Vergadering BB - 12/10/2022

 

Aanwezig:

Mark Vos, burgemeester

 

Overzicht punten

Vergadering bb van 12/10/2022.

Milieu

 

MAATREGELEN TOT BEHANDELING SCHADEGEVAL - RIEMST, LEK IN PIJPLEIDING NAVO ONDER DE E313, TUSSEN DE SLUIZERWEG EN ELSTERWEG, AAN ORANJE LUCHTBAKEN 05.59450

 

Aangenomen

 

ONTWERP-BESLUIT:

Aanleiding, feiten, context

Op 05/10/2022 meldde Kim Maes van BPO (Belgian Pipeline Organisation), Parkstraat 36 te 3000 Leuven aan de gemeente Riemst dat op 23/09/2022 op de grond, zonder kadastraal perceelnummer, gelegen onder de E313, tussen de Sluizerweg en de Elsterweg, aan oranje luchtbaken 05.59450 (aangeduid op het plan in bijlage), te 3770 Riemst, het lekken van 50 à 80 m³ kerosine uit de NAVO pijpleiding, aanleiding heeft gegeven tot een bodemverontreiniging.

 

De autosnelweg (E313) op die grond wordt geëxploiteerd door het Agentschap Wegen en Verkeer, afdeling Limburg, Koningin Astridlaan 50 bus 4, 3500 Hasselt, 011/74 23 00.

De NAVO pijpleiding op die grond wordt uitgebaat en bedrijfszeker gehouden door Belgian Pipeline Organisation, Parkstraat 36, 3000 Leuven, 016/24 86 76.

De eigenaar van die grond is de Vlaamse Overheid.

 

Het schadegeval werd op 23/09/2022 vastgesteld door BPO, de gebruiker van de grond waarop de bodemverontreiniging heeft plaatsgevonden. BPO heeft de bodemverontreiniging gemeld bij de OVAM.

Er heeft 50 à 80 m³ kerosine gelekt uit de pijpleiding van de NAVO. Hiervan werd 20 m³ gerecupereerd en afgevoerd.

Het terrein is onbebouwd en deels verhard (autosnelweg). Het is onbekend of de bodemverontreiniging  van het bronperceel ook verontreiniging heeft veroorzaakt op de buurtpercelen.

De bron van het lek werd volgens BPO reeds gestopt.

BPO meld een erkende bodemsaneringsdeskundige (Sertius NV) aangesteld te hebben.

 

Deze grond ligt in bestemmingstype bestaande autosnelwegen en agrarisch gebied.

 

Juridische gronden

22 december 2017 : het Decreet over het Lokaal Bestuur, en latere wijzigingen;

26 maart 2004 : het Decreet betreffende openbaarheid van bestuur, en latere wijzigingen;

29 juli 1991 : de wet betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen;

27 oktober 2006 : het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet), inzonderheid op artikel 74 tot en met 82.

 

Argumenten

Overeenkomstig artikel 75 van het Bodemdecreet is de burgemeester van de gemeente Riemst de bevoegde overheid voor het betreffende schadegeval, omdat het schadegeval plaatsvond op een grond op grondgebied Riemst.

 

De burgemeester van de gemeente Riemst is van oordeel dat maatregelen noodzakelijk zijn om de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval te behandelen. Het schadegeval valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling vermeld in artikel 74 tot en met artikel 82 van het Bodemdecreet.

 

De gemeente Riemst is van oordeel dat volgende maatregelen moeten worden genomen om de mogelijke bodemverontreiniging te behandelen vóór 10 april 2023:

 

        aanstellen van een erkend bodemsaneringsdeskundige;

        de bodemsaneringsdeskundige laten verifiëren of er een bodemverontreiniging ontstaan is die een verdere aanpak vereist conform het Bodemdecreet;

        afhankelijk van de bevindingen van de bodemsaneringsdeskundige overgaan tot (bijkomende) ontgraving van de verontreinigde grond en/of andere saneringsmaatregelen onder leiding van de bodemsaneringsdeskundige;

        de pijpleiding herstellen zodat er geen lekken meer kunnen plaatsvinden;

        vervuilde, ontgraven grond laten verwerken door een centrum voor grondreiniging;

        bewijsdocumenten verwerven;

        controlestalen van bodem en grondwater laten uitvoeren door de erkende bodemsaneringsdeskundige, conform de geldende richtlijnen van de OVAM;

        het evaluatierapport, opgesteld door een bodemsaneringsdeskundige, zo spoedig mogelijk na het afronden van de maatregelen aan de gemeente en de OVAM (via het webloket van de OVAM) bezorgen;

        de gemeente informeren binnen de termijn, vermeld in de begeleidende brief bij dit besluit

        de gemeente op geregelde tijdstippen op de hoogte houden van de verdere stappen;

        de bodemsaneringsdeskundige dient er op toe te zien dat de opgelegde (vergunningsplichtige) maatregelen overeenkomen met de effectief uit te voeren maatregelen. Indien nodig vraagt hij een nieuw aangepast besluit op aan de bevoegde overheid.

