Vergadering GR - 17/11/2025

 

Aanwezig:

Mark Vos, Burgemeester

Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Schepenen

Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Anita Beusen, Jan Noelmans, Peter Neven, Dirk Jacobs, Raadsleden

Anja Huls, Voorzitter

Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen, Gerd Mengels, Raadsleden

Liliane Nicolaes, Waarnemend algemeen directeur

 

Laat zich verontschuldigen: Jan Peumans, Danny Lemmens, Wouter Coenegrachts, Raadsleden

 

 

Vanaf punt 6 verlaat Guy Kersten, schepen de zitting omwille van een belangenconflict.

 

Vanaf punt 7 vervoegt Guy Kersten, schepen de zitting.

 

Vanaf punt 12 verlaat Marie-Elise Smets, raadslid de zitting omwille van een belangenconflict.

 

Vanaf punt 13 vervoegt Marie-Elise Smets, raadslid de zitting.

 

 

De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur.

 

Er werden geen vragen gesteld vanuit het publiek.

 

De stemming begint bij raadslid Gerd Mengels.

 

Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Preventiedienst

GOEDKEURING GEMEENTELIJKE DOTATIE BRANDWEER VOOR DE OPERATIONELE ZONE OOST-LIMBURG 2026

 

Aanleiding, feiten, context

De dotaties van de gemeenten van de zone Oost-Limburg worden conform artikel 68 betreffende de wet Civiele Veiligheid jaarlijks door de zoneraad vastgelegd op basis van een akkoord bereikt tussen de betrokken gemeenteraden. De zonale verdeelsleutel voor de gemeenten is bepaald op 50% belastbaar KI + 50% aantal inwoners.

 

Deze verdeelsleutel wordt jaarlijks op 1 juli aangepast op basis van de actuele gegevens die de Studiedienst van de Vlaamse regering, www.statistiekvlaanderen.be, aan Brandweerzone Oost-Limburg overmaakt.

 

Voor de beleidsperiode 2026-2031 zal een opsplitsing gemaakt worden tussen:

- investeringsdotatie;

- werkingsdotatie.

 

De investeringsdotatie wordt voor de volledige beleidsperiode vastgelegd op een jaarlijks bedrag van € 1.500.000.

 

Voor de werkingsdotatie wordt er rekening gehouden met volgende dotaties en inkomsten:

- jaarlijkse stijging federale dotatie met 2% (conform federaal regeerakkoord);

- stijging inkomsten retributie (de retributiebedragen zullen op de zoneraad van november 2025 worden geactualiseerd;

- stijging subsidie dringende geneeskundige hulp (zie schrijven FOD Volksgezondheid dd. 02/06/2025)

 

De totale jaarlijkse dotatie van de gemeenten in 2025 werd bij besluit van de zoneraad van 27 september 2024 bepaald op € 14.017.404,03.

 

Investeringsdotatie

Een toepassing van de zonale verdeelsleutel op het totaalbedrag van € 1.500.000,00 levert onderstaande verdeling op voor de investeringsdotaties. Dit bedrag is niet onderhevig aan indexatie. Aangezien de onderlinge verdeelsleutel jaarlijks kan variëren op basis van de cijfers die via Statistiek Vlaanderen worden aangeleverd, zijn de bedragen voor 2027-2031 te beschouwen als een prognose.

 

Werkingsdotaties

Voor wat betreft de werkingsdotaties 2026 wordt de totale gemeentelijke dotatie van 2025 (€ 14.017.404,03) verminderd met de jaarlijkse investeringsdotatie van € 1.500.000,00 en vervolgens geïndexeerd conform onderstaande percentages voor de komende beleidsperiode:

 

2026

2027

2028

2029

2030

2031

5%

3%

3%

2%

2%

2%

 

De totale werkingsdotatie zal in 2026 bijgevolg € 13.143.274,23 bedragen.

 

Een toepassing van de zonale verdeelsleutel op de totale werkingsdotatie levert onderstaande verdeling op. In het kader van de stijging van de gemeentelijke dotaties voor de volgende beleidsperiode beoogt dit besluit eveneens een prognose van de werkingsdotaties voor de jaren 2027, 2028 en 2029. De bijlage ‘evolutie gemeentelijke dotaties’ die bij dit besluit is gevoegd, geeft een uitgebreider overzicht van de prognose tot en met 2031. Het betreft een loutere prognose, aangezien de onderlinge verdeelsleutel jaarlijks kan variëren op basis van de cijfers die via Statistiek Vlaanderen worden aangeleverd.

 

Tot slot werd tussen de gemeenten overeengekomen dat de stad Genk jaarlijks voorziet in een extra bijdrage van € 45.000,00 omwille van de wachtdiensten die door de brandweerzone worden uitgevoerd tijdens de wedstrijden van KRC Genk.

 

De vroegere korting voor de gemeente Riemst zal voor de volgende beleidsperiode wegvallen, gezien de ingebruikname van de nieuwe kazerne Bilzen-Hoeselt waarbij de opkomsttijd in lijn ligt met de norm die de zoneraad heeft vooropgesteld.

 

Juridische gronden

Art. 68 Wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, zoals gewijzigd;

Koninklijk Besluit 19 april 2014 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones;

Ministeriële omzendbrief van 14 augustus 2014 betreffende de gemeentelijke dotaties aan de hulpverleningszones;

Besluit prézoneraad nr. 57 van 12 december 2014 houdende de gemeentelijke dotatie aan Brandweerzone Oost-Limburg;

 

Financiële weerslag

De dotatie volgens de vastgelegde verdeelsleutel is voor de gemeente Riemst voor 2026 binnen de brandweerzone € 662.988,88.

 

De dotatie voor 2026 aan de brandweerzone wordt aan iedere gemeenteraad in de zone voorgesteld ter goedkeuring, ten laatste op 30 november 2025. Iedere gemeente zal de dotatie storten voor de 10de van de eerste maand van het kwartaal op rekening van de zone. De eerste maal zal dit gebeuren voor 10 januari 2026.

 

De uitgave is voorzien in het investeringsbudget van 2026 op budgetcode MJP000837, GEM64900120/0410 - Bijdrage aan de brandweerzone.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR GENOELSELDEREN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Genoelselderen bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Genoelselderen

33.889,62

27.263,45

27.055,85

26.830,70

26.606,41

26.369,88

Waarvan leningslasten

18.132,31

17.918,45

17.705,85

17.470,70

17.236,41

16.994,88

 

Het kerkbestuur voorziet geen investeringen.

