Vergadering GR - 11/10/2021

Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Bevolking

SLUITING OPENBAAR ONDERZOEK NIEUWE STRAATNAAM EN PLEINNAAM VERKAVELING GENOELSELDEREN

 

De gemeenteraad is decretaal bevoegd verklaard om de naam van openbare wegen of pleinen vast te stellen of te wijzigen.

Voor de nieuwe verkaveling gelegen ter hoogte van PCC St-Maartenshof te Genoelselderen moet een nieuwe straatnaam en een naam voor het plein vastgelegd worden (zie plan in bijlage).

 

Volgens artikel 2§1 van het decreet van 28 januari 1977, inzake de bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen wordt de voorkeur gegeven aan namen van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.

De adviesraad van GOGRI heeft een advies gegeven op 28/01/2021 en 08/03/2021 en vervolgens een aangepast advies geformuleerd op 02/05/2021:

Kiezelingenbosweg (dialect: Kiezelingeboswèèg)

Hesbaniaplein (dialect: Hesbaniaplein)

 

Het college van burgemeester en schepenen nam op 19/05/2021, op voorstel van de gemeenteraad van 12/04/2021, de principebeslissing om de nieuwe straat de naam Hesbaniastraat (dialect Hesbaniastrwot) te geven en het nieuwe plein als volgt te noemen: Jaap van Rennesplein (geen dialectnaam).

De gemeenteraad van 14/06/2021 volgde de CBS-beslissing van 19/05/2021.

 

De cultuurraad gaat akkoord met het toekennen van de straatnaam en pleinnaam.

De procedure inzake bekendmaking voorgeschreven bij decreet werd gevolgd. Het openbaar onderzoek heeft geen schriftelijk bezwaar opgeleverd.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

ICT

UITSTAP UIT FLUVIUS GIS

 

Het gemeentebestuur Riemst neemt zijn geografisch informatiesysteem (GIS) af bij Fluvius Limburg. Ingevolge het intern kerntakendebat op het niveau van Fluvius, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Fluvius Limburg, werd beslist om de activiteit Fluvius GIS niet langer als kerntaak te weerhouden.

 

Het gemeentebestuur is van oordeel dat de GIS-activiteit een volwaardige activiteit betreft en wenst de GIS-activiteit tot een volwaardige activiteit te blijven uitbouwen en desgevallend uit te breiden volgens de noden en tendensen in het GIS-landschap die noodzakelijk zijn voor een goede en efficiënte werking van het geografisch informatiesysteem en dit binnen het daarvoor bepaalde financiële kader. De gemeente is overtuigd dat hiervoor alternatieven op de markt voorhanden zijn.

 

Gelet op bovenstaande visie van Fluvius op de afbouw van de niet-kerntaken en gelet op bovenvermelde visie van de gemeente over de invulling van de GIS activiteit, wordt voorgesteld om haar beheersoverdracht voor de activiteit Fluvius GIS te herroepen. 

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Domeinhoofd economie landbouw en omgeving

VERLENGING PROJECTVERENIGING IOED OOST-HASPENGOUW EN VOEREN

 

De periode van werking van de projectvereniging IOED Oost-Haspengouw & Voeren loopt ten einde eind 2021. De deelnemende gemeenten dienen hun deelname te herbevestigen voor een volgende periode van zes jaar (1-01-2022 t.e.m. 31-12-2027).

 

In 2020 werden een nieuw meerjarenbeleidsplan en een nieuwe subsidieovereenkomst met de Vlaamse overheid goedgekeurd voor de periode 2021 t.e.m. 2026. De jaarlijkse bijdrage van Vlaanderen bedraagt 98.000 euro.

 

In 2020 werd door de deelnemende gemeenten eveneens besloten om opnieuw 2 VTE in te zetten voor de werking van de IOED. De bijhorende aangepaste meerjarenbegroting werd goedgekeurd door de raad van bestuur.

 

De hoogte van de gemeentelijke bijdrage wordt bepaald conform de te verwachten kosten van de projectvereniging, opgenomen in een jaarlijkse begroting die wordt goedgekeurd door de raad van bestuur. Er wordt gewerkt met een verdeelsleutel per gemeente op basis van de oppervlakte, het aantal inwoners en de aanwezige erfgoeditems. Deze bedraagt:

Bilzen  38,5%

Riemst  28,3%

Voeren  19,0%

Hoeselt  14,2%

In de meerjarenbegroting (toegevoegd als bijlage) kunnen gedetailleerde bedragen geraadpleegd worden.