 

Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van 180 dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de bevoegde overheid en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.

 

Als die maatregelen handelingen, inrichtingen of activiteiten omvatten die meldings-of vergunningsplichtig zijn krachtens titel V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid of krachtens titel IV, hoofdstuk II, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, geldt de beslissing als meldingsakte of omgevingsvergunning.

 

De code van goede praktijk dient bij saneringswerkzaamheden steeds nageleefd te worden.

 

BESLUIT:

artikel 1:

Het schadegeval dat zich heeft voorgedaan op 23/09/2022 op de grond, zonder kadastraal perceelnummer, gelegen onder de E313, tussen de Sluizerweg en de Elsterweg, aan oranje luchtbaken 05.59450 (aangeduid op het plan in bijlage), te 3770 Riemst, wordt op basis van de beschikbare informatie gekwalificeerd als een schadegeval dat valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling, vermeld in artikel 74 tot en met 82 van het decreet van 27 oktober 2007 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.

 

artikel 2:

De burgemeester beslist dat de volgende maatregelen ter behandeling van de (mogelijke) bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval op de grond, vermeld in artikel 1, moeten worden uitgevoerd:

        aanstellen van een erkend bodemsaneringsdeskundige;

        de bodemsaneringsdeskundige laten verifiëren of er een bodemverontreiniging ontstaan is die een verdere aanpak vereist conform het Bodemdecreet;

        afhankelijk van de bevindingen van de bodemsaneringsdeskundige overgaan tot (bijkomende) ontgraving van de verontreinigde grond en/of andere saneringsmaatregelen onder leiding van de bodemsaneringsdeskundige;

        de pijpleiding herstellen zodat er geen lekken meer kunnen plaatsvinden;

        vervuilde, ontgraven grond laten verwerken door een centrum voor grondreiniging;

        bewijsdocumenten verwerven;

        controlestalen van bodem en grondwater laten uitvoeren door de erkende bodemsaneringsdeskundige, conform de geldende richtlijnen van de OVAM;

        het evaluatierapport, opgesteld door een bodemsaneringsdeskundige, zo spoedig mogelijk na het afronden van de maatregelen aan de gemeente en de OVAM (via het webloket van de OVAM) bezorgen;

        de gemeente informeren binnen de termijn, vermeld in de begeleidende brief bij dit besluit

        de gemeente op geregelde tijdstippen op de hoogte houden van de verdere stappen;

        de bodemsaneringsdeskundige dient er op toe te zien dat de opgelegde (vergunningsplichtige) maatregelen overeenkomen met de effectief uit te voeren maatregelen. Indien nodig vraagt hij een nieuw aangepast besluit op aan de bevoegde overheid.

 

Die maatregelen moeten worden uitgevoerd door BPO (Belgian Pipeline Organisation), Parkstraat 36 te 3000 Leuven, uiterlijk honderdtachtig dagen na ontvangst van dit besluit.

 

Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van 180 dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de bevoegde overheid en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.

 

artikel 3:

Na de uitvoering van de opgelegde maatregelen, vermeld in artikel 2, moet BPO (Belgian Pipeline Organisation), Parkstraat 36 te 3000 Leuven onder leiding van de erkende bodemsaneringsdeskundige een evaluatierapport opstellen. Het evaluatierapport dient zo spoedig mogelijk na afronding van de opgelegde maatregelen, aan de gemeente en aan de OVAM overgemaakt te worden.

 

artikel 4:

De maatregelen, vermeld in artikel 2, kunnen te allen tijde door een beslissing van de burgemeester van de gemeente Riemst aangepast of opgeheven worden.

 

artikel 5:

Dit besluit wordt overgemaakt aan Belgian Pipeline Organisation, Parkstraat 36, 3000 Leuven (de saneringsplichtige), aan het Agentschap Wegen en Verkeer, afdeling Limburg, Koningin Astridlaan 50 bus 4, 3500 Hasselt en aan de OVAM.

 

artikel 6:

Dit besluit wordt bekend gemaakt conform de bepalingen van het DLB.

Publicatiedatum: 12/10/2022