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Genoelselderen goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR HERDEREN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Herderen bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Herderen

7.130,94

11.433,00

12.108,00

13.043,00

13.988,00

14.708,00

Waarvan leningslasten

7.575,00

7.575,00

7.575,00

7.575,00

7.575,00

7.575,00

 

Het kerkbestuur voorziet gedurende de periode 2026-2031 volgende investering:

2026: herstelling dak, reeds opgenomen in budget 2025 maar werd nog niet uitgevoerd.

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Herderen goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR MEMBRUGGEN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Membruggen bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Membruggen

15.066,23

19.360,22

19.387,21

19.360,21

19.360,20

19.360,20

Waarvan leninglsasten

4.526,35

2.407,22

2.434,21

2.407,21

2.407,20

2.407,20

 

Het kerkbestuur voorziet gedurende de periode 2027-2031 volgende investering:

5.000,00 € - algemene herstellingen.

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Membruggen goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR KANNE

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Kanne bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Kanne

29.293,23

26.811,00

29.641,00

31.411,00

34.651,00

36.686,00

Waarvan leningslasten

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

 

Het kerkbestuur voorziet voor de periode 2026-2031 volgende investering:

2026: 15.000,00 € - nieuwe verwarmingsketel

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Kanne goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR MILLEN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Millen bedraagt:

Jaartal

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Millen

14.420,79

15.958,00

15.979,00

16.000,00

16.009,00

16.009,00

Waarvan leningslasten

8.251,00

8.250,00

8.251,00

8.252,00

8.251,00

8.251,00

 

Het kerkbestuur voorziet gedurende de periode 2026-2031 volgende investeringen:

2026: 35.000,00 € - Herstelling dak

2027: 3.500,00 € - Kleine herstellingen

2031: 9.000,00 € - vervanging verlichting zijbeuken door ledverlichting

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Millen goed te keuren.

 

BESLUIT:

19 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR RIEMST-HEUKELOM

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Riemst-Heukelom bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Riemst-Heukelom

48.872,55

56.932,00

57.694,00

57.923,00

58.313,00

58.537,00

Waarvan leningslasten

43.520,00

43.515,00

43.511,00

43.505,00

43.500,00

43.494,00

 

Het kerkbestuur voorziet gedurende de periode 2026-2031 volgende investeringen:

2027: 8.000,00 € - Dakwerken en herstel voegwerk

 

 Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Riemst-Heukelom goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR VAL-MEER

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Val-Meer bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Val-Meer

17.674,18

19.141,00

19.429,00

19.912,00

20.157,00

20.297,00

Waarvan leningslasten

1.375,00

1.375,00

1.400,00

1.400,00

1.400,00

1.400,00

 

Het kerkbestuur voorziet volgende investeringen:

2027: 140.000,00 - Renovatie hoofdgebouw

2029: 150.000,00 - Renovatie geklasseerde toren, deze werken komen in aanmerking voor subsidie van onroerend erfgoed Vlaanderen.

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Val-Meer goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR VLIJTINGEN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Vlijtingen bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Vlijtingen

58.239,59

60.210,00

61.805,00

63.295,00

64.870,00

66.300,00

Waarvan leningslasten

30.745,00

30.530,00

30.310,00

30.070,00

29.830,00

29.590,00

 

Het kerkbestuur voorziet geen investeringen.

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Vlijtingen goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR VROENHOVEN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Vroenhoven bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Vroenhoven

19.240,69

18.000,00

18.000,00

18.000,00

18.000,00

18.000,00

Waarvan leningslasten

1.740,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

 

Het kerkbestuur voorziet gedurende de periode 2026-2031 volgende investering:

2027: 5.000,00 € - vervangen brander verwarmingsketel

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Vroenhoven goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR ZICHEN-BOLDER

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Zichen-Bolder bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Zichen-Bolder

50.841,61

46.324,35

47.374,68

48.424,98

49.425,24

50.475,49

Waarvan leningslasten

21.202,13

21.152,35

21.152,68

21.152,98

21.153,24

21.153,49

 

Het kerkbestuur voorziet gedurende de periode 2026-2031 volgende investering:

2026: 18.000,00 € - Herstelling muur pastorie

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Zichen-Bolder goed te keuren.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kerkfabrieken

GOEDKEURING MEERJARENPLAN 2026-2031 KERKBESTUUR ZUSSEN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals voorgeschreven door het decreet van 7 mei 2004 is het meerjarenplan van de kerkbesturen onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.

 

De evolutie van de gemeentelijke exploitatietoelage voor kerkfabriek Zussen bedraagt:

Jaar

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Zussen

63.645,18

72.844,00

73.155,00

74.423,00

74.684,00

65.460,00

Waarvan leningslasten

51.428,00

51.427,00

51.243,00

51.781,00

51.422,00

42.018,00

 

Het kerkbestuur voorziet gedurende de periode 2026-2031 volgende investeringen

2026: 50.000,00 € - nieuwe verwarmingsketel

2026: 3.500,00 € - bewakingscamera's

2027: 6.000,00 € - bliksemafleider

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, o.a. artikel 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, art 41 e.v. inzake procedure meerjarenplannen

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen vraagt de gemeenteraad het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Zussen goed te keuren.

 

BESLUIT:

19 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 onthoudingen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Aankoop

GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, RAMING EN GUNNINGSWIJZE RELIGHTING SPORTSPEELVELDEN EN SPORTBERGING SPORTHAL OP 'T REECK TE RIEMST

 

Aanleiding, feiten, context

De technische dienst wenst een overheidsopdracht op te starten voor de relighting van de sportspeelvelden en sportberging van sporthal Op ’t Reeck te Riemst. Deze worden momenteel verlicht met een verouderde TL-verlichtingsinstallatie, die binnenkort niet meer verkrijgbaar zullen zijn.

Het bestek met kenmerk NS/1441/2025 wordt voor goedkeuring voorgelegd.

De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

De raming voor deze opdracht bedraagt € 103.305,79 excl. btw of € 125.000,00 incl. 21% btw.

De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien in het investeringsbudget van 2026 op budgetcode MJP002133, GEM22103000/0742, AC000356.

Er wordt budget voorzien bij de volgende budgetverschuiving of aanpassing meerjarenplan.

 

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Financiële weerslag

De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien in het investeringsbudget van 2026 op budgetcode MJP002133, GEM22103000/0742, AC000356.

Er wordt budget voorzien bij de volgende budgetverschuiving of aanpassing meerjarenplan.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Aankoop

GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, RAMING EN GUNNINGSWIJZE INFRASTRUCTUURWERKEN IN HET KADER VAN HET NASCHOOLS OPENSTELLEN VAN DE BINNENINFRASTRUCTUUR VAN DE SCHOOL TE GENOELSELDEREN

 

Aanleiding, feiten, context

De technische dienst wenst een overheidsopdracht op te starten voor de infrastructuurwerken in het kader van het naschools openstellen van de binneninfrastructuur van de school te Genoelselderen.