 

Het agentschap Onroerend Erfgoed evalueerde de werking van IOED Oost van het afgelopen jaar over de hele lijn positief (zie de bijlagen).

Voorliggende verlenging van de projectvereniging is een voortzetting van de bestaande werking conform het meerjarenbeleidsplan en de meerjarenbegroting goedgekeurd in 2020.

 

Noot:

Een eventuele fusie van de gemeenten Bilzen en Hoeselt in de loop van de komende periode zal geen impact hebben op de werking of financiering van de IOED. Het betreft een loutere administratieve wijziging van de deelnemers. Decretaal is bepaald dat een IOED uit minstens drie Vlaamse gemeenten moet bestaan.

 

De “visienota lokaal onroerend erfgoedbeleid” van minister Diependaele voorziet een aanpassing van de erkenningsvoorwaarden en financiering van IOED’s. IOED’s moeten zich ook inpassen in de regiovorming vanaf 2027. Dit is beleid in voorbereiding. De komende jaren zal duidelijk worden of en welke aanpassingen aan de werking noodzakelijk zullen zijn vanaf 2027.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Omgeving - Algemeen

AFBAKENING WERKINGSGEBIEDEN VOOR DE VORMING VAN DE TOEKOMSTIGE WOONMAATSCHAPPIJ

 

Het Vlaams Regeerakkoord bepaalt dat tegen 1 januari 2023 sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren samengevoegd worden tot één woonactor met maar één speler per gemeente. Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. De eerste stap richting een woonmaatschappij is de vorming van werkingsgebieden. De lokale besturen krijgen daarbij een trekkersrol toegewezen.

 

Per brief van de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed van 23 oktober 2020 aan alle burgemeesters wordt verzocht een voorstel van werkingsgebied in te dienen.

 

Om bij de afbakening van een werkingsgebied tot een gedragen advies te komen moeten de betrokken gemeenten als groep van gemeenten tot een gezamenlijk advies komen. Dit advies moet ten laatste op 31 oktober 2021 beslist zijn door de gemeenteraden van elk deelnemend bestuur. Het voorstel van werkingsgebied moet besproken worden op het lokaal woonoverleg.

 

Het lokaal woonoverleg van 13 september 2021 heeft kennis genomen van de persmededeling van 6 september 2021 “Sociaal wonen: Limburg kiest voor 1 woonactor met een sterke centrale organisatie en een decentrale en toegankelijke dienstverlening”.

 

Het lokaal woonoverleg sluit zich aan bij de beweegredenen om in Limburg te komen tot 1 werkingsgebied met 1 woonactor.

 

De uitdagingen rond sociaal wonen zijn enorm, op tal van terreinen: socio-demografisch, duurzaamheid en klimaat, ruimtelijke ordening, socio-economische ontwikkelingen, ...

 

Concreet betekent dit o.m. blijvend investeren in de bouw en vernieuwbouw van woningen om de lange wachttijden terug te dringen en nieuwe woningnoden in te vullen, renoveren en verder verduurzamen en energie-arm maken van bestaande woningen, (kandidaat-)huurdersbegeleiding, betrokkenheid in sociale wijken, zoeken naar nieuwe en innovatieve woonvormen, …

 

Daarom ondersteunt het lokaal woonoverleg het voorstel om de betrokken maatschappijen en organisaties onder te brengen in 1 sterke, toekomstgerichte Limburgse woonmaatschappij, gestoeld op 2 pijlers: een sterke centrale organisatie en een decentrale en toegankelijke dienstverlening waarin de klant centraal staat.

 

Door het samenbrengen van de grote expertise en kennis bij het personeel van 19 huisvestingsmaatschappijen en SVK’s en door het organiseren van een sterke back-office (organisatie, ICT, financiën, HR, logistiek, aankoop, …) kan ook onze gemeente nog beter de uitdagingen van het sociaal wonen van de toekomst voor onze inwoners aangaan. Hiervoor is een sterke organisatie nodig met een doorgedreven specialisatie en een grote bedrijfseconomische efficiëntie om de beschikbare middelen zoveel als mogelijk aan haar kerntaken te kunnen besteden.

 

De keuze voor 1 Limburgse woonactor die alle maatschappijen samenbrengt in 1 maatschappij vermijdt ook complexe overdrachten van activa (woningen, financiën, …) en personeel. Bovendien draagt op deze wijze ook de woonsector bij tot de gewenste vereenvoudiging en betere stroomlijning van het bestuurlijk landschap.

