Vergadering GR - 13/09/2021

 

Aanwezig:

Mark Vos, burgemeester

Davy Renkens, voorzitter

Guy Kersten, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Peter Neven, Mathieu Eycken, schepenen

Jan Peumans, Ludwig Stevens, Anja Slangen, Mieke Loyens, Joël L'Hoest, Dirk Jacobs, Steven Coenegrachts, Jan Noelmans, Marc Konings, Patrick Janssen, Marie-Elise Smets, Yves Chanson, Anja Huls, Liesbeth Pauly, Bert Cilissen, Philippe Geelen, raadsleden

Guido Vrijens, algemeen directeur

 

Laat zich verontschuldigen:

Laura Mulleners, Danny Lemmens, raadsleden

 

Vanaf punt 18 verlaat Patrick Janssen, raadslid de zitting omwille van een belangenconflict.

 

Vanaf punt 20 vervoegt Patrick Janssen, raadslid de zitting.

 

 

De gemeenteraad vond fysiek plaats in de grote zaal van 't Paenhuys, Paenhuisstraat 11 te 3770 Riemst.

 

Er werd 1 minuut stilte gehouden voor de heer Jos Stevens, voormalig raadslid, schepen en burgemeester van Riemst. Hij was politiek actief tussen 1981 en 2006 en stierf op 13 juli 2021.

 

De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur.

De stemmingen worden via loting aangevat door raadslid Jan Peumans.

 

Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Directiesecretariaat

BESLUIT TOT GOEDKEURING VAN DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST/HET ADDENDUM, AFGESLOTEN MET HET AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID HOUDENDE HET OPNEMEN VAN COMPLEMENTAIRE ENGAGEMENTEN IN HET KADER VAN HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 16 JULI 2021 TOT TOEKENNING VAN EEN SUBSIDIE AAN DE LOKALE BESTUREN OM DE BRONOPSPORING TER BESTRIJDING VAN DE COVID-19-PANDEMIE TE VERSTERKEN.

 

Rechtsgrond

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (hierna: BVR van 16 juli 2021)..

 

Motivering

Sedert de opstart vormt optie 1 (bronopsporing, en quarantainecoaching) een belangrijk beheersinstrument om (1) contacten van besmette personen snel te identificeren en in quarantaine te plaatsen, (2) (uitbraak)clusters te detecteren en isoleren en (3) burgers blijvend aan te moedigen en te sensibiliseren om de basismaatregelen vol te houden om zo de transmissie van het COVID-19 virus te doorbreken en deze pandemie in te dijken.

Bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensibilisering, handhaving) kunnen nemen.

 

Als enige niveau ondernemen lokale besturen concrete acties om de bronopsporing te versterken. Ze leggen verbanden door analyse van de beschikbare gegevens, inclusief de gegevens verkregen uit de samenwerkingsovereenkomst met de zorgraad, waardoor ogenschijnlijk willekeurige besmettingen tot één en dezelfde bron kunnen worden teruggebracht om op die manier verdere verspreiding van COVID-19 te beperken door het aanpassen van het lokale beleid inzake infectiebestrijding. Wanneer zij hotspots detecteren, nemen zij eveneens maatregelen om deze te isoleren en zo mogelijk in te perken.

 

Intussen vordert de vaccinatiecampagne in Vlaanderen met rasse schreden. Niettemin zal bronopsporing de komende maanden nodig blijven. Dit blijft een tweede belangrijke beschermingslinie tegen de verspreiding van het virus.

 

Uit 2020 leerden we dat de combinatie van versoepelingen van de maatregelen die de verspreiding van het coronavirus moesten indijken in de lente- en zomermaanden, de terugkeer van vakantiegangers en het slechter wordende weer naar het einde van de zomer toe mogelijk aanleiding gaven tot de tweede en meest dodelijke golf van de corona-pandemie in België. Het begin van de tweede golf werd door Sciensano vastgesteld op maandag 31 augustus 2020.

 

De vaccinatiecampagne draait weliswaar op volle toeren, maar het zal vermoedelijk nog tot het najaar 2021 duren vooraleer de vaccinatiegraad voldoende hoog is om groepsimmuniteit te bekomen.

          Dit komt doordat er voor de bestelde 1,4 miljoen J&J vaccins nog geen leverzekerheid is. Die onzekerheid omtrent de J&J vaccins heeft een dubbele impact: als ze niet tijdig geleverd worden, dan moeten er 2 andere vaccins in de plaats komen (J&J is vooralsnog immers het enige vaccin waarbij 1 prik volstaat). In de voorbije maanden is al enkele keren gebleken dat de onzekerheid met betrekking tot de leveringen en/of leeftijdsrestricties bepalend zijn voor het tempo van de vaccinatie.

          Daarnaast wordt de vaccinatiecampagne ook doorkruist door vakantieplannen van de bevolking, waardoor de uitrol van de vaccinaties mogelijks vertraging oploopt. Veel Belgen gaan deze zomer op vakantie naar het buitenland, en daarbovenop worden grote sportevenementen zoals de Tour de France en het EK voetbal bezocht door Europeanen uit alle windstreken. In combinatie met de versoepelingen van het “Zomerplan” en de oprukkende deltavariant bestaat zo een verhoogd risico is op het importeren/verder verspreiden van nieuwe varianten.

          In andere delen van het land, zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, valt de vaccinatiegraad tegen door twijfelaars en weigeraars.

          Bovendien bestaat de mogelijkheid dat een derde coronavaccinatie nodig zal zijn om de bevolking te beschermen tegen oprukkende nieuwe varianten van het coronavirus.

          Met een te lage vaccinatiegraad is er onvoldoende groepsimmuniteit en ontstaat er een grote kans dat het virus zich weer snel verspreidt. Deze kans wordt nog vergroot door de risico’s op het ontstaan van nieuwe virusvarianten, en door de recente versoepelingen inzake sociale contacten en reizen. Daarom is verhoogde waakzaamheid nodig om snel te kunnen ingrijpen bij uitbraken en een stijgende besmettingsgraad. Het reëel bestaan van dit risico is recent nog bevestigd door nieuwe uitbraken zoals in Israël en Portugal, niettegenstaande de zeer hoge vaccinatiegraad in Israël. Het is dan ook van essentieel belang dat iedere vorm van uitbraak of clustervorming zo snel mogelijk gedetecteerd wordt, zodat de nodige isolatie- en quarantainemaatregelen kunnen worden genomen.

          Daarenboven is er onvoldoende zekerheid over de duur van de beschermingsgraad die de huidige vaccins bieden. Hierdoor bestaat de kans dat de groepsimmuniteit onvoldoende hoog is om risicoloos het najaar en de winterperiode door te komen.

          Elke burger die overtuigd kan worden de basismaatregelen te respecteren, elke besmette persoon die wordt opgebeld met het oog op de identificatie van (uitbraak)clusters en elke persoon die begeleid wordt in het volhouden van de isolatie of de quarantaine, is een extra rem op de verspreiding van het virus.

 

We verwijzen hierbij ook naar het Hoog Overlegcomité in haar verslag van 18 juni 2021 (2020C80750.002): “Het virus zal de volgende maanden blijven circuleren. Bovendien is het risico op nieuwe varianten reëel, die mogelijks een hogere besmettelijkheid en ziektegraad veroorzaken. In dat verband heeft het Comité kennis genomen van de huidige situatie met betrekking tot de delta-variant. Alleen een zo breed mogelijke vaccinatiecampagne biedt hier een afdoend antwoord op. Verder is het belangrijk dat de verschillende onder(delen van een deugdelijk risicobeheer, met name preventie, testing, isolatie en quarantaine, contactopvolging, outbreak management, ventilatie, enz. op een adequaat en doeltreffend niveau worden gehandhaafd.”.

Uit de evaluatie van de periode 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021 blijkt de meerwaarde van de lokale besturen. Door hun direct contact met de burger en diepgaande kennis van de lokale situatie kunnen de lokale besturen de bronopsporing en quarantainecoaching heel doeltreffend aanpakken. Hierbij gebruiken ze verschillende acties en methodieken om nieuwe uitbraken en nieuwe besmettingen snel te lokaliseren en te bekampen. In aanvulling van de centrale contacttracing op het Vlaamse niveau konden de lokale besturen fysieke hulp bieden of zelfs beschermingsmateriaal ter beschikking stellen.

 

Op 16 juli 2021  heeft de Vlaamse Regering met het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2021  tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (hierna BVR 16 juli  2021) de contouren voor de complementaire werking en inzet in preventie, sensibilisering, lokale bronopsporing, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personendoor lokale besturen na 31 augustus 2021 uitgewerkt, met een bijhorende subsidie voor optie 1.

 

De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.

 

De gemeenten die inzetten op optie 1 (sensibilisering / communicatie, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor een periode van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021

De gemeente wil blijven inzetten op optie 1.

 

Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

De gemeente zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen. 

De engagementen die de gemeente opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de ELZ.  Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.