Het bestek met kenmerk NS/1447/2025 wordt voor goedkeuring voorgelegd.

De opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

De aankondiging van de opdracht wordt gepubliceerd op nationaal niveau op 6 januari 2026. De offertes worden geopend op 3 maart 2026.

De raming voor deze opdracht bedraagt € 189.198,60 excl. btw of € 200.550,52 incl. 6% btw.

Er wordt een subsidie aangevraagd bij AGION, die vermoedelijk € 154.423,90 zal bedragen.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2026 op budgetcode MJP001531, GEM22102000/0800, AC000032.

De inkomsten van de subsidie worden ontvangen op budgetcode MJP002235, GEM15002000/0800, AC000559.

De financiering gebeurt met eigen middelen.

 

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Financiële weerslag

De uitgave voor deze opdracht is gedeeltelijk (€ 194.700) voorzien in het investeringsbudget van 2026 op budgetcode MJP001531, GEM22102000/0800, AC000032.

De inkomsten van de subsidie worden ontvangen op budgetcode MJP002235, GEM15002000/0800, AC000559.

De financiering gebeurt met eigen middelen.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Aankoop

GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, RAMING EN GUNNINGSWIJZE LEVERING EN AANLEG VAN INTERACTIEVE VOETBALWAND MET KUNSTGRASTERREIN OP SPORT- EN SPEELPLEIN HERDEREN IN 2026

 

Aanleiding, feiten, context

De sportdienst wenst een overheidsopdracht op te starten voor de levering en aanleg van een interactieve voetbalwand met kunstgrasterrein op sport- en speelplein Herderen.

Het bestek met kenmerk NS/1448/2025 wordt voor goedkeuring voorgelegd.

De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

De raming voor deze opdracht bedraagt € 57.851,24 excl. btw of € 70.000,00 incl. 21% btw.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2026 op budgetcode MJP002224, GEM23000000/0742, AC000000.

De financiering gebeurt met eigen middelen.

 

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Financiële weerslag

De raming voor deze opdracht bedraagt € 57.851,24 excl. btw of € 70.000,00 incl. 21% btw.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2026 op budgetcode MJP002224, GEM23000000/0742, AC000000.

De financiering gebeurt met eigen middelen.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 17/11/2025.

Domeinhoofd economie landbouw en omgeving

GEMEENTELIJK REGLEMENT HOUDENDE DE REGISTRATIE VAN EN DE BELASTING OP LEEGSTAND VAN WONINGEN EN GEBOUWEN

 

Aanleiding, feiten, context

Het langdurig leegstaan van woningen en gebouwen verhindert dat beschikbare ruimte optimaal benut wordt, terwijl er een duidelijke nood bestaat aan kwalitatieve woongelegenheid en economische activiteit. Leegstand verhoogt bovendien de kans op verwaarlozing en brengt extra kosten mee voor toezicht en handhaving door de gemeente. Met deze belasting wil de gemeente, eigenaars responsabiliseren en stimuleren om hun panden opnieuw in gebruik te nemen, zodat de leefbaarheid en de dynamiek in de gemeente versterkt worden.

Deze belasting draagt bij tot een evenwichtige financiering van het gemeentelijk beheer.

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2031 geldt het gemeentelijk reglement houdende de registratie van en de belasting op leegstand van woningen en gebouwen zoals in het besluit voorgesteld.

 

Juridische gronden

        Grondwet, art. 170, § 4.

        Vlaamse Codex Wonen van 2021:
artikel 2.2, waarbij de gemeente wordt aangeduid als regisseur van het lokale woonbeleid;
artikels 2.9 tot en met 2.14 betreffende de opmaak van een gemeentelijk leegstandsregister.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Ministerieel besluit van 12 december 2019 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid voor de periode 2019-2025.

        Besluit van de Vlaamse regering van 18 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid, dat gemeenten in een intergemeentelijk samenwerkingsverband oplegt om leegstaande gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken.

        Gemeenteraadsbesluit van 1 juli 2019 tot goedkeuring van het subsidiedossier voor het intergemeentelijk samenwerkingverband “Zuidoost Limburg” voor de projectperiode 2019-2025, waarbij Stebo vzw opgenomen werd als projectuitvoerder.

        Ministrieel besluit van 14 maart 2025 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid voor de periode van 2026-2031

        Gemeenteraadsbesluit van 8 september 2025 tot goedkeuring van het subsidiedossier voor het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Zuidoost Limburg’ voor de projectperiode 2026-2031, waarbij Stebo vzw opgenomen werd als projectuitvoerder. Overwegende in afwachting van de goedkeuring van de minister.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Patrimonium

DEFINITIEF BESLUIT AANKOOP PERCELEN 534G EN 503C BINNENGEBIED RIEMST

 

Aanleiding, feiten, context

Op 18 december 2024 heeft het college van burgemeester en schepenen ingestemd met het schattingsverslag van 9 oktober 2024, opgesteld door landmeter-expert Ronny Van Eester. Dit verslag bevatte de volgende waarderingen:

        Perceel 305C, groot 00a21ca: 1.100,00 euro;

        Perceel 534G, groot 12a74ca: 67.000,00 euro.

 

In vergadering van 12 februari 2025 duidde het college van burgemeester en schepenen het notariaat Neven & Bex, Visésteenweg 76 te 3770 Riemst aan de ontwerpakte op te maken.

 

Al de kosten verbonden aan deze aankoop, zijn ten laste van de gemeente.

 

Juridische gronden

Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten;

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

Decreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur;

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

 

Adviezen

/

 

Argumenten

Gezien de strategische ligging van deze percelen en verschillende eerdere aankopen binnen dit gebied, is het wenselijk om deze percelen te verwerven.

Op deze manier heeft de gemeente ook inbreng in de eventuele toekomstige projecten die daar kunnen gerealiseerd worden.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad het definitief besluit tot aankoop van de percelen en de ontwerpakte goed te keuren.

Voorzitter van de gemeenteraad  Anja Huls, en waarnemend algemeen directeur Liliane Nicolaes, of hun aangestelde volmachtdragers, worden gemachtigd de authentieke akte te ondertekenen.

 

Financiële weerslag

Totale waarde conform het schattingsverslag, opgesteld door landmeter-expert Ronny Van Eester op 9 oktober 2024: 68.100,00 euro.

De kredieten voor aankoop zijn voorzien binnen het investeringsbudget van 2025 onder registratiesleutel MJP000629, GEM 22000000 / 0210, AC000401.