 

Naast de vorming van een sterke back-office-organisatie hecht het lokaal woonoverleg groot belang aan een decentrale werking. Deze moet garant staan voor het voeren van een woonbeleid op maat van de gemeente en haar regio, en voor een snelle, herkenbare, vertrouwde en nabije dienstverlening aan de klant.

 

Het lokaal woonoverleg hecht groot belang aan de rechtszekerheid voor zowel de (kandidaat-) huurders, verhuurders (SVK) als (kandidaat-)kopers. De rechten waarop zij zich kunnen baseren uit de lopende overeenkomsten en de wachtlijsten moeten worden gerespecteerd.

 

Ook vraagt het lokaal woonoverleg om de andere betrokkenen maximaal te informeren en te betrekken bij de totstandkoming van de ene Limburgse woonactor. We denken dan in eerste instantie aan de personeelsleden van de verschillende maatschappijen.

 

Het lokaal woonoverleg wenst haar bezorgdheden hieronder te benadrukken en wil deze graag behandeld zien tijdens het verdere verloop van het proces:

          1 Limburgse woonmaatschappij moet er voor zorgen dat de wachtlijsten verkorten en toewijzingen sneller kunnen gebeuren;

          men verwacht dat er nog een lang traject afgelegd moet worden vooraleer de Limburgse woonmaatschappij haar definitieve vorm heeft. Dit zal input en ondersteuning vragen van de huidige woonactoren en daardoor ook een zekere impact hebben op de huidige werking. Tegelijkertijd blijven alle lopende dossiers actief en wenst men hierin geen vertraging op te lopen;

          er is binnen het lokaal woonoverleg een zekere bezorgdheid over de allerzwaksten onder het cliënteel van de huidige woonactoren en men wenst dat hier tijdens het af te leggen traject de nodige aandacht aan besteed wordt;

          binnen het lokaal woonoverleg wenst men zo snel mogelijk duidelijkheid in het hele traject voor het huidige personeel; de huidige onzekerheid brengt onrust met zich mee.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Milieu

ONDERTEKENING LOKAAL ENERGIE- EN KLIMAATPACT

 

De Vlaamse regering vraagt de gemeenten in Vlaanderen om tegen 29 oktober 2021 het Lokaal Energie- en Klimaatpact te ondertekenen dat loopt van 2021 tot 2030. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact heeft als doel zoveel mogelijk steden en gemeenten te verenigen om tegen het jaar 2030 zeer concrete doelstellingen te realiseren. Hiervoor maakt de Vlaamse regering 24 miljoen euro vrij. Dit bedrag wordt jaarlijks verdeeld over de steden en gemeenten die voor de einddatum van 29 oktober intekenen op het Lokaal Energie en Klimaatpact en zo aangeven hun klimaatbeleid extra kracht bij te willen zetten. Zij krijgen trekkingsrechten op basis van de inwonersaantallen (4/5) en de criteria van het gemeentefonds (1/5). Voor de gemeente Riemst is dit bedrag voor 2021 vastgelegd op 56.921 euro.

De subsidie is een co-financiering van lokale klimaatacties, waarbij de totale uitgaven voor klimaatacties minstens het dubbele van de verkregen subsidie moeten bedragen. Waar deze middelen voor ingezet worden, is volledig de keuze van het lokale bestuur dat het best de lokale noden en opportuniteiten kan inschatten.

 

Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Aan de hand van concrete en herkenbare werven wil men inzetten op krachtdadig beleid. Er wordt hierbij ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan werk te maken van concrete engagementen zoals hieronder vermeld:

 

Lokale besturen engageren zich om:

          Het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken;

          Een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);

          Een reductie van de CO2-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren;

          Tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verLEDden;

          Het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025;

          Lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken;

          Burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven van het Pact te behalen.

 

De Vlaamse overheid engageert zich om:

          Via het Netwerk Klimaat professionele ondersteuning te bieden aan de lokale besturen, zoals bepaald in het subsidiebesluit en de werkprogramma’s;

          Via andere partners binnen de Vlaamse overheid (bv. VEB met het SURE2050-project voor het publiek patrimonium) lokale besturen projectmatige ondersteuning te bieden;

          Samen met de lokale besturen actief mee te werken aan het elimineren van de mogelijke hindernissen die lokale besturen ondervinden in het realiseren van de ambities binnen dit Pact;

          Haar eigen voorbeeldfunctie in te vullen en relevante actoren te overtuigen om het Pact te ondertekenen;

          In samenspraak met het middenveld, onderzoeksinstellingen en de verschillende sectororganisaties de wederzijdse engagementen i.h.k.v. het Pact op te volgen en te stroomlijnen;