 

Motivatie

Artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen.  Dit beginsel houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Gelet op de oproep van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020, verankerd in het BVR van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, aan alle Vlaamse gemeenten om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in deze strijd;

Gelet op het toegenomen belang van lokale bronopsporing in Vlaanderen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, is het noodzakelijk dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten/verderzetten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat.

Om te kunnen op opstarten/verderzetten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst of addendum met bijlagen vereist.  Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor van de verschillende platformen.

De nodige stukken hiertoe werden sedert 7 december 2020 door de Vlaamse overheid ter beschikking gesteld.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Algemeen Directeur

TOESTEMMINGSAANVRAAG GEMEENTERAAD RIEMST INZAKE HET ZICHTBAAR GEBRUIK VAN BODYCAMS DOOR DE POLITIE

 

Toestemmingsaanvraag van de korpschef voor de plaatsing en het gebruik van bodycams op het grondgebied van de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst

 

Aanleiding

De wet op het politieambt regelt het gebruik van alle types van camera's die de politie inzet voor haar bestuurlijke en gerechtelijke politieopdrachten. Zoals het gebruik van al dan niet tijdelijk vaste camera's geplaatst op openbaar domein. En het gebruik van mobiele camera's zoals bodycams, camera's gemonteerd in of op politievoertuigen en op politiedrones. En tenslotte het gebruik van al dan niet intelligente camera's zoals camera's die geluiden en bewegingen detecteren en ANPR-camera's.

 

De politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst wenst haar operationeel personeel uit te rusten met bodycams. Op basis van de wet op het politieambt dient de korpschef van de politiezone een aanvraag te doen aan de gemeenteraden van de politiezone om bodycams, hetgeen mobiele camera's zijn, te mogen gebruiken in niet-besloten plaatsen, desgevallend beperkt tot de duur van een interventie voor de plaatsen waarvan de politiediensten niet de beheerder zijn. (Artikel 25/4, §1,1° en artikel 25/3, §1, 2°, a) WPA).

 

In deze toestemmingsaanvraag van de korpschef dient het type camera, de doeleinden, de gebruiksmodaliteiten, de plaats en een impact- en risicoanalyse op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op operationeel niveau te worden beschreven.

 

Rechtsgrond

Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden.

Verordening (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (AVG).

Richtlijn (EU) nr. 2016/680, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (RGS).

Strafwetboek, in het bijzonder artikel 314bis en 259bis.

Wet op het politieambt van 5 augustus 1992. (WPA)

Wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera's door de politiediensten te regelen, en tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.

Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (bestaande wetten, koninklijke besluiten en andere reglementering die verwijzen naar de Wet van 8 december 1992 worden geacht te verwijzen naar de nieuwe wet).

Decreet Lokaal Bestuur.

 

Het gebruik van bodvcams voor het uitvoeren van opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie

De politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst wenst over te gaan tot het gebruik van bodycams (mobiele camera's). De bodycam wordt gedragen door een operationeel politiepersoneelslid tijdens zijn dienst en registreert beelden en geluiden. Het personeelslid neemt deel aan de gesprekken die hij registreert met de bodycam.

Bij de uitvoering van hun politionele opdrachten worden deze camera's als mobiele zichtbare camera's beschouwd, gedragen door leden van het operationeel kader van de politiediensten, die als dusdanig identificeerbaar zijn en over het gebruik van de bodycam een mondelinge waarschuwing geven (art. 25/2 §2, 2° b) WPA).

 

In het kader van haar opdrachten zal de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst deze camera's op zichtbare wijze gebruiken onder de volgende voorwaarden van art. 25/3 WPA :

          In niet-besloten plaatsen en de besloten plaatsen waarvan zij de beheerder is (hiervoor wordt geen toestemming gevraagd);

          In voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen, waarvan zij niet de beheerder is:

          Mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, tijdens de duur van een interventie;

          In niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen, waarvan zij niet de beheerders is:

          Mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, tijdens de duur van een interventie.

Dit voor de duur van de interventie - van bij de aanvang tot aan het beëindigen ervan - en in de gevallen zich calamiteiten en onregelmatigheden voordoen in functie van het borgen van de algemene veiligheid van de betrokken politieambtenaren.

 

Het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van bodycams, kan worden aangewend:

          bij de identificatie van verdachten en/of het bepalen van hun aandeel bij de feiten;

          als bewijswaarde voor de vastgestelde feiten;

          voor didactische en pedagogische doeleinden in het kader van de opleiding van de leden van de politiezone (na anonimisering);

          bij het voorkomen en registeren van verstoringen van de openbare orde;

          voor de registratie van interacties politie — burger;

          als objectieve weergave van het politieoptreden en het burgergedrag;

          ter bescherming van politieambtenaren en de terugdringing van geweld tegen de politie;

          als hulpmiddel voor een gerichte en efficiënte inzet van politiepersoneel;

          ter observatie van publieksstromen;

          voor verkeersinformatie- en beeldvorming;

          als strafrechtelijke bewijsvoering;

          bij het voorkomen en/of vaststellen van criminaliteit en overlast.

 

Het aanwenden van een bodycam in de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst is enkel toegelaten voor zover voldaan is aan de principes van finaliteit, proportionaliteit, transparantie en voor het nastreven van volgende doeleinden:

De politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst wil deze camera's, de beelden en de geluidsopnames enkel gebruiken in uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, zoals bepaald in de wet op het politieambt en mits de beperkingen die de wet op het politieambt oplegt. In het bijzonder om :

          misdrijven te voorkomen, vast te stellen of op te sporen;

          overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen;

          de orde te handhaven.

 

Voor opdrachten van gerechtelijke politie, gedefinieerd in art. 15 WPA, geldt geen beperking voor het gebruik van de data, gegenereerd door deze camera's.

Het zichtbare gebruik van camera's voor het inwinnen van informatie van bestuurlijke politie gedefinieerd in art. 14 WPA, is uitsluitend toegelaten in de volgende gevallen voor de persoonsgegevens die voor doeleinden van bestuurlijke politie verwerkt worden in de gegevensbanken ANG en basisgegevensbanken (art. 44/5, §1, 2° - 6° WPA):

          de gegevens met betrekking tot de personen die betrokken zijn bij fenomenen van bestuurlijke politie waaronder verstaan wordt het geheel van problemen die de openbare orde verstoren en die gepaste maatregelen van bestuurlijke politie vereisen omdat zij van dezelfde aard en terugkerend zijn, door dezelfde personen gepleegd worden of gericht zijn op dezelfde categorieën van slachtoffers of plaatsen;

          de gegevens met betrekking tot de leden van een nationale of internationale groepering die de openbare orde zou kunnen verstoren (art. 14 Wet op Politieambt);

          de gegevens met betrekking tot de personen die schade kunnen toebrengen aan te beschermen personen of roerende en onroerende goederen en de gegevens met betrekking tot de personen die er het doelwit van kunnen uitmaken;

          de gegevens met betrekking tot de in de artikelen 18 (geesteszieken), 19 (geïnterneerden) en 20 (veroordeelden) (Wet op politieambt) bedoelde personen;

          de gegevens met betrekking tot de personen die geregistreerd zijn inzake gerechtelijke politie voor een strafbaar feit dat gepleegd werd in het kader van de openbare ordehandhaving.

 

Deze vernoemde gegevens omvatten eveneens de gegevens die verwerkt worden in het kader van de internationale politionele samenwerking in strafzaken.

 

Het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van bodycams, wordt niet aangewend voor permanente controles op de personeelsleden.

 

De bodycams schenden niet de privacy van de inwoners en bezoekers in het cameragebied, doordat het mobiele camera's zijn, gedragen door een operationeel politiepersoneelslid die de gefilmde persoon te kennen geeft dat hij wordt gefilmd door de bodycam (art. 25/2 §2, 2° b) WPA).

 

Camera's mogen noch beelden opleveren die de intimiteit van een persoon schenden, noch gericht zijn op het inwinnen van informatie over de raciale of etnische oorsprong van een persoon, zijn religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, zijn politieke opvattingen, zijn vakbondslidmaatschap, zijn gezondheidstoestand, zijn seksleven of zijn seksuele geaardheid (art. 25/3, §3 Wet op Politieambt).

 

De verwerking van de beelden en/of geluidsopnames van de camera's omvat, naast bovenstaande generieke opdrachten van gerechtelijke en bestuurlijke politie, concreet volgende lokale doelstellingen: registratie van de vaststellingen van een eerstelijnspolitieploeg naar aanleiding van een oproep of ambtshalve tussenkomst. En handhaving en herstel van de openbare orde in het kader van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte.

Het exploiteren van het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van bovenvermelde camera's is enkel mogelijk via een interface. De politieambtenaren zullen de beschikbare informatie enkel aanwenden voor het realiseren van de doelen, hierboven vermeld en conform de opgestelde policy.

 

De opslag van de beelden, geluidsopnames en bijhorende persoonsgegevens zal gebeuren op volgende wijze:

Het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven wordt op een beveiligde server opgeslagen.

 

Het gebruik en de raadpleging van het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door deze camera's zal geen inmenging in de persoonlijke levenssfeer tot gevolg hebben.