De notariskosten, geraamd op 3.591,56 euro zijn voorzien binnen het exploitatiebudget van 2025 onder registratiesleutel MJP000612, GEM 61420110/0600, AC000368.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Patrimonium

DEFINITIEF BESLUIT PACHTBEËINDIGING IN ONDERLING AKKOORD VAN HET PERCEEL GELEGEN TE RIEMST, 7E AFDELING VAL-MEER, SECTIE C, NUMMER 65D

 

Aanleiding, feiten, context

Het perceel gelegen te Riemst, 7e afdeling Val-Meer, sectie C, nr. 65D met een kadastrale

oppervlakte van 85a00ca in eigendom van de gemeente werd verpacht vanaf 1 januari 2012.

 

De huidige pachter geeft op 16 december 2024 via aangetekend schrijven aan de pacht te willen

beëindigen met ingang van 1 januari 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen ging in vergadering van 15 januari 2025 principieel akkoord om de pacht van het perceel gelegen te Riemst, 7e afdeling Val-Meer sectie C nummer 65D met een kadastrale oppervlakte van 85a00ca te beëindigen met ingang van 1 januari 2025. Er werd eveneens een principieel akkoord gegeven betreffende de vergoeding zijnde 986,40 euro, hetgeen overeenkomt met 3x de maximale pachtprijs.

 

Het notariaat Vuylsteke & Bunkens, Op de Dries 4 te 37 te 3770 Riemst werd aangesteld door het college van burgemeester en schepenen in vergadering van 15 januari 2025.

 

Juridische gronden

Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

Decreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur;

Artikel 161 van het Wetboek der registratie- en hypotheek- en griffierechten;

Artikel 21, 1° van het Wetboek van diverse rechten en taksen;

Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017;

Het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023.

 

 

Adviezen

/

 

Argumenten

Voor een stopzetting van pacht is een wederzijdse toestemming nodig en dient dit vastgelegd te worden bij notariële akte.

 

Het notariaat Vuylsteke & Bunkens, Op de Dries 4 te 3770 Riemst heeft de ontwerpakte opgemaakt, deze maakt integraal deel uit van dit besluit. De afrekening pro memorie werd eveneens als bijlage toegevoegd.

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de gemeenteraad de ontwerpakte goed te keuren om de pacht te beëindigen.
Na akkoord worden de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur, of hun aangestelde volmachtdragers, gemachtigd de authentieke akte houdende de pachtverzaking ten algemeen nut namens gemeente Riemst te ondertekenen.

 

 

Financiële weerslag

Vergoeding einde pacht:

322,80 euro x 3= 968,40 euro.

MJP002096, GEM 61000350 / 0530, AC000363 .

 

Raming notariskosten: 1.573,25 euro.

MJP000612, GEM 61420110 / 0600, AC000368

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 17/11/2025.

Patrimonium

RETRIBUTIEREGLEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN - VERLENGING VANAF 1 JANUARI 2026 TOT EN MET 31 DECEMBER 2028

 

Aanleiding, feiten, context

Het huidige retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein, goedgekeurd op 14 november 2022, vervalt op 31 december 2025. Fluvius bezorgde een nieuw typereglement en ontwerpbesluit voor de periode 2026–2028.

De Vlaamse Nutsregulator (VNR) wijzigde de tariefmethodologie waardoor de retributie voortaan als endogene kost wordt beschouwd. Dit betekent dat de effectief uitbetaalde bedragen kunnen afwijken van de theoretisch berekende bedragen.

 

De gemeentelijke aanrekening kan geraamd worden op:

 

 

2026

2027

2028

Elektriciteit

25.735,71 euro

25.735,71 euro

 

25.735,71 euro

Gas

3.666,73 euro

3.666,73 euro

 

3.666,73 euro

Totaal

29.402,44 euro

29.402,44 euro

29.402,44 euro

 

Juridische gronden

• Artikel 40 §3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
• Artikel 170 van de Grondwet.
• Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Adviezen

 /

 

Argumenten

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied.

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden  langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact hebben op het openbaar domein;

Rekening houdende met de goedkeuring door de gemeente van Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.
Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten.


Naast geplande onderhouds- en herstellingswerken, dienen er ook regelmatig dringende werken te worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat daarnaast zijn een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

Rekening houdende de actualisatie van de code in 2017 naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;

 

Financiële weerslag

Retributie elektriciteit:  MJP000650, GEM 70000300/0750, AC000000  

Retributie gas: MJP000651 , GEM 70000300/0650, AC000000 

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Mens welzijn en vrije tijd - Algemeen

VASTSTELLING MANDAAT IGL - GEWONE ALGEMENE VERGADERING - GOEDKEURING

 

Aanleiding, feiten, context

Op donderdag 18 december 2025 om 18.00 uur organiseert IGL een gewone algemene vergadering die doorgaat in de refter van IGL - Ter Heide, Klotstraat 125 in 3600 Genk.

 

Agenda:

1. Financieel rapport over het eerste semester 2025, balans, resultaat en saldo per 30 juni 2025: kennisneming

2. Begroting 2026: goedkeuring

3. Aanstelling bestuurder Tessenderlo-Ham - goedkeuring

 

Juridische gronden

        Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder op artikelen 40 en 41 van DLB inzake bevoegdheid van de gemeenteraad en inzake de intergemeentelijke samenwerking en de latere wijzigingen.

        Artikel 35 van de gecoördineerde statuten van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.

 

Adviezen

In vergadering van 10 maart 2025 heeft de gemeenteraad het gemeenteraadslid Davy Renkens afgevaardigd als vertegenwoordiger van Riemst en mevrouw Hilde Festjens, gemeenteraadslid afgevaardigd als plaatsvervanger.

 

Financiële weerslag

Niet van toepassing

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 17/11/2025.