          Aan lokale besturen (en/of andere actoren) de beleidsmaatregelen, voorzien door de Vlaamse, Federale en Europese begroting, actief en stelselmatig te promoten die nuttig kunnen zijn om mee de doelstellingen van het Pact te realiseren. Onder potentiële inbreng van de Vlaamse overheid in hoofdstuk 4 wordt dit waar mogelijk geconcretiseerd;

          Ter bijkomende ondersteuning van de klimaatpactacties van de gemeenten die het Pact ondertekenen, in een extra jaarlijks budget van 10.000.000 euro, evenals een vast gedeelte van de vrij beschikbare middelen binnen het Vlaams klimaatfonds, te voorzien. Deze budgettaire engagementen kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.

 

Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft de gemeente Riemst aan actie te ondernemen en inspanning te leveren om de doelstellingen vermeldt in de onderstaande vier werven mee helpen te verwezenlijken. De gemeente kan niet aansprakelijk gesteld worden als de gemeente deze doelstellingen niet haalt daar het gaat om een inspanningsverbintenis en niet om een resultatenverbintenis.

 

Werf 1: Laten we een boom opzetten

          Eén boom extra per Vlaming tegen 2030 (+6,6 miljoen bomen extra vanaf 2021 t.e.m. 2030)

          1/2de meter extra haag of geveltuinbeplanting per Vlaming tegen 2030 (+3.300 km extra vanaf 2021 t.e.m. 2030)

          Eén extra natuurgroenperk per 1000 inwoners tegen 2030 (= 6.600 perken van 10 m² vanaf 2021 t.e.m. 2030)

 

Werf 2: Verrijk je wijk

          50 collectief georganiseerde energiebesparende renovaties per 1.000 wooneenheden vanaf 2021 t.e.m. 2030;

          1 coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners tegen 2030 die samen voor een totaal geïnstalleerd vermogen zorgen van 216 MW vanaf 2021 t.e.m. 2030 (+12.000 projecten in 2030)

 

Werf 3: Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar

          Per 1.000 inwoners 1 “toegangspunt” voor een (koolstofvrij) deelsysteem tegen 2030 (=6.600 toegangspunten);

          Per 100 inwoners 1 laadpunt tegen 2030 (=66.000 laadpunten);

          1 m nieuw of structureel opgewaardeerd fietspad extra per inwoner vanaf 2021 t.e.m. 2030

 

Werf 4: Water het nieuwe goud

          1m² ontharding per inwoner vanaf 2021 t.e.m. 2030 (= 6,6 miljoen m² ontharding);

          Per inwoner 1m³ extra opvang van hemelwateropvang voor hergebruik, buffering en infiltratie voor regenwater vanaf 2021 t.e.m. 2030 (=6,6 miljoen m³ extra regenwater dat wordt opgevangen voor hergebruik of infiltratie)

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

LDP - Dienst Milieu

ONDERSTEUNING BOND BETER LEEFMILIEU

 

De Bond Beter Leefmilieu bundelt binnen het initiatief 'Gemeenten voor de Toekomst' de krachten van inwoners en steden en gemeenten die werk willen maken van een duurzame omgeving.

In het kader van dit initiatief heeft de Bond Beter Leefmilieu al heel wat gerealiseerd in steden en gemeenten: projecten rond burgerparticipatie, pluktuinen, trage wegen, deelbibliotheken,...

Ook in Riemst werd in het kader van het initiatief 'Gemeenten voor de Toekomst' gewerkt aan kindvriendelijke ruimte op het platteland binnen het speelweefselactieplan. Daarnaast begeleidde de BBL samen met de provincie onze gemeente i.h.k.v. het klimaatplan.

 

Tijdens de Corona-crisis werd duidelijk dat de nood aan dergelijke initiatieven hoog is bij de bewoners. De Bond Beter Leefmilieu wil daarom, samen met de steden en gemeenten, nog veel meer fijne buurten creëren. Buurten met ruimte voor ontspanning, met leefbare kernen, met veilige mobiliteit die schoon en gedeeld is, waar wonen kwaliteitsvol en betaalbaar is, waar voeding gezond en lokaal is. Dit past zeer goed in het dorpenbeleid van de gemeente Riemst waarbij men leefbare buurten wil creëren. De projecten geven ook invulling aan het klimaatplan en passen binnen de SDG's.

 

Om in de toekomst dergelijke initiatieven te kunnen blijven opzetten vraagt de Bond Beter Leefmilieu steun aan de steden en gemeenten. Enkel zo kunnen zij blijven bouwen aan een duurzame toekomst voor de inwoners.