De toegang tot het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door deze camera's dient operationeel gemotiveerd te zijn en een bestuurlijke of gerechtelijke finaliteit te hebben. Ze is afhankelijk van de politieopdracht die de toegang ertoe vereist. Ze is nominatief bepaald. De toegang tot het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van deze camera's, wordt beperkt tot de hiertoe gerechtigde personeelsleden. En ze wordt maximaal beveiligd met de bestaande technologieën.

 

Wanneer het gaat om de toegang ervan voor een finaliteit inzake bestuurlijke politie, moet dit gebeuren binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de registratie.

Wanneer het gaat om de consultatie ervan voor een finaliteit inzake gerechtelijke politie, komt de toegangstermijn overeen met de bewaringstermijn, namelijk maximum twaalf maanden. Na een maand kan de consultatie ervan slechts gebeuren na een beslissing van de procureur des Konings en enkel indien de strafbare feiten een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf tot gevolg kunnen hebben.

 

Een register met alle gebruiken van camera's wordt bijgehouden bij de betrokken politiedienst en op een digitale wijze bewaard.

 

Wanneer andere personen dan leden van de politiediensten, binnen de contouren van de wettelijke bepalingen, in real time toegang bekomen tot het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door deze camera's, dan zal het in real time bekijken van de beelden steeds onder toezicht van een operationeel politiepersoneelslid gebeuren. Indien het bekijken van de beelden wordt gedaan door CALog-personeel of agenten van politie kunnen zij dit enkel doen na het volgen van een opleiding van 8 uur.

 

De gebruiksmodaliteiten van de bodycams inclusief een toelichting van het wettelijk kader werden volledig uitgeschreven in het 'Inzetkader bodycams' dat door de politiepersoneelsleden dient te worden gerespecteerd.

 

Toestemmingsaanvraag

Een politiedienst kan camera's plaatsen en gebruiken of op zichtbare wijze gebruik maken van camera's, op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt, na voorafgaande principiële toestemming van de gemeenteraad, op aanvraag ingediend door de korpschef.

 

De korpschef van de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst vraagt de principiële toestemming van de gemeenteraad voor het mogen gebruiken van bodycams door de politie op haar grondgebied.

 

De beslissing tot toestemming wordt ter kennis gebracht van de procureur des Konings.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 13/09/2021.

Personeel

WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING

 

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd.05/07/2021 waarbij de rechtspositieregeling werd gewijzigd;

Overwegend dat het bestuur kennis neemt :

 

A. van het schrijven Vlaamse Regering dd.juni 2021 betreffende sectoraal akkoord van 9 juni 2021 betreffende aanpassing koopkrachtmaatregelen VIA-6 akkoord voor de publieke sector.

Ze beslisten om de plafonnering van de eindejaarstoelage van de VIA-personeelsleden in de publieke sector te schrappen - dit was nodig om ook de lagere lonen een volwaardige koopkrachtverhoging toe te kennen.

Er werd een akkoord bereikt over de vervroegde uitkanteling van de publieke socio-culturele sector uit de VIA-akkoorden, de compensatie aan de lokale besturen voor het personeel dat niet onder het toepassingsgebied van het VIA-6 akkoord valt en de koopkrachtmaatregelen voor deze groep van niet-VIA personeelsleden..

Deze maatregel maakt een einde aan de indirecte discriminatie van vorige VIA-akkoorden.

Het was echter onrechtvaardig om alleen voor VIA-medewerkers een koopkrachtverhoging toe te passen. Hieruit volgt dat het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage van alle personeelsleden van de lokale besturen vanaf 2021 verhoogd zal worden van 2,5% naar 3,6% van het jaarsalaris.

 

Afdeling III. De eindejaarstoelage

Artikel 215 dient aangepast te worden als volgt :

De eindejaarstoelage mag nooit meer bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris dient geschrapt te worden.

Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.

 

Artikel 215-2°- het veranderlijke gedeelte dient aangepast te worden als volgt :

2,5 procent dient gewijzigd te worden in 3,6%

 

B. van de conceptnota van het Vlaams Parlement van 20 april 2021 wordt de wens uitgedrukt om het rouwverlof uit te breiden.

 

Hoofdstuk IX. Het omstandigheidsverlof

Artikel 284 - 3° dient aangepast te worden.

Het rouwverlof wordt uitgebreid naar :

1. tien werkdagen bij overlijden van :

- ofwel de echtgenoot/de echtgenote/ samenwonende partner van het personeelslid;

- ofwel het kind van personeelslid of het kind van zijn echtgenoot/echtgenote/samenwonende partner;

- ofwel een pleegkind in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden;

 

Volgende modaliteiten worden voorzien in de opname :

- de eerste drie werkdagen mogen opgenomen worden in de periode die loopt vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis;

- de overige zeven werkdagen kunnen opgenomen worden binnen het jaar na de dag van het overlijden.

In onderling akkoord kan hiervan afgeweken worden.

 

2. Eén werkdag bij overlijden van een pleegkind van het personeelslid of van de samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden

 

3 Vier werkdagen bij het overlijden van een pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden

 

C.schrijven Vlaamse Regering betreffende wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten en OCMW.

Hoofdstuk IV. Bevallingsverlof, opvangverlof en pleegverlof wordt vervangen door Het bevallingsverlof, opvangverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof

Afdeling I. Het bevallingsverlof

 

Artikel 265 wordt volledig geschrapt.

 

Afdeling II. Het opvangverlof

artikel 265 §1. toe te voegen

Het statutaire personeelslid krijgt op zijn verzoek opvangverlof als een minderjarig kind in zijn gezin wordt opgenomen met het oog op adoptie of pleegvoogdij.

 

Het opvangverlof bedraagt zes weken per personeelslid.  Dat verlof verhoogt met twee weken voor een adoptieouder of pleegvoogd en, voor beide adoptieouders en pleegvoogden samen :

1° met drie weken vanaf 1 januari 2023

2° met vier weken vanaf 1 januari 2025

3° met vijf weken vanaf 1 januari 2027

 

De bijkomende weken, vermeld in het tweede lid, worden onderling verdeeld als beide ouders het kind adopteren of pleegvoogd worden.

 

De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind aan één van de volgende voorwaarden voldoet :

1° het heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%;

2° het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;

3° het heeft een  aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;

 

De maximumduur van het opvangverlof wordt per personeelslid met twee weken verlengd bij de gelijktijdige adoptie of pleegvoogdij van meerdere minderjarige kinderen.

 

Als maar één van de samenwonende partners het kind adopteert of de pleegvoogdij uitoefent, heeft alleen die persoon recht op het verlof.

 

§2. Tijdens het opvangverlof behoudt het statutaire personeelslid het recht op zijn gebruikelijke salaris.

 

Het verlof begint binnen twee maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin.

 

In het kader van een interlandelijke adoptie kan het opvangverlof ook de periode bestrijken die voorafgaat aan de daadwerkelijke opvang van het geadopteerde kind in België, als die voorafgaande periode niet meer bedraagt dan vier weken en als ze wordt besteed aan de voorbereiding van de daadwerkelijke opvang van het kind.

 

De raad kan bepalen dat het opvangverlof opgenomen moet worden in een aaneengesloten periode.

 

 

Afdeling III. Pleegzorgverlof

Het statutaire personeelslid heeft per kalenderjaar recht op zes dagen pleegzorgverlof.

 

Het pleegzorgverlof wordt aan het statutaire personeelslid toegekend conform artikel 30 quater, §1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst en artikel 2 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen.

 

Het statutaire personeelslid heeft recht op 82% van het brutosalaris.

 

 

Afdeling IV. Pleegouderverlof

 

§1. In deze paragraaf wordt verstaan onder langdurige pleegzorg : de pleegzorg waarvan bij het begin duidelijk is dat het pleegkind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin zal verblijven.

Ingeval van langdurige pleegzorg heeft het statutaire personeelslid dat pleegzorger is als vermeld in artikel 2, 12°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg, een éénmalig recht op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken voor de zorg van het pleegkind.

 

Het pleegouderverlof van zes weken van het statutaire personeelslid verhoogt met twee weken voor een pleegouder en voor beide pleegouders samen :

1° met drie weken vanaf 1 januari 2023

2° met vier weken vanaf 1 januari 2025

3° met vijf weken vanaf 1 januari 202.

 

De bijkomende weken, vermeld in het tweede lid, worden onderling verdeeld als het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beide zijn aangesteld als pleegouder van het kind.

 

De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind voldoet aan één van de volgende voorwaarden :

1° het kind heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van tenminste 66%;

2° het kind heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;

3° het kind heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat tenminste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag.

 

De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per pleegouder verlengd bij het gelijktijdige onthaal van meerdere minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.

 

§2. Het verlof begint twaalf maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin.

 

Tijdens de eerste drie dagen van het pleegouderverlof heeft het personeelslid recht op een doorbetaling van het salaris.  Vanaf de vierde dag heeft een statutair personeelslid recht op 82% van het brutosalaris.