Milieu

GOEDKEURING CONVENANT LIMBURG.NET

 

Aanleiding, feiten, context

Op 10 september 2025 heeft de Raad van Bestuur van Limburg.net het Plan30 goedgekeurd waarin een aantal noodzakelijke beslissingen genomen zijn om het financiële evenwicht te bewaren en de doelstelling van 90 kg restafval per inwoner tegen 2030 te behalen.
Limburg.net heeft sinds 2012 een beleid van prijsstabiliteit gevoerd waarbij de tarieven gedurende deze periode ongewijzigd zijn gebleven, mede dankzij gunstige marktomstandigheden, maar dit beleid is vanaf 2025 financieel niet langer houdbaar;

De stijgende kosten van afvalinzameling en -verwerking en de ambitieuze restafvaldoelstelling vereisen dat Limburg.net beleidsmatig inzet op prijsprikkels en quotumbeperkingen, teneinde inwoners te stimuleren tot meer afvalpreventie en correcte sortering;

OVAM en de Vlaamse overheid bevelen uitdrukkelijk de strategie aan om de variabele kost van restafval te verhogen, terwijl de tarieven voor recycleerbare fracties stabiel blijven, zodat burgers financieel worden aangemoedigd om afval beter te sorteren;

Naast de tariefaanpassingen vormt ook de verlaging van het quotum huisvuil per gezin een noodzakelijke maatregel om het restafvalvolume verder terug te dringen en gaat deze maatregel gepaard met intensieve sensibilisering rond afvalpreventie en correct sorteren;

In regio Zuid wordt de invoering van het full Optimo-systeem doorgevoerd waarbij de bestaande gft-container met sticker wordt omgevormd naar een gft-container met abonnement waardoor de volledige kostprijs van dit systeem voortaan integraal wordt doorgerekend aan de gebruikers, zodat deze niet langer via de directe inning gedeeltelijk collectief gedragen wordt en aldus enkel de burgers die effectief gebruik maken van een gft-container de prijs betalen, conform het principe ‘de vervuiler betaalt’; tegelijk wordt de keuzevrijheid van de burger versterkt doordat binnen het Optimo-systeem ook alternatieven worden voorzien, met name het gebruik van de gele keukenafvalzak en de groene tuinafvalzak, wat een kosten efficiënte keuze door de burger mogelijk maakt en waarbij de waaier van mogelijkheden m.b.t. de organische fractie bijdraagt tot een betere en meer efficiënte scheiding ervan;

De aangepaste tarieven voor de basisdienstverlening (directe inning) voor de drie regio’s (West, Zuid en Oost) worden vanaf 2026 geharmoniseerd en geïndexeerd, met behoud van voorspelbaarheid en beheersbaarheid voor de burger;

Het bijgevoegde convenant wordt ter goedkeuring en ondertekening voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22-12-2017 en latere wijzigingen

Het lidmaatschap van de gemeente bij LIMBURG.NET.

De statuten van LIMBURG.NET en in het bijzonder artikel 3 waaruit blijkt dat de gemeente als deelnemer van Limburg.net, afstand heeft gedaan aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en –verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van LIMBURG.NET.

Het convenant zoals gesloten tussen de gemeente en LIMBURG.NET, waarbij de gemeente zich geëngageerd heeft om binnen de gemeente het uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afval, zoals door de Raad van Bestuur van LIMBURG.NET wordt uitgewerkt, toe te passen, en waarbij Limburg.net gemachtigd werd om de afvalbelasting te innen via het systeem van directe inning.

De beslissing van de Raad van Bestuur van Limburg.net van 10 september 2025 waarbij, in uitvoering van het meerjarenplan 2025–2030 en het Plan30, een geïntegreerd pakket maatregelen werd aangenomen met het oog op:

        het wegwerken van een gebudgetteerd tekort van € 10.586.218 vanaf 2025;

        het realiseren van de doelstelling uit het Lokaal Materialenplan 2030 van OVAM, zijnde een reductie van huishoudelijk restafval tot maximaal 90 kg per inwoner per jaar.

De gemeenten engageren zich in het kader van het vernieuwde convenant opnieuw om de door Limburg.net uitgewerkte modelreglementen op hun gemeenteraad ter goedkeuring te agenderen en integraal toe te passen en dit met het oog op een uniform prijzen- en afvalbeleid binnen de bestaande ophaalsystemen in Limburg en Diest.

 

Argumenten

De gemeente engageert zich opnieuw in het kader van het vernieuwde convenant om de door Limburg.net uitgewerkte modelreglementen op zijn gemeenteraad ter goedkeuring te agenderen en integraal toe te passen en dit met het oog op een uniform prijzen en afvalbeleid binnen de bestaande ophaalsystemen in Limburg en Diest.

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 stemmen tegen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 17/11/2025.

Milieu

AFVALREGLEMENT BETREFFENDE HET BEHEER VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN EN VERGELIJKBARE BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

 

Aanleiding, feiten, context

Op 10 september 2025 heeft de Raad van Bestuur van Limburg.net het Plan30 goedgekeurd waarin een aantal noodzakelijke beslissingen genomen zijn om het financiële evenwicht te bewaren en de doelstelling van 90 kg restafval per inwoner tegen 2030 te behalen.
De stijgende kosten van afvalinzameling en -verwerking en de ambitieuze restafvaldoelstelling vereisen dat Limburg.net beleidsmatig inzet op prijsprikkels en quotumbeperkingen, teneinde inwoners te stimuleren tot meer afvalpreventie en correcte sortering.

OVAM en de Vlaamse overheid bevelen uitdrukkelijk de strategie aan om de variabele kost van restafval te verhogen, terwijl de tarieven voor recycleerbare fracties stabiel blijven, zodat burgers financieel worden aangemoedigd om afval beter te sorteren.

Naast de tariefaanpassingen vormt ook de verlaging van het quotum huisvuil per gezin een noodzakelijke maatregel om het restafvalvolume verder terug te dringen en gaat deze maatregel gepaard met intensieve sensibilisering rond afvalpreventie en correct sorteren.

In regio Zuid wordt de invoering van het full Optimo-systeem doorgevoerd waarbij de bestaande gft-container met sticker wordt omgevormd naar een gft-container met abonnement waardoor de volledige kostprijs van dit systeem voortaan integraal wordt doorgerekend aan de gebruikers, zodat deze niet langer via de directe inning gedeeltelijk collectief gedragen wordt en aldus enkel de burgers die effectief gebruik maken van een gft-container de prijs betalen, conform het principe ‘de vervuiler betaalt’.

Tegelijk wordt de keuzevrijheid van de burger versterkt doordat binnen het Optimo-systeem ook alternatieven worden voorzien, met name het gebruik van de gele keukenafvalzak en de groene tuinafvalzak, wat een kosten efficiënte keuze door de burger mogelijk maakt en waarbij de waaier van mogelijkheden m.b.t. de organische fractie bijdraagt tot een betere en meer efficiënte scheiding ervan.