 

Doorgaans wordt als richtlijn een subsidie van € 0,05 per inwoner genomen, wat neerkomt op een subsidie van € 836,20 voor Riemst (16.724 inwoners). De gemeente is echter vrij om te beslissen welk bedrag zij voor deze werking willen reserveren.

 

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de subsidie van € 836,20 aan de Bond Beter Leefmilieu om samen te bouwen aan een duurzame toekomst voor de inwoners.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Financiën

GOEDKEURING AANPASSING 3 MEERJARENPLAN 2020-2025

 

De aanpassing meerjarenplan 3 van 2020-2025 wordt ter goedkeuring voorgelegd.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Aankoop

GOEDKEURING AANKOOP VAN EEN LICHTE VRACHTWAGEN MET ACHTERWAARTSE KIPPER OP CNG

 

De Technische dienst wenst over te gaan tot de aankoop van een lichte vrachtwagen op CNG ter vervanging van het oude voertuig Renault Master. Hiervoor wensen ze in te stappen in de raamovereenkomst van Fluvius.

Fluvius treedt voor deze opdracht op als aankoopcentrale in de zin van artikelen 2, 6°, a), 2, 7°, a) en 47 van de wet van 17 juni 2016 van de wet op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, en dit ten aanzien van het Vlaamse Gewest, van lokale overheden gesitueerd in het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en alle entiteiten met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid die door de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest zijn of zullen worden opgericht.

 

Gezien de aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale als bedoeld in artikelen 2, 6°, a), 2, 7°, a) en 47 van de wet van 17 juni 2016, vrijgesteld is van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren;

Gelet op de beslissing van de opdrachtencentrale ‘Fluvius’ betreffende de gunning van de opdracht voor volgend perceel:

          Perceel 3.6 CNG – lichte vrachtwagen met achterwaartse kipper, gegund aan Garage Menten NV, Industrielaan 55 te 3730 Hoeselt

 

De kostprijs bedraagt € 50.653,00 excl. btw of € 61.290,13 incl. btw.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien het investeringsbudget van 2021, op budgetcode MJP001050, GEM24200200/011905, AC000525 met dhr. Raf Peters als budgetbeheerder.

De financiering gebeurt met eigen middelen.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Directiesecretariaat

GOEDKEURING NOTULEN GEMEENTERAAD VAN 13 SEPTEMBER 2021

 

De notulen liggen ter inzage.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Directiesecretariaat

KENNISNAME ZITTINGSVERSLAG GEMEENTERAAD VAN 13 SEPTEMBER 2021

 

Zoals bepaald onder artikel 32 in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dd. 14.06.2021 is het zittingsverslag een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad. De raadsleden gaan discreet en voorzichtig om met de audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

 

De audio-opname is te raadplegen op de website van de gemeente of via de link in bijlage.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad kennis te nemen van deze opname.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 11/10/2021.

Directiesecretariaat

VRAGEN RAADSLEDEN

 

Zoals bepaald onder artikel 11 in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dd. 14.06.2021 hebben de raadsleden het recht aan de leden van het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

 

De schriftelijke vragen worden via e-mail gericht aan de algemeen directeur. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

 

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden maximaal twee mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de staan. De onderwerpen dienen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering van de gemeenteraad bezorgd te worden aan de algemeen directeur (i.c. uiterlijk woensdag om 24.00 uur indien de zitting van de gemeenteraad plaats heeft op maandag in de volgende week). De vragen kunnen per e-mail ingediend worden. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord tenzij de complexiteit van het antwoord bijkomende administratieve handelingen of onderzoek vereist waardoor er pas op een volgende zitting kan geantwoord worden.

 

De procedure van mondelinge vragen is beperkt tot de vraagstelling en het eventuele onmiddellijke antwoord van een lid van het college van burgemeester en schepenen. Het is de raadsleden toegestaan repliek op het antwoord te vragen waarbij een beperkte bespreking van het onderwerp mogelijk moet zijn. In geen geval wordt in de raad een uitvoerig debat over de gestelde vraag gevoerd of wordt de vraag staande de zitting omgevormd tot een agendapunt en ter stemming voorgelegd. Om over een onderwerp een debat te kunnen voeren dient dit deel uit te maken van de agenda van de betreffende raad, of al dan niet als bijkomend punt aan de agenda te worden toegevoegd. Hiertoe is vereist dat het onderwerp als agendapunt wordt vermeld.

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2021