 

Gelet op het vakbondsoverleg;

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op het advies van het managementteam;

Op voorstel van de voorzitter;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 13/09/2021.

LDP - Dienst Milieu

PRIVÉWATERAFVOER HANDHAVINGSBELEID

 

Gelet op artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet; 

Gelet op de Europese kaderrichtlijn Water 2000/60/EG;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 inzake de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; 

Gelet op het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in het bijzonder artikel 465 tot en met 470bis;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van provincie- en gemeentebelastingen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1999 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1996 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder, alsook van de verhouding waarin, het Vlaamse gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en de verbetering door de gemeenten van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, evenals houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot de procedure tot vaststelling van de subsidiëringsprogramma’s;

Gelet op het besluit van de Vlaams Regering van 1 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement (hierna genoemd ‘het algemeen waterverkoopreglement’);

Gelet op het ministerieel besluit van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer (hierna genoemd ‘het keuringsbesluit’);

Gelet op het ministerieel besluit tot goedkeuring van de aanvullende voorwaarden bij het algemeen waterverkoopreglement van Fluvius West, Fluvius Limburg, Fluvius Antwerpen en Riobra van 14 januari 2019;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 augustus 2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp en de aanleg van rioleringssystemen; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

Gelet op de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 betreffende voornoemd decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, vanwege het Agentschap van Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen – Financiën en Personeel betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de machtiging van de Vlaamse Toezichtscommissie om persoonsgegevens uit te wisselen in het kader van de uitvoering van dit reglement;

Overwegende dat de afkoppeling van hemelwater van de openbare riolering noodzakelijk is voor de efficiëntie en de goede werking van rioolwaterzuiveringsinstallaties;

Overwegende dat indien de afkoppeling niet voor elke woning gebeurt, hemelwater in de afvalwaterleiding van het openbare rioleringsstelsel terechtkomt;

Overwegende dat de dimensionering van dergelijke afvalwaterleidingen door de rioolbeheerder niet voorzien wordt voor opvang van hemelwater maar enkel voor opvang van afvalwater;

Overwegende dat de niet-afkoppeling bijgevolg tevens kan resulteren in wateroverlast op het openbaar domein en / of overlast bij naburige gebouwen waar de afkoppeling wel werd uitgevoerd;

Overwegende dat dergelijke situatie tevens kan resulteren in het lozen van afvalwater in oppervlaktewateren of in de hemelwaterleiding, met bijkomende kosten en eventuele verontreiniging op het openbaar domein tot gevolg; 

Overwegende dat in deze situaties extra inzet en opvolging van en door de gemeentelijke diensten noodzakelijk is ter herstelling van de openbare reinheid;

Overwegende dat om deze redenen bij aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel het hemelwater afkomstig van privéterrein moet afgekoppeld worden conform de bepalingen van artikel 6.2.2.1.2 van Vlarem II;

Overwegende dat naar aanleiding van de uitvoering van een project tot aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel hiertoe gratis een afkoppelingsadvies, opgemaakt door de afkoppelingsdeskundige, aangesteld door de rioolbeheerder, wordt gegeven aan de betrokken eigenaars van aanpalende percelen;

Overwegende dat om dezelfde redenen als hierboven vermeld bij nieuwbouw of verbouwing een gescheiden aanleg van afval- en hemelwaterleiding op privédomein tot aan de perceelgrens wordt opgelegd in de bouwvergunning;

Overwegende dat het algemeen waterverkoopreglement sinds 1 juli 2011 een keuring van de privéwaterafvoer verplicht in volgende gevallen:

- Voor de eerste ingebruikname;

- Bij belangrijke wijzigingen;

- Na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid (de wettelijke voorschriften) op verzoek van de exploitant;

- Bij aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein; 

Overwegende dat een intensieve begeleiding wordt opgezet door de betrokken partners, gemeente en rioolbeheerder, om de eigenaars bij te staan in een correcte afkoppeling van hemel- en afvalwater;

Overwegende dat deze intensieve begeleiding eindigt wanneer de betrokken eigenaar een conform  keuringsattest betreffende de privéwaterafvoer aflevert overeenkomstig hogervermelde regelgeving;

Overwegende dat wanneer eigenaars geen conform keuringsattest aanleveren, een bijkomende intensieve opvolging vereist is die extra kosten met zich meebrengt; 

Overwegende dat de aanleg van 2-DWA-leidingen met een maximale afkoppeling op woningniveau tevens noodzakelijk is om in aanmerking te komen voor de maximale subsidies voor de uitvoering van de rioleringswerken vanwege de VMM;

Overwegende dat er nog steeds lozingen gebeuren van afvalwater op grachten of sterfputten in plaats van het aansluiten van de privéwaterafvoer op het openbaar rioleringsstelsel, waardoor lozingen van afvalwater de oppervlaktewateren of het grondwater kunnen verontreinigen;

Overwegende dat vastgesteld wordt dat er nog steeds nieuwe of gewijzigde huisaansluitingen op illegale wijze op het rioleringsnet gebeuren, dat dus nieuwe of gewijzigde huisaansluitingen niet worden aangevraagd bij de rioolbeheerder;

Overwegende dat dergelijke nieuwe of gewijzigde huisaansluitingen op illegale wijze intensieve opvolging en extra kosten met zich meebrengen;

Overwegende dat de betrokken eigenaars door dit nalaten of illegaal aansluiten niet op gelijke wijze bijdragen aan de realisatie van de milieudoelstellingen voortvloeiende uit de Vlaamse wetgeving en reglementering en het gemeentelijk beleid;

Overwegende dat de nodige afspraken gemaakt werden tussen de rioolbeheerder en de gemeente inzake de inzake de opvolging van dergelijke overtredingen en inbreuken, en op het (administratieve) voortraject dat in de schoot van Infrax en de gemeente wordt doorlopen;

Overwegende dat het opvolgtraject de desbetreffende burgers voldoende kansen biedt om tot een gekeurde huisaansluiting te komen, doch dat voor deze die na drie pogingen nog steeds in gebreke blijven een dossier wordt overgemaakt aan de handhavingsinstantie, zijnde de gemeente; 

Overwegende dat door het invoeren van een belasting, rekening houdend met de veroorzaakte lasten, de nodige middelen voor de gemeente ter beschikking worden gesteld en om de betrokken eigenaars verder aan te sporen om zich in regel te stellen en zodoende de bijkomende opvolging door de gemeente alsnog te kunnen voltooien; 

Overwegende dat de inkomsten uit deze belasting budgettair noodzakelijk zijn;

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

Na beraadslaging;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

ROW - Dienst Patrimonium

INLIJVING BIJ HET OPENBAAR DOMEIN WEGZATE INT BOELARVELT TE ZICHEN-ZUSSEN-BOLDER - DEFINITIEF BESLUIT

 

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 16 december 2010 houdende de verkavelingsvergunning afgeleverd voor de gronden gelegen te Riemst 6e afdeling Zichen-Zussen-Bolder sectie B nummers 623Y en 623Z;

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 10 september 2020, houdende de goedkeuring voor de bijstelling van bedoelde verkaveling;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van september 2012 houdende "het gratis aanvaarden van de wegzate", en gezien de overdracht nog niet heeft plaatsgevonden;

Gezien binnen de vergunning werd opgelegd om een gedeelte van de grond, Lot 1a, deel van 623Y groot 1.243m² en Lot 1b, deel van 623Z groot 83m², gratis af te staan aan ons bestuur om te worden ingelijfd bij het openbaar domein;

Gezien het afpalingsplan werd opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen op 20-04-2021;

Gezien het inlijven van bedoelde percelen bij het openbaar domein noodzakelijk is;

Gezien het akkoord met de eigenaars om bedoelde percelen over te dragen aan het gemeentebestuur;

Gezien betrokken eigenaars het notariaat Vuylsteke & Bunkens hebben aangesteld om de grondoverdracht te realiseren;

Gelet op de ontwerpakte voor de overdracht, met referentie 2021/6983, opgemaakt door notaris Maarten Bunkens, die als bijlage integraal deel uit maakt van dit besluit;

Gezien alle kosten ten laste zijn van de verkopers;

Gezien na controle door onze technische dienst werd vastgesteld dat de over te dragen gronden en infrastructuur geen gebreken vertonen;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten;

Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en de gemeenten;

Gehoord het verslag;

Na bespreking;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

ROW - Dienst Patrimonium

VERKOOP OUD GEMEENTEHUIS EN SCHOOLSITE TOLSTRAAT HERDEREN - DEFINITIEF BESLUIT

 

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten;

Gezien de gemeenteraad in vergadering van 9 mei 2016 de samenwerkingsovereenkomst tussen het gemeentebestuur van Riemst, de Parochiale werken en instellingen van het Bisdom Hasselt (VZW), en de VZW "Patrimonium Katholiek onderwijs Limburg" goedkeurde om te komen tot een gezamenlijke verkoop van de gronden:

          Gemeentebestuur van Riemst, de gronden gelegen te Riemst 2e afdeling Herderen sectie A 1034L groot 1a03ca (oud gemeentehuis) en 1034K groot 12a17ca (schoolgebouw en speelplaats);

          Parochiale werken en instellingen van het Bisdom Hasselt VZW, de gronden gelegen te Riemst 2e afdeling Herderen sectie A 1031H groot 6a70va (klooster);

          VZW "Patrimonium Katholiek onderwijs Limburg", de gronden gelegen te Riemst 2e afdeling Herderen sectie A 1031G groot 6a50 (schoolgebouw) en 1034M groot 10a75ca;

Gezien de gemaakte afspraken:

          Opmaken studie om de stedenbouwkundige mogelijkheden te onderzoeken met als doel een optimale opbrengst te verkrijgen.