 

Juridische gronden

Het lidmaatschap van de gemeente bij LIMBURG.NET;

De statuten van LIMBURG.NET en in het bijzonder artikel 3 waaruit blijkt dat de gemeente als deelnemer van Limburg.net, afstand heeft gedaan aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en –verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van LIMBURG.NET;

De convenant zoals gesloten tussen de gemeente en LIMBURG.NET, waarbij de gemeente zich geëngageerd heeft om binnen de gemeente het uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afval, zoals door de Raad van Bestuur van LIMBURG.NET wordt uitgewerkt, toe te passen, en waarbij Limburg.net gemachtigd werd om de afvalbelasting te innen via het systeem van directe inning

De Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid op de artikels, 119, 119bis en 135, §2;

Het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op de artikels 2, 40 en 41;

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), inzonderheid afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28;

Het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd) en latere wijzigingen;

De Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013;

Het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval (hierna het Interregionaal Samenwerkingsakkoord verpakkingsafval genoemd);

Het besluit van de Interregionale verpakkingscommissie van 20 december 2018 tot erkenning van de vzw Fost Plus als organisme voor verpakkingsafval;

De goedkeuring van het Lokaal Materialenplan 2023-2030 door de Vlaamse Regering op 26 mei 2023 (publicatie Belgisch Staatsblad 30 juni 2023);

De beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband LIMBURG.NET.

Er bestaat een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor een aantal afvalstoffen, zoals gedefinieerd in het VLAREMA, artikel 3.1.1;

Er bestaat een terugnameplicht voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong; minstens papier en karton, hol glas en plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen, drankkartons en restplastics van verpakkingen van huishoudelijke oorsprong moeten selectief worden ingezameld;

Ter bescherming van het leefmilieu is het noodzakelijk het huishoudelijk afval tot een minimum te beperken en het afval maximaal selectief in te zamelen conform artikel 4.3.1 van Vlarema;

Prioriteit dient verleend te worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen;

In tweede instantie dient het huishoudelijk afval maximaal selectief ingezameld te worden met het oog op optimale verwerking;

Er wordt naar gestreefd om de inzameling van het huishoudelijk afval in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen;

De gemeente wil, in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht zoals bepaald in artikel 26 van het Materialendecreet, het niet aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever, …) maximaal voorkomen;

Inwoners mogen een herbruikbaar inzamelrecipiënt voor huisvuil of de toegang tot het ondergrondse of bovengrondse brengsysteem voor huisvuil niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

Argumenten

De gemeente engageert zich in het kader van de vernieuwde convenant opnieuw om de door Limburg.net uitgewerkte modelreglementen op zijn gemeenteraad ter goedkeuring te agenderen en integraal toe te passen en dit met het oog op een uniform prijzen en afvalbeleid binnen de bestaande ophaalsystemen in Limburg en Diest

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 17/11/2025.

Milieu

BEKRACHTIGING TARIEVENREGLEMENT RECYCLAGEPARKEN EN TARIEVENREGLEMENT GFT-INZAMELING MET ABONNEMENT

 

Aanleiding, feiten, context

Op 10 september 2025 heeft de Raad van Bestuur van Limburg.net het Plan30 goedgekeurd waarin een aantal noodzakelijke beslissingen genomen zijn om het financiële evenwicht te bewaren en de doelstelling van 90 kg restafval per inwoner tegen 2030 te behalen.

 

In regio Zuid wordt de invoering van het full Optimo-systeem doorgevoerd waarbij de bestaande gft-container met sticker wordt omgevormd naar een gft-container met abonnement waardoor de volledige kostprijs van dit systeem voortaan integraal wordt doorgerekend aan de gebruikers, zodat deze niet langer via de directe inning gedeeltelijk collectief gedragen wordt en aldus enkel de burgers die effectief gebruik maken van een gft-container de prijs betalen, conform het principe ‘de vervuiler betaalt’.

 

Tegelijk wordt de keuzevrijheid van de burger versterkt doordat binnen het Optimo-systeem ook alternatieven worden voorzien, met name het gebruik van de gele keukenafvalzak en de groene tuinafvalzak, wat een kosten efficiënte keuze door de burger mogelijk maakt en waarbij de waaier van mogelijkheden m.b.t. de organische fractie bijdraagt tot een betere en meer efficiënte scheiding ervan.

 

 

Juridische gronden

Het lidmaatschap van de gemeente bij LIMBURG.NET;

De statuten van LIMBURG.NET en in het bijzonder artikel 3 waaruit blijkt dat de gemeente als deelnemer van Limburg.net, afstand heeft gedaan aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en –verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van LIMBURG.NET.

Het convenant zoals gesloten tussen de gemeente en LIMBURG.NET, waarbij de gemeente zich geëngageerd heeft om binnen de gemeente het uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afval, zoals door de Raad van Bestuur van LIMBURG.NET wordt uitgewerkt, toe te passen, en waarbij Limburg.net gemachtigd werd om de afvalbelasting te innen via het systeem van directe inning.

De Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid op de artikels, 119, 119bis en 135, §2.

Het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op de artikels 2, 40 en 41.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), inzonderheid afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28.

Het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd) en latere wijzigingen.

Het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval (hierna het Interregionaal Samenwerkingsakkoord verpakkingsafval genoemd).

Het besluit van de Interregionale verpakkingscommissie van 20 december 2018 tot erkenning van de vzw Fost Plus als organisme voor verpakkingsafval.

De goedkeuring van het Lokaal Materialenplan 2023-2030 door de Vlaamse Regering op 26 mei 2023 (publicatie Belgisch Staatsblad 30 juni 2023).

De beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband LIMBURG.NET.

Er bestaat een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor een aantal afvalstoffen, zoals gedefinieerd in het VLAREMA, artikel 3.1.1.

Er bestaat een terugnameplicht voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong; minstens papier en karton, hol glas en plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen, drankkartons en restplastics van verpakkingen van huishoudelijke oorsprong moeten selectief worden ingezameld.

Ter bescherming van het leefmilieu is het noodzakelijk het huishoudelijk afval tot een minimum te beperken en het afval maximaal selectief in te zamelen conform artikel 4.3.1 van Vlarema.

Prioriteit dient verleend te worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen.

In tweede instantie dient het huishoudelijk afval maximaal selectief ingezameld te worden met het oog op optimale verwerking.

Er wordt naar gestreefd om de inzameling van het huishoudelijk afval in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.

De gemeente wil, in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht zoals bepaald in artikel 26 van het Materialendecreet, het niet aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever, …) maximaal voorkomen.

Inwoners mogen een herbruikbaar inzamelrecipiënt voor huisvuil of de toegang tot het ondergrondse of bovengrondse brengsysteem voor huisvuil niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

Argumenten 

De gemeenten engageren zich in het kader van het vernieuwde convenant opnieuw om de bijgevoegde tarievenreglementen van Limburg.net op hun gemeenteraad te bekrachtigen met ingang van 1 januari 2026 en integraal toe te passen en dit met het oog op een uniform prijzen- en afvalbeleid binnen de bestaande ophaalsystemen in Limburg en Diest;

 

De bijgevoegde reglementen die ter bekrachtiging worden voorgelegd aan de gemeenteraad zijn de volgende:

● Tarievenreglement gft-inzameling met abonnement

● Tarievenreglement recyclageparken

 

BESLUIT:

20 stemmen voor: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

2 stemmen tegen: Anita Beusen en Dirk Jacobs

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Vergadering gr van 17/11/2025.

