. | 60% - 90% |
9) Werken aan sportpleinen en sportinfrastructuur: • Met deze werken wordt onder meer bedoeld: toegang, omheining, nivelleringswerken, verlichting, infrastructuur, aanleg- en onderhoud sportvelden. | 60% - 90% |
10) Huur van materieel ter verwerking van materialen en voor het onderhoud van de infrastructuur en de sportvelden. | 90 % van de huur |
11) Aansluiten nutsvoorzieningen: • water, gas, elektriciteit, riolering | 60% - 90% |
12) Verzekering tegen ongevallen voor alle vrijwillige medewerkers. | 90% van de kostprijs |
13) Keuringen en herkeuringen van elektriciteit, verwarming, noodverlichting en brandblustoestellen. | 60 % |
artikel 10:
Voor nieuwbouwinitiatieven kunnen verenigingen in overleg met het gemeentebestuur een voorschot aanvragen. Dit voorschot wordt berekend op basis van een gedetailleerde en realistische kostenraming. Het voorschot bedraagt maximum 50% van de kostenraming met een maximum van 25.000 euro. Het bedrag van het ontvangen voorschot moet binnen het jaar na ontvangst van het voorschot gestaafd worden met facturen en betalingsbewijzen die het subsidiebedrag van 25.000 euro dekken. Het voorschot wordt uitbetaald bij aanvang van de werken. Het resterend gedeelte van de maximum toelage wordt uitbetaald volgens artikel 14.
artikel 11:
Voor nieuwbouwinitiatieven dient het regenwater te worden opgevangen in een regenwaterput.
Voor renovatie zal onderzocht worden of een hergebruik van regenwater uitvoerbaar is. Voor deze kosten ontvangt men een afzonderlijke subsidie voor regenwaterputten.
Deze betoelaging is gebaseerd op het gemeenteraadsbesluit van 12 mei 1998.
artikel 12:
Alvorens de werken te starten, moet de vereniging voor de uit te voeren werken een gemotiveerde aanvraag richtten aan het college van burgemeester en schepenen.
Deze aanvraag omvat:
• Naam en adres van 3 verantwoordelijken van de vereniging.
• Rekeningnummer van de vereniging.
• Bewijs van erkenning door het gemeentebestuur, op advies van de betrokken adviesraad.
• Beschrijving van de uit te voeren werken en de termijn waarbinnen men werken zal uitvoeren: een werkplan. Indien het werken aan een buurthuis betreft dan moet de jeugdvereniging of aankomende jeugdvereniging betrokken worden bij het ontwerpplan van het buurthuis. Als het concept het toelaat krijgt de jeugdvereniging een eigen lokaal, een eigen ingang en eigen sanitair in het te subsidiëren buurthuis.
• Kostenraming van de uit te voeren werken en de manier waarop de vereniging de werken denkt te financieren: een financieel plan.
• Grondplan.
• Eigendomsverklaring of een ander recht (zie artikel 4) waaruit blijkt dat men de men de infrastructuur voor 9 jaar in gebruik heeft.
• Verslag van de brandweer (werken dienen uitgevoerd rekening houdend met de gangbare normen inzake brandveiligheid) indien dit noodzakelijk is voor de geplande werken.
• Uit de statuten moet blijken voor welke doelgroep de infrastructuur toegankelijk is.
• Verklaring van de eigenaar dat hij akkoord gaat met de geplande verbouwingswerken.
• Verklaring van de aanvragende vereniging dat het gemeentebestuur tweemaal per jaar recht heeft op een gratis huurbeurt van de desbetreffende infrastructuur.
artikel 13:
Elke aanvraag voor betoelaging van de betreffende sector zal voor advies voorgelegd worden aan de betreffende adviesraad.
artikel 14:
• De uitbetaling van het maximale toelagebedrag kan gespreid worden over meerdere begrotingsjaren. Het college van burgemeester en schepenen maakt in overleg met de vereniging concrete afspraken i.v.m. de uitbetalingstermijnen van de toelage.
• De uitbetaling gebeurt:
◦ na voorlegging van facturen. Deze mogen dateren vanaf de datum van de eerste princiepsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen. De betalingsbewijzen moeten binnen de 2 maanden na de uitbetaling van de subsidie bezorgd worden aan het gemeentebestuur.
◦ op de facturen moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen werkuren en materiaalkosten.
◦ de facturen moeten op naam staan van de betrokken vereniging.
◦ na controle van de uitgevoerde werken door de technische dienst en, indien van toepassing, door het Toegankelijkheidsbureau.
• Vóór de uitbetaling van de laatste 25% van de basistoelage kan gebeuren, dienen de nodige veiligheidskeuringen voorgelegd te worden (elektriciteit, verslag van de preventieadviseur,…).
artikel 15:
Overgangsmaatregelen:
• voor de buurthuizen die een betoelaging ontvingen op basis van het reglement betoelaging culturele infrastructuur gelden er géén overgangsmaatregelen. Wanneer deze buurthuizen hun reeds bestaande infrastructuur uitbreiden, dan wordt enkel de uitbreiding nog gesubsidieerd. De maximum toelage per buurthuis mag echter niet meer dan 175.000 euro bedragen.
• voor de locaties die een betoelaging ontvingen op basis van het reglement inzake jeugdinfrastructuur wordt, op vraag van de vereniging, een herberekening gemaakt. De herberekende toelage voor deze infrastructuren wordt verminderd met de toelage die zij reeds ontvingen.
• de verenigingen die reeds een betoelaging ontvingen op basis van het gemeenteraadsbesluit van 6 juli 1999 inzake betoelaging culturele infrastructuur moeten voldoen aan al de voorwaarden van het gewijzigd gemeenteraadsbesluit van 14 september 2009 alvorens de volgende toelageschijf wordt uitbetaald.
• al de socio-culturele, muziek-, sport- en jeugdverenigingen die reeds een toelage ontvingen voor infrastructuurwerken op basis van vroegere gemeenteraadsbesluiten kunnen bijkomend in aanmerking komen voor werken in kader van de toegankelijkheid, voor een heropstarttoelage en een onderhoudstoelage, waarvan sprake in artikels 8 en 9 indien ze voldoen aan de gestelde voorwaarden voor deze toelagen.
artikel 16:
Over alle niet-voorziene gevallen beslist het college van burgemeester en schepenen.
artikel 17:
Dit reglement vervangt het reglement van 13 mei 2019.
artikel 18:
Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het DLB.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.