          Overleg op regelmatige tijdstippen

          Waardebepaling door schatting van de gronden

          Organisatie van de verkoop en machtiging om te onderhandelen

          bescherming van de gebouwen tijdens leegstand tegen vandalisme, vervuiling, oneigenlijk gebruik, ...

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 22/09/2016 houdende de goedkeuring van de stedenbouwkundige studie, en om een aanbod te lanceren aan mogelijke investeerders om een ontwikkeling op bedoelde site te realiseren;

Gelet op een persoonlijke aanschrijving en bekendmaking op de website van de gemeente Riemst en het Bisdom Hasselt;

Gezien er geen enkele inschrijving werd ontvangen:

Gezien binnen de werkgroep werd voorgesteld om de verkoop van gronden en gebouwen toe te vertrouwen aan een vastgoedmakelaar. om zo intensief op zoek te gaan naar een mogelijke koper;

Gelet op de lokale bekendheid van Immobiliën Janssen-Marres wordt voorgesteld om de verkoop aan hen toe te vertrouwen;

Gelet op het schattingsverslag opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen, daterend van 12/09/2016 die de waarde van de gemeentelijke eigendommen bepaald op € 140.000,00 en de totale waarde op € 406.000,00;

Gezien de beslissing van het schepencollege van 3 augustus 2017 houdende de opdracht tot tekoopstelling van het pand aan volgende voorwaarden:

          het zoeken van een kandidaat-koper;

          het maken van de nodige reclame. De opdrachtgever bevestigt dat 1 (één) publiciteitspaneel aan het goed mag geplaatst worden;

          het laten bezichtigen van het goed;

          het onderhandelen met elke kandidaat-koper over de voorwaarden en de prijs overeenkomstig het hieronder bepaalde;

          De voorwaarden waarover de vastgoedmakelaar mag onderhandelen zijn de volgende:

          elk bod zal met eigenaar worden besproken;

          het opstellen van de onderhandse verkoopovereenkomst .

          Het gemeentebestuur is voor de bemiddeling een vergoeding verschuldigd. De vergoeding bedraagt nagemeld percentage op de bekomen verkoopprijs:

          3,025% (incl. BTW), zijnde 2,5 % ereloon + 21 % BTW op de verkoopprijs en met een minimum van 4.840,00 EUR (incl. BTW).

          Indien de tekoopstelling eindigt (na zes maanden) zonder een daaraan verbonden verkoop, is er geen vergoeding voor negotiatie verschuldigd. Echter zullen de kosten voor publiciteit ten laste van de eigenaar - verkoper vallen. Zij worden berekend aan de hand van de facturen van de verschillende instanties.

Gelet op het hoogste bod van € 390.000 na voldoende en ruime bekendmaking en bij een gebrek aan een bod van de schatting;

Gezien de beslissing van het schepencollege van 19 juli 2018 houdende het akkoord met het aankoopbod van € 390.000 voor het geheel van de goederen;

Gezien de ontwerpakte van de definitieve toewijzing en verkoop,opgesteld door notaris Sofie Janssen, te Hasselt met als referte D5857/1, die als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit  wordt voorgelegd aan de gemeenteraad;

Gezien de omgevingsvergunning afgeleverd door de Bestendige Deputatie van de provincie Limburg op 24-09-2020. Het verkrijgen van een omgevingsvergunning was een voorwaarde tot verkoop van de gronden.

Gehoord het verslag;

Na bespreking;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Patrimonium

AANKOOP WONING MET GROND PAENHUISSTRAAT 9 - DEFINITIEF BESLUIT TOT AANKOOP

 

Gezien de woning gelegen Paenhuisstraat 9, kadastrale ligging, 1e afdeling sectie A nr. 495R2, groot 622m², te koop staat;

Gezien de ligging aansluitend aan het dienstencentrum is een aankoop zeker te overwegen;

Gezien een gebruik als LOI-woning als alternatief voor de huidige locatie Maastrichtersteenweg 2 een alternatief is en de onmiddellijke nabijheid van het OCMW-gebouw, het dienstencentrum, school, bushalte, winkels, hiervoor zeker een pluspunt is;

Gelet op de schatting opgesteld op 27 januari 2021 door Geotec, landmeter-expert Peter Gijsen.

Gezien na overleg door het college een bod werd uitgebracht van € 235.000;

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 3 februari 2021 houdende het principieel akkoord tot aankoop;

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 2 juni 2021 houdende akkoord met de aankoop onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad;

Gezien het bod werd aanvaard op 18 mei 2021 door de makelaar;

De kosten voor de aankoop kunnen gefinancierd worden met de kredieten die worden voorzien in het budget 2021, met een verschuiving;

Gezien aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de beslissing van het schepencollege van 2 juni 2021 te bekrachtigen en akkoord te gaan met het definitief bedrag van de aankoop van € 235.000, en volgens de voorwaarden vastgelegd in de ontwerpakte opgesteld door notaris Bram Vuylsteke, met als referentie 2021/12770.

Gezien door de verkoper werd voldaan aan de gemaakte bemerkingen:

          De verschoven dakpannen herplaatsen

          De aanwezige rollen isolatiemateriaal neerleggen op zolder vloer

          De mogelijke lekkage in dakgoot voorzijde woning laten nakijken

          De raamkozijnen dewelke nog niet zijn behandeld, verder te laten behandelen

          De losliggende klinkerstenen te laten herplaatsen aan buitenzijde zijgevel rechts ( deze werden losgemaakt omwille van het plaatsen van een grondaarding)

          De toevoerleidingen van water naar bovenste badkamer in de trappenhal zullen worden afgedekt

          Het geheel nakijken van de CV installatie door een erkende vakman met een recent onderhoudsattest

Gezien de aankoop gebeurt om reden van openbaar nut, namelijk de realisatie van de uitbreiding van de bestaande welzijnscampus;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;

Gelet op het Burgerlijk Wetboek, artikelen 1582 tot en met 1701;

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 3 juni 2019 en 20 juni 2019 houdende de aankoop van bedoeld pand met gronden;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten;

Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en de gemeenten;

Gehoord het verslag;

Na bespreking;

 

BESLUIT:

13 stemmen voor: Mark Vos, Guy Kersten, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Peter Neven, Mathieu Eycken, Anja Slangen, Mieke Loyens, Joël L'Hoest, Anja Huls, Bert Cilissen, Philippe Geelen en Davy Renkens

10 stemmen tegen: Jan Peumans, Ludwig Stevens, Dirk Jacobs, Steven Coenegrachts, Jan Noelmans, Marc Konings, Patrick Janssen, Marie-Elise Smets, Yves Chanson en Liesbeth Pauly

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Patrimonium

AANKOOP GRONDEN BEGRAAFPLAATS RIEMST, 1E AFDELING SECTIE A NUMMER 390F - DEFINITIEF BESLUIT

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet lokaal bestuur inzonderheid artikel 41, 56 en 269;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten;

Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en de gemeenten;

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 20 januari 2021 houdende de aanstelling van notaris Mieke Neven om de aankopen "begraafplaats Riemst" te realiseren;

Gezien de strategische ligging in het RUP Begraafplaats Riemst waardoor het mogelijk wordt een nieuwe begraafplaats te realiseren;

Gelet op het RUP "Begraafplaats Riemst", definitief aanvaard door de gemeenteraad op 12 november 2018;

Gezien de eigenaars van de gronden gelegen te Riemst 1e afdeling sectie A nummer 390F, groot volgens kadaster 64a23ca, bereid zijn om hun eigendom te verkopen aan ons bestuur;

Gezien volgens het schattingsverslag, opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen de waarde bepaald wordt op € 6/m². De schatting van de gronden binnen het RUP "Op 't Reeck III" van 8 mei 2020, opgesteld door landmeter-expert Robert Thjijsen, bepaald de schatting van de landbouwgronden op € 8m²;

Gezien de eigenaars akkoord gaan met een verkoop aan ons bestuur tegen € 8/m² te vermeerderen met de wederbeleggingsvergoeding;

          De afwijking ten opzichte van het schattingsverslag is te verantwoorden:

          De gronden op beide locaties, Op 't Reeck en begraafplaats zijn beiden gelegen in landbouwgebied volgens het gewestplan;

          Beide locaties liggen in de nabijheid van de dorpskern van Riemst;

          De eigenaars beschouwen beide locaties als evenwaardig:

          De kosten voor een eventuele gerechtelijk procedure, om de aankoop te realiseren, overstijgen het prijsverschil van € 2/m²;

          Het dringende karakter van de aankoop voor de aanleg van het kerkhof, gezien het bestaande kerkhof bijna volzet is en gezien de langlopende gerechtelijke procedure;

          Een minnelijke aankoop is dan ook financieel voordeliger dan een aankoop via een gerechtelijke procedure;

Gezien de aankoop gebeurt tegen een bedrag van € 59.862,36, wederbeleggingsvergoeding inbegrepen;

Gezien de pachtvergoeding wordt betaald aan mevrouw Coenegrachts Elisabet, wonende Overhemsestraat 60 te 3870 Heers, volgens het verslag van Latuno BVBA, de heer Noelmans Georges, gespecialiseerd in het bepalen van de uittredingsvergoedingen. € 1,044/m², totaal € 6.705,61  te vermeerderen met de waarde van opstanden en draadafsluiting, € 6.000;

Gelet op de ontwerpakte, die integraal deel uitmaakt van dit besluit, opgesteld door notaris Mieke Neven te Riemst met als referentie 21-01-9438/001-CV;

Gezien de aankoop kan gefinancierd worden met de kredieten die worden voorzien met een verschuiving  in het budget 2021, onder registratiesleutel MJP000621, GEM 22000000-0610, AC000393;

Gezien de kosten voor het opstellen van de akte, € 3.138,86 kunnen betaald worden met de kredieten die zijn voorzien in het budget 2021 onder registratiesleutel MJP000612, GEM 61420110-0600, AC000368;

Gehoord het verslag;

Na bespreking;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Patrimonium

AANKOOP GRONDEN BEGRAAFPLAATS RIEMST, 1E AFDELING SECTIE A DEEL VAN NUMMER 406A - DEFINITIEF BESLUIT

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet lokaal bestuur inzonderheid artikel 41, 56 en 269;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten;

Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en de gemeenten;

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 20 januari 2021 houdende de aanstelling van notaris Mieke Neven om de aankopen "begraafplaats Riemst" te realiseren;

Gezien de strategische ligging in het RUP Begraafplaats Riemst waardoor het mogelijk wordt een nieuwe begraafplaats te realiseren;

Gelet op het RUP "Begraafplaats Riemst", definitief aanvaard door de gemeenteraad op 12 november 2018;

Gezien de eigenaars van de gronden gelegen te Riemst 1e afdeling sectie A nummer 460A/deel, groot volgens meting, 2a02ca, lot 2 op het verdelingsplan, opgemaakt door landmeterskantoor Geotec te Bilzen op 18 maart 202, bereid zijn om hun eigendom te verkopen aan ons bestuur;

Gezien volgens het schattingsverslag, opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen de waarde bepaald wordt op € 6/m². De schatting van de gronden binnen het RUP "Op 't Reeck III" van 8 mei 2020, opgesteld door landmeter-expert Robert Thjijsen, bepaald de schatting van de landbouwgronden op € 8m²;

Gezien de eigenaars akkoord gaan met een verkoop aan ons bestuur tegen € 8/m² te vermeerderen met de wederbeleggingsvergoeding;

          De afwijking ten opzichte van het schattingsverslag is te verantwoorden:

          De gronden op beide locaties, Op 't Reeck en begraafplaats zijn beiden gelegen in landbouwgebied volgens het gewestplan;

          Beide locaties liggen in de nabijheid van de dorpskern van Riemst;

          De eigenaars beschouwen beide locaties als evenwaardig:

          De kosten voor een eventuele gerechtelijk procedure, om de aankoop te realiseren, overstijgen het prijsverschil van € 2/m²;

          Het dringende karakter van de aankoop voor de aanleg van het kerkhof, gezien het bestaande kerkhof bijna volzet is en gezien de langlopende gerechtelijke procedure;

          Een minnelijke aankoop is dan ook financieel voordeliger dan een aankoop via een gerechtelijke procedure;

Gezien de aankoop gebeurt tegen een bedrag van € 1.987,61, wederbeleggingsvergoeding inbegrepen;

Gelet op de ontwerpakte, die integraal deel uitmaakt van dit besluit, opgesteld door notaris Mieke Neven te Riemst met als referentie 21-01-9438/001-CV;

Gezien de aankoop kan gefinancierd worden met de kredieten die worden voorzien met verschuiving in het budget 2021, onder registratiesleutel MJP000621, GEM 22000000-0610, AC000393;

Gezien de kosten voor het opstellen van de akte, € 4.454,02 kunnen betaald worden met de kredieten die zijn voorzien in het budget 2021 onder registratiesleutel MJP000612, GEM 61420110-0600, AC000368;

Gehoord het verslag;

Na bespreking;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 13/09/2021.

Domeinhoofd mens welzijn en vrije tijd

NOODHULP: WATERSNOOD BELGIË

 

Gelet op de visie van het gemeentebestuur om een noodhulp bijdrage te doen aan de getroffen gebieden van watersnood;

Overwegende dat het Rode Kruis vlak na de overstroming het speciale rekeningnummer, BE70 0000 0000 2525, voor giften ten voordele van de slachtoffers van de overstromingen in ons land, opende;

Gelet op de humanitaire acties van het Rode kruis om de mensen in de gebieden met watersnood te ondersteunen;

Gelet op de werking van het Rode Kruis dat de coördinatie van de hulpacties naar aan leiding van de watersnood opneemt;

Gelet op de vraag tijdens de gemeenteraad van 13/09/2021 van dhr. Yves Chanson om ook een storting te doen aan een Hart voor Limburg;

Overwegende dat het Streekfonds Een Hart voor Limburg, de Provincie Limburg, Het Belang van Limburg en TV Limburg samen, als 4 grote Limburgse vertegenwoordigers, hun verantwoordelijkheid opnemen en  de handen in mekaar slaan om de grote solidariteit die op gang komt te coördineren;

Overwegende dat de middelen van het Streekfonds gebruikt zullen worden daar waar geen aanspraak kan gemaakt worden op verzekerings- of overheidssteun;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4/08/2015;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Cultuur

AANKOOP CO2-METERS VOOR VERENIGINGEN

 

Luchtkwaliteit speelt een belangrijke rol bij het veilig organiseren van binnenactiviteiten, niet enkel in coronatijden maar ook daarna. Volgens het basisprotocol moeten er bij het organiseren van binnenactiviteiten gestreefd worden naar waarden die niet hoger zijn dan 900 ppm (parts per million) CO2. Een goede luchtkwaliteit wordt bereikt door de ruimte voortdurend te ventileren (bv. raam op kip, ventilatiesysteem) en aanvullend zoveel mogelijk te verluchten met verse buitenlucht (bv. ramen en deuren open). Met een CO2-meter kan gemakkelijk de luchtkwaliteit gecontroleerd worden door het CO2-gehalte in de lucht te meten. Het gebruik van CO2-meters in socio-culturele, jeugd- en sportinfrastructuren wordt dan ook een belangrijk hulpmiddel voor het verenigingsleven in de strijd tegen COVID-19. Tijdens de gemeenteraad van juli werd gevraagd de mogelijkheid te bekijken om CO2-meters aan te kopen voor het verenigingsleven.

Daarom werd tijdens het college van burgemeester en schepenen van 4 augustus 2021 beslist om CO2-meters aan te kopen voor de Riemstse verenigingen die een infrastructuur beheren/uitbaten.

 

Er werd bekeken om in te tekenen op de groepsaankoop voor de SA1200P C02-meter van Laagom Technologies BV via Logo Limburg vzw. Dit toestel voldoet aan het bestek opgesteld door de Provincie en alle noodzakelijke vereisten. Via Logo Limburg vzw waren er echter nog slechts 10 CO2-meters beschikbaar. Er werd daarom rechtstreeks een offerte opgevraagd bij Laagom Technologies BV. Zij leveren de CO2-meters aan dezelfde voorwaarden als Logo Limburg vzw.

Het gemeentebestuur kocht in 2020 bij Laagom Technologies BV ook CO2-meters aan voor de scholen. Laagom Technologies BV had ook voldoende toestellen op stock en kon ze onmiddellijk leveren zodat de verenigingen er snel over konden beschikken.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste, gezien de hoogdringenheid van de aanwezigheid van CO2-meters in verenigingsinfrastructuur, om 45 CO2-meters aan te kopen bij Laagom Technologies BV.

 

De prijs van de SA1200P CO2-meter inclusief USB-adapter bedraagt 112,00 euro incl. BTW. De totale kostprijs voor 45 CO2-meters inclusief USB-adapters en leveringskosten bedraagt 5.043.63 euro incl. BTW. Er werd een lijst opgemaakt van de socio-culturele, jeugd- en sportverenigingen die een CO2-meter krijgen. Ze kunnen deze afhalen in Villa Neven en tekenen voor ontvangst.

 

De kredieten voor deze aankoop zijn niet voorzien in de begroting van 2021 en worden via een begrotingswijziging voorzien.