Kinderopvang

LOKAAL SAMENWERKINGSVERBAND BUITENSCHOOLSE OPVANG EN ACTIVITEITEN

 

Aanleiding, feiten, context

Via het BOA-decreet van 3 mei 2019 wil de overheid de lokale besturen de regie geven om te evolueren naar een gevarieerd naschools aanbod voor alle kinderen in Vlaanderen.

Lokale besturen hebben daarvoor niet alleen de regie, maar ook vanaf 1 januari 2026 de financiële middelen, in handen om dit te realiseren. Lokale besturen moeten dan wel op 1 januari 2026 voldoen aan volgende voorwaarden:

        Beschikken over een samenwerkingsverband dat divers is samengesteld uit actoren die relevant zijn voor buitenschoolse activiteiten.

        Advies hebben ingewonnen bij het lokaal samenwerkingsverband rond het lokaal beleid met bijhorende acties.

        Een erkenningskader hebben waarmee de erkenning, het toezicht en de handhaving van een lokaal aanbod van buitenschoolse activiteiten wordt georganiseerd.(GR december)

        Een financieel kader hebben waarin beschreven staat hoe het lokaal bestuur het lokaal aanbod zal financieren (GR december)

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het lokaal samenwerkingsverband Buitenschoolse Opvang en Activiteiten goed te keuren.

 

Juridische gronden

        Decreet lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt:

   ○ art. 83: de bevoegdheden van de gemeenteraad

        Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten van 1 januari 2021 (BOA)

        Artikel 5 §1 van het Uitvoeringsbesluit BOA handelt over et initiatief van het lokaal bestuur tot   oprichting of toetreding tot een lokaal samenwerkingsverband.

        Gemeenteraadsbesluit van 19 mei 2025 handelt over de uitrol van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten in de Gemeente Riemst

 

Adviezen

Dienst buitenschoolse kinderopvang: positief advies

Dienst sport: positief advies

Dienst jeugd: positief advies

Dienst cultuur: positief advies

Flankerend onderwijs schooldirecties gemeente Riemst: positief advies

Coördinator Buitenschoolse Opvang en Activiteiten: positief advies

Lokaal Overleg Kinderopvang: positief advies

 

Argumenten

Het lokaal samenwerkingsverband beoogt een structureel overlegplatform van en voor alle betrokkenen bij buitenschoolse opvang en activiteiten van kleuters en lagere schoolkinderen in de gemeente Riemst.

Met partners samenwerken om het lokale BOA-beleid te realiseren, is één van de opdrachten voor lokale besturen.Verschillende partners brengen verschillende inzichten en invalshoeken in het lokale samenwerkingsverband en dragen bij aan een gevarieerd vrijetijdsaanbod. 

 

Het decreet legt de lokale besturen het oprichten van een lokaal samenwerkingsverband BOA op.  Het samenwerkingsverband is het structureel overlegplatform van en voor alle betrokkenen bij buitenschoolse activiteiten van kleuters en lagere schoolkinderen binnen de gemeente Riemst (van 2.5 tot 13 jaar).

 

Adviseren bij het lokale BOA-beleid

Het lokale samenwerkingsverband adviseert het lokale bestuur over de regie buitenschoolse opvang en activiteiten:

        Het lokale BOA-beleid, de doelstellingen en acties in het strategische meerjarenplan en de uitvoering ervan

        De manier waarop het lokale bestuur de beschikbare financiële, personele, logistieke en infrastructurele middelen, inclusief de BOA-subsidie, verdeelt en besteedt

 

Minstens op de volgende momenten kan het lokale samenwerkingsverband haar adviesrol opnemen.

        Bij de omgevingsanalyse. Het lokale samenwerkingsverband heeft een goed zicht op het lokale BOA-landschap. Op basis daarvan geeft het input en feedback voor de omgevinsanalyse.  

        Bij de voorbereiding van de (strategische) doelstellingen, bijvoorbeeld in het BOA-beleidsplan of in de strategische meerjarenplanning van de gemeente. Zorg ervoor dat het lokale samenwerkingsverband actief is voor de start van de consultatierondes voor de strategische meerjarenplanning.

        Als het lokale bestuur concrete actieplannen en acties voor BOA uitwerkt. Bijvoorbeeld bij de keuze voor een bepaalde organisatievorm en bij de opmaak van het lokale erkenningskader voor BOA.

 

Met het advies delen de lokale actoren hun visie op het lokale BOA-beleid met het lokale bestuur.

 

Formuleren en realiseren van eigen acties rond BOA

De partners in het lokale samenwerkingsverband werken samen aan operationele doelen met eigen acties. Het lokale bestuur kan daarvoor middelen voorzien. Voorbeelden van doelen zijn:  

        een geïntegreerd BOA-aanbod ontwikkelen op lange termijn;

        het BOA-aanbod in de gemeente beter op elkaar afstemmen;  

        beschikbare infrastructuur delen voor opvang en activiteiten.  

 

De doelen zijn afhankelijk van de lokale context, altijd vertrekkend vanuit de behoeften van kinderen en ouders in de gemeente, de doelstellingen van het BOA-decreet, de lokale beleidslijnen en de mogelijkheden van de betrokken spelers.  

 

De samenwerking zorgt ervoor dat verschillende partners hun eigen acties op elkaar afstemmen om de operationele doelen te realiseren. Zo draagt iedere partner bij aan het lokale BOA-beleid.

 

Vanuit de coördinerende opdracht kan het lokale samenwerkingsverband ook aansluiting zoeken bij het lokaal loket kinderopvang. Bijvoorbeeld door het BOA-aanbod van verschillende organisatoren samen via één kanaal bekend te maken aan de ouders.

 

Wat is de meerwaarde van het samenwerkingsverband?

Het is een middel om te komen tot duurzame samenwerking tussen partners.die op zijn beurt bijdraagt aan het realiseren van een kwaliteitsvol BOA-aanbod in de gemeente.

 

Klankbord voor lokale beleidsmakers

In het lokale samenwerkingsverband denken de partners samen na over welke buitenschoolse opvang en activiteiten er in de gemeente nodig is en wat ze daaraan kunnen doen. Hun adviezen vormen samen met inzichten vanuit andere werkgroepen en BOA-proefprojecten de basis voor het lokale BOA-beleid. Partners dragen via het samenwerkingsverband actief bij aan het lokale beleid. Zo proberen ze hun waardevolle ideeën in de praktijk om te zetten.  