Gelet op de vraag van de gemeenteraad en gelet op de CO2-meter verplichting vanaf 1 september is dit reglement retro-actief.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

BESLUIT:

eenparig

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Financiën

KENNISGEVING INVESTERINGSUITGAVEN < 30.000 EURO

 

In navolging van de beslissing van de gemeenteraad van 11 februari 2019 wordt de lijst met investeringsuitgaven < 30.000 euro van het eerste semester 2021 ter kennis voorgelegd aan de gemeenteraad.

De lijst is toegevoegd in bijlage.

 

 

De gemeenteraad neemt kennis van de investeringsuitgaven.

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Financiën

OPVOLGINGSRAPPORTERING 2021 SEMESTER 1

 

Overeenkomstig art 263 van het Decreet Lokaal Bestuur dient de gemeente en OCMW gezamenlijk te rapporteren over de uitvoering van de prioritaire acties.

 

In bijlage de opvolgingsrapportering over het eerste semester en een verklarende nota ter verduidelijking van de bijgevoegde documenten.

 

 

De gemeenteraad neemt kennis van de opvolginsrapportering.

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Aankoop

GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, RAMING EN GUNNINGSWZIJE DRIE BESTAANDE GRAVELTERREINEN WIJZIGEN IN ALL WEATHER TERREIN TENNISVELDEN TE HERDEREN-RIEMST VOOR 2022

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet);

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Drie bestaande gravelterreinen wijzigen in all weather terrein tennisvelden te Herderen-Riemst voor 2022” een bestek met nr. GA/1229/2021 werd opgesteld door de Financiële dienst - Aankoopdienst;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 103.305,79 excl. btw of € 125.000,00 incl. 21% btw;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode MJP001648, GEM22000007/0742, AC000000.

Gelet dat de financiering gebeurt met eigen middelen.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Aankoop

GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, RAMING EN GUNNINGSWIJZE SPECIALE TECHNIEKEN

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet);

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Speciale technieken” een bestek met nr. GA/1227/2021 werd opgesteld door de Financiële dienst - Aankoopdienst;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 41.322,31 excl. btw of € 50.000,00 incl. 21% btw;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode MJP001062, GEM22400500/0200, AC000538.

Gelet dat de financiering gebeurt met eigen middelen.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Aankoop

GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, RAMING EN GUNNINGSWIJZE HUREN VAN MATERIEEL MET BESTUURDER VOOR GRONDWERKEN EN VOOR HIJSWERKEN DIENSTJAAR 2021 T.E.M. 2023

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet) en artikel 57;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Huren van materieel met bestuurder voor grondwerken en voor hijswerken dienstjaar 2021 t.e.m. 2023” een bestek met nr. HA/1222/2021 werd opgesteld door de Financiële dienst - Aankoopdienst;

Overwegende dat deze opdracht als volgt is opgedeeld:

* Perceel 1 (Materieel in de vorm van een rupskraan, bandenkraan of vrachtwagen met bestuurder, dat op afroep kan ingehuurd worden door de gemeente Riemst), raming: € 18.000,00 excl. btw of € 21.780,00 incl. 21% btw;

* Verlenging 1 (Materieel in de vorm van een rupskraan, bandenkraan of vrachtwagen met bestuurder, dat op afroep kan ingehuurd worden door de gemeente Riemst), raming: € 18.000,00 excl. btw of € 21.780,00 incl. 21% btw;

* Verlenging 2 (Materieel in de vorm van een rupskraan, bandenkraan of vrachtwagen met bestuurder, dat op afroep kan ingehuurd worden door de gemeente Riemst), raming: € 18.000,00 excl. btw of € 21.780,00 incl. 21% btw;

* Perceel 2 (Materieel in de vorm van een vrachtwagen met laadkraan, met bestuurder, dat op afroep kan ingehuurd worden door de gemeente Riemst), raming: € 6.800,00 excl. btw of € 8.228,00 incl. 21% btw;

* Verlenging 1 (Materieel in de vorm van een vrachtwagen met laadkraan, met bestuurder, dat op afroep kan ingehuurd worden door de gemeente Riemst), raming: € 6.800,00 excl. btw of € 8.228,00 incl. 21% btw;

* Verlenging 2 (Materieel in de vorm van een vrachtwagen met laadkraan, met bestuurder, dat op afroep kan ingehuurd worden door de gemeente Riemst), raming: € 6.800,00 excl. btw of € 8.228,00 incl. 21% btw;

Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 74.400,00 excl. btw of € 90.024,00 incl. 21% btw;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2021 en volgende jaren ingeval van verlenging van de opdracht, op budgetcode MJP000974, GEM 22800000/0310, AC000000;

Gelet dat de financiering gebeurt met eigen middelen;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Aankoop

GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, RAMING EN GUNNINGSWIJZE ONDERHOUDSDOSSIER BETON GEMEENTEWEGEN, RVK WEGEN, FIETSROUTENETWERK 2021

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet);

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Onderhoudsdossier beton gemeentewegen, RVK wegen, fietsroutenetwerk 2021” een bestek met nr. HA/1232/2021 werd opgesteld door de Financiële dienst - Aankoopdienst;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 112.769,00 excl. btw of € 136.450,49 incl. 21% btw;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode MJP001060, GEM 22400500/0200, AC000536;

Gelet dat de financiering gebeurt met eigen middelen.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING BUDGETWIJZIGING KERKBESTUUR HERDEREN

 

Gelet op de budgetwijziging, dienstjaar 2021, van het kerkbestuur Herderen;

Gelet op het keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkbesturen;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de kerkbesturen en de daarop volgende wijzigingen;

Gelet op het decreet over het Lokaal Bestuur,

Gelet op de vernieuwing van de zekeringskast van de elektriciteit met automaten en noodstop voor een bedrag van 1.100 EUR.

Gelet op de aanpassing van de gasleiding, schoorsteen en de verluchting van de  stookpaats

voor een bedrag van 12.408 EUR. De gasinstallatiecontroleur had hiervoor een negatief advies gegeven

Gelet op de nood aan bijkomende kredieten voor deze uitgaven;

Overwegende dat het kerkbestuur deze uitgave voorziet in de budgetwijziging in bijlage;

Dat eveneens de inkomsten worden voorzien, te weten een investeringstoelage van de gemeente voor een bedrag van € 13.508;

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Kerkfabrieken

VERLENEN VAN EEN INVESTERINGSTOELAGE KERKBESTUUR HERDEREN

 

Gelet op de werken in de Sint-Jan Baptist kerk te Herderen;

Overwegende dat de elektriciteit van de kerk is hersteld. Er werd een nieuwe zekeringskast geplaatst met automaten en noodstop, voor een bedrag van 1.100 EUR;

Overwegende dat  de gasleiding werd aangepast, de schoorsteen en de verluchting stookplaats, voor een bedrag van 12.408 EUR;

Overwegende dat het kerkbestuur een tussenkomst van het gemeentebestuur vraagt in de vorm van een investeringstoelage voor een bedrag van € 13.508;

Overwegende dat het billijk is dat de gemeente tussen komt in deze kosten daar het kerkbestuur zelf niet beschikt over de nodige middelen;

Gelet op de verplichting van de gemeente om de tekorten van de kerkbesturen voor het kerkelijk patrimonium bij te passen;

Overwegende dat het bedrag van 13.508 EUR voorzien wordt in de eerstvolgende gemeentelijke wijziging, onder Budget MJP001094 GEM 664001400790 actie AC 0000;

Gelet op artikel 41 en alle overige relevante artikelen uit het Decreet Lokaal Bestuur;

 

BESLUIT:

17 stemmen voor: Mark Vos, Guy Kersten, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Peter Neven, Mathieu Eycken, Ludwig Stevens, Anja Slangen, Mieke Loyens, Joël L'Hoest, Steven Coenegrachts, Jan Noelmans, Marie-Elise Smets, Anja Huls, Bert Cilissen, Philippe Geelen en Davy Renkens

5 onthoudingen: Jan Peumans, Dirk Jacobs, Marc Konings, Yves Chanson en Liesbeth Pauly

 

Aangenomen

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Directiesecretariaat

GOEDKEURING NOTULEN GEMEENTERAAD VAN 5 JULI 2021

 

De notulen liggen ter inzage.

 

De gemeenteraad keurt de notulen goed.

 

BESLUIT:

eenparig

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Directiesecretariaat

KENNISNAME ZITTINGSVERSLAG GEMEENTERAAD VAN 5 JULI 2021

 

Zoals bepaald onder artikel 32 in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dd. 14.06.2021 is het zittingsverslag een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad. De raadsleden gaan discreet en voorzichtig om met de audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

 

De audio-opname is te raadplegen op de website van de gemeente of via de link in bijlage.

 

 

De gemeenteraad neemt kennis van het zittingsverslag.

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Punt bijlagen/links Zittingsverslag (audio-opname) GR 5 juli 2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Directiesecretariaat

VRAGEN RAADSLEDEN

 

Zoals bepaald onder artikel 11 in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dd. 14.06.2021 hebben de raadsleden het recht aan de leden van het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

 

De schriftelijke vragen worden via e-mail gericht aan de algemeen directeur. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

 

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden maximaal twee mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de staan. De onderwerpen dienen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering van de gemeenteraad bezorgd te worden aan de algemeen directeur (i.c. uiterlijk woensdag om 24.00 uur indien de zitting van de gemeenteraad plaats heeft op maandag in de volgende week). De vragen kunnen per e-mail ingediend worden. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord tenzij de complexiteit van het antwoord bijkomende administratieve handelingen of onderzoek vereist waardoor er pas op een volgende zitting kan geantwoord worden.

 

De procedure van mondelinge vragen is beperkt tot de vraagstelling en het eventuele onmiddellijke antwoord van een lid van het college van burgemeester en schepenen. Het is de raadsleden toegestaan repliek op het antwoord te vragen waarbij een beperkte bespreking van het onderwerp mogelijk moet zijn. In geen geval wordt in de raad een uitvoerig debat over de gestelde vraag gevoerd of wordt de vraag staande de zitting omgevormd tot een agendapunt en ter stemming voorgelegd. Om over een onderwerp een debat te kunnen voeren dient dit deel uit te maken van de agenda van de betreffende raad, of al dan niet als bijkomend punt aan de agenda te worden toegevoegd. Hiertoe is vereist dat het onderwerp als agendapunt wordt vermeld.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Cultuur

BIJKOMEND DAGORDEPUNT INGEVOLGE ART. 21 VAN HET DECREET OVER HET LOKAAL BESTUUR - JAN NOELMANS - HET INTRODUCEREN VAN HET RIGHT TO CHALLENGE IN ONZE GEMEENTE

 

Het introduceren van het Right to challenge in onze gemeente

 

In Vlaanderen vindt het Right to Challenge stilaan ingang en dit in navolging van heel wat andere landen, niet in het minst bij onze Nederlandse buren. Daar nemen in verschillende gemeenten burgers of verenigingen het onderhoud van openbaar domein op zich. Ze krijgen de mogelijkheid om de overheid uit te dagen om bepaalde onderhoudsopdrachten beter én goedkoper uit te voeren. Ze worden daarvoor vergoed per vierkante meter werk. De overheid staat enkel in voor de kwaliteitscontrole.

Ook in onze provincie is dit geen nieuwigheid meer. De Stad Hasselt nam het voortouw en gaf het onderhoud van 56 groenpercelen in handen van 17 verenigingen die daarvoor een vergoeding krijgen. In onze eigen gemeente zijn er geregeld bekommernissen over de toestand van publiek domein, niet in het minst de kerkhoven. Tegelijk beschikt onze gemeente als geen andere over een bloeiend verenigingsweefsel, dat te lijden heeft gehad onder de coronacrisis. Koppel deze vaststellingen aan dit principe en je ziet dat er potentieel kansen liggen voor Riemst. Indien dit slaagt zal het openbaar domein er verzorgd bij liggen, zullen verenigingen extra geld in het laatje krijgen, zal de gemeente besparen op haar uitgaven en zal de algemene tevredenheid bij burgers en verenigingen toenemen. Onze kerkhoven bieden potentieel een interessante case om hiermee te starten. De Vlaamse overheid wil de lokale besturen hiervoor warm maken en werkt met de VVSG aan een gids. Op zijn minst verdient het idee een onderzoek en een eerlijke kans.

 

Ter informatie: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20210531_95579439

 

Daarom het volgende voorstel:

De gemeente bestudeert de bestaande goede praktijken op dit vlak, gaat te rade bij de Vlaamse overheid en de VVSG én rolt vervolgens het principe uit wanneer en waar mogelijk in Riemst.

 

Schepen Guy Kersten

Dit voorstel zal worden bekeken door de diensten. Hiervoor is voldoende onderzoek vereist. Er zal ook gezocht worden naar een Nederlandse naam voor dit project.

 

BESLUIT:

eenparig

 

De gemeenteraad gaat unaniem akkoord met het antwoord van schepen Kersten.

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Vergadering gr van 13/09/2021.

Jeugd

BIJKOMEND DAGORDEPUNT INGEVOLGE ART. 21 VAN HET DECREET OVER HET LOKAAL BESTUUR - JAN NOELMANS - BEHOEFTENONDERZOEK JONGEREN NAAR JEUGDHUIS OF ANDERE JEUGDFACILITEITEN

 

Behoeftenonderzoek jongeren naar jeugdhuis of andere jeugdfaciliteiten

 

Sinds meerdere jaren telt Riemst geen enkel jeugdhuis meer, dit in tegenstelling tot heel wat andere Limburgse (buur-)gemeenten waar er wel succesvolle initiatieven lopen. Onze gemeente telt heel wat mogelijkheden op het vlak van verenigingsleven voor de jeugd, denk maar aan sportverenigingen, muziekmaatschappijen, jeugdverenigingen en andere. Echter, voor niet-geassocieerde jongeren zijn er minder opties. Potentieel zou een jeugdhuis dan ook een interessante aanvulling kunnen zijn voor de Riemsterse jeugd. Uiteraard zou Riemst in een dergelijk scenario ook rekening moeten houden met de ervaringen in het verleden en die bevindingen moeten meenemen in haar overwegingen bij de mogelijke start van een nieuw initiatief. Ook zou er uiteraard goed nagedacht moeten worden over een geschikte locatie en vlotte bereikbaarheid. Het zou lonend kunnen zijn om een breed behoeftenonderzoek te voeren bij de Riemsterse jeugd om te kijken of er effectief een behoefte bestaat inzake een jeugdhuis en op welke manier die behoefte dan zou kunnen worden ingevuld. Voorts kan zo'n onderzoek ook peilen naar andere (materiële) behoeften van de jeugd. Dat onderzoek kan dan nieuwe input leveren voor het beleid en een ondersteunend element zijn in de komende jaren.

 

Daarom het volgende voorstel:

We voeren een breed behoeftenonderzoek onder de Riemsterse jeugd waarin er ook duidelijk gepeild wordt of er een draagvlak bestaat of zou kunnen ontstaan voor de oprichting van een jeugdhuis. Ook worden andere (materiële) behoeften van de Riemsterse jongeren hiermee in kaart gebracht.

 

Schepen Peter Neven

In juni 2018 behaalde onze gemeente het label van Kindvriendelijke Gemeente. In het kader van het behalen van het label kind- en jeugdvriendelijke gemeente werd een breed inspraak- en participatietraject bij zowel kinderen als jongeren opgezet. Dit ging over alle noden en behoeften rond uiteenlopende thema’s: wonen, werken, vrije tijd, welzijn… Er werd gewerkt via focusgroepen met kinderen en jongeren, maar ook via informele gesprekken in het skatepark, op het speelplein, spelvormen in de kinderopvang… Al deze resultaten werden samengevat in het portfolio ‘Kind- en Jeugdvriendelijk Riemst’. De jury beoordeelde ons dossier (ook op het onderdeel inspraak en participatie) en besliste dat we het label toegekend kregen. Op dat moment was er geen draagvlak voor of nood aan een jeugdhuis en werd dit dus niet mee opgenomen in ons actieplan van kind- en jeugdvriendelijk Riemst.

 

Uiteraard blijven we de vinger aan de pols houden en de resultaten uit 2017/2018 toetsen. Bij bv. het opzetten van inspraak rond de inrichting van een speelterrein worden kinderen en jongeren breed bevraagd. Er wordt gevraagd waar ze spelen/elkaar ontmoeten/… en welke noden en behoeften er nog zijn.

In  het voorjaar van 2021 moest onze gemeente zich voor een tussentijdse evaluatie opnieuw verdedigen voor een jury. Uit de feedback van de jury kwam naar voren dat we als gemeente Riemst goed bezig zijn en de laatste jaren al goed hebben ingezet op inspraak en participatie.

Uit de commentaren blijkt immers dat dit niet evident is voor een kleine gemeente, aangezien een breed inspraaktraject is immers heel erg tijdsintensief is. Uit de onderzoeken en gesprekken die we nu voerden kwam de oprichting van een jeugdhuis nog niet naar voren.

Daarnaast plant de dienst Jeugd wel een update van de resultaten uit het portfolio aan de hand van grote(re) en kleine(re) participatie/inspraaktrajecten. Indien dit dan ter sprake komt, wordt dit uiteraard meegenomen voor de toekomst.

 

We zijn niet akkoord met uw voorstel.

 

BESLUIT:

10 stemmen voor: Jan Peumans, Ludwig Stevens, Dirk Jacobs, Steven Coenegrachts, Jan Noelmans, Marc Konings, Patrick Janssen, Marie-Elise Smets, Yves Chanson en Liesbeth Pauly

13 stemmen tegen: Mark Vos, Guy Kersten, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Peter Neven, Mathieu Eycken, Anja Slangen, Mieke Loyens, Joël L'Hoest, Anja Huls, Bert Cilissen, Philippe Geelen en Davy Renkens

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021