 


Netwerkvorming

Netwerkvorming in het samenwerkingsverband geeft partners de kans om elkaar richting te geven, te inspireren en te ondersteunen. Ze ontdekken opportuniteiten in hun onderlinge samenwerking. Bijvoorbeeld om infrastructuur te delen of hun aanbod beter op elkaar af te stemmen.  

Door in het samenwerkingsverband actief met elkaar te praten, houden partners elkaar op de hoogte van hun aanbod.

 

Kwaliteitsvoller BOA-aanbod

Het lokale samenwerkingsverband is bij uitstek een kanaal voor informatie-uitwisseling. Partners en ouders (en kinderen) zijn betrokken en er is ruimte om te experimenteren. Enkele voorbeelden:  

        een subsidie voor wie iets organiseert op basis van de afspraken in het lokale samenwerkingsverband;

        een gemeenschappelijk inschrijvingsplatform voor de partners van het lokale samenwerkingsverband;

        een gezamenlijke communicatiecampagne over het BOA-aanbod van de partners;

        gratis uitleenmaterialen voor partners in het lokale samenwerkingsverband (bijvoorbeeld spelkoffers);

        een vormingsaanbod voor leden van het lokale samenwerkingsverband;

        ...

 

Evaluatie van het BOA-aanbod

Het lokale samenwerkingsverband is een kanaal voor informatie-uitwisseling en om samen na te denken over het BOA-aanbod in de gemeente. Het overleg is belangrijk om af te stemmen met en tussen de partners. Op deze manier raakt het BOA-aanbod beter afgestemd op wat de kinderen en gezinnen in de gemeente nodig hebben.  

 

Financiële weerslag

Niet van toepassing

Het engagement, opgenomen door relevante actoren is onbezoldigd.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Sociaal huis

ONTWERP TOEWIJZINGSREGLEMENT WONEN IN LIMBURG DWG ZUID

 

Aanleiding, feiten, context

Sinds 1 januari 2024 is het toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen in Vlaanderen ingrijpend veranderd. De toewijzingsraad speelt hierbij een centrale rol. Dit orgaan, opgericht op initiatief van Wonen in Limburg, functioneert als samenwerkingsverband tussen sociale verhuurders, lokale besturen en welzijnspartners en is actief in elk deelwerkingsgebied van de organisatie.

 

De toewijzingsraad werkte een ontwerp-toewijzingsreglement uit. Het ontwerp-toewijzingsreglement wordt nu voorgelegd aan de betrokken gemeentebesturen.

 

Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen is er sinds 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking getreden. De Vlaamse overheid schetste een breed kader, waarbinnen de toewijzingsraden van de woonmaatschappijen een concrete invulling uitwerken.

 

De toewijzingsraad bestaat uit een afvaardiging van alle lokale besturen binnen het deelwerkingsgebied aangevuld met relevante huisvestings- en welzijnsactoren.

Het huidige ontwerp-toewijzingsreglement is tot stand gekomen na bespreking binnen de toewijzingsraden op de volgende data: 19/09/2023, 10/11/2023, 14/12/2023, 24/04/2024, 03/07/2024, 01/10/2024, 05/12/2024, 08/02/2025 en 26/06/2025.

 

De bepalingen in onderhavig reglement hebben betrekking op het sociale huurpatrimonium van Wonen in Limburg deelwerkingsgebied Zuid, bestaande uit volgende steden en gemeenten: Alken, Bilzen-Hoeselt, Diepenbeek, Gingelom, Hasselt, Heers, Herk-de-Stad, Herstappe, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren-Borgloon, Voeren, Wellen en Zonhoven.

 

De gemeenteraad kan het ontwerp-toewijzingsreglement echter enkel amenderen voor wat betreft de bepalingen van strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen binnen de eigen gemeente.

 

Juridische gronden

        Decreet lokaal bestuur van 22  december 2017

        Besluit goedkeuren gecoördineerde statuten Wonen In Limburg BV in gemeenteraad van 9 september 2024

        Vlaamse Codex Wonen (2021), in bijzonder Artikels 6.12 t.e.m. 6.14 van de Vlaamse Codex Wonen (2021) behandelen de toewijzing van sociale huurwoningen.

        Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen (2021), in bijzonder Artikels 6.22 t.e.m. 6.28

        Besluit van 29 oktober van het college van burgemeester en schepenen houdende de goedkeuring om het ontwerp toewijzingsreglement Wonen In Limburg deelwerkingsgebied Zuid ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad

 

 

 

Argumenten

Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen is er sinds 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking getreden. De Vlaamse overheid schetste een breed kader, waarbinnen de toewijzingsraden van de woonmaatschappijen een concrete invulling uitwerken.

 

De toewijzingsraad bestaat uit een afvaardiging van alle lokale besturen binnen het deelwerkingsgebied aangevuld met relevante huisvestings- en welzijnsactoren.

Het huidige ontwerp-toewijzingsreglement is tot stand gekomen na bespreking binnen de toewijzingsraden op de volgende data: 19/09/2023, 10/11/2023, 14/12/2023, 24/04/2024, 03/07/2024, 01/10/2024, 05/12/2024, 08/02/2025 en 26/06/2025.

 

De bepalingen in onderhavig reglement hebben betrekking op het sociale huurpatrimonium van Wonen in Limburg deelwerkingsgebied Zuid, bestaande uit volgende steden en gemeenten: Alken, Bilzen-Hoeselt, Diepenbeek, Gingelom, Hasselt, Heers, Herk-de-Stad, Herstappe, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren-Borgloon, Voeren, Wellen en Zonhoven.

 

De gemeenteraad kan het ontwerp-toewijzingsreglement echter enkel amenderen voor wat betreft de bepalingen van strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen binnen de eigen gemeente.

 

  1. Lokaal maatwerk

 

 Op basis van het nieuwe regelgevend kader en het beschreven traject heeft de toewijzingsraad een ontwerp-toewijzingsreglement opgesteld. Hierbij is lokaal maatwerk mogelijk voor:

 

A. Strengere lokale bindingsvoorwaarde en voorrangsbepaling

 

De toewijzingsraad heeft ervoor gekozen geen strengere lokale woonbinding in te voeren. Dit besluit is gebaseerd op het feit dat de huidige langdurige woonbinding binnen de meeste gemeenten van het deelwerkingsgebied (DWG) al strenger is dan de eerdere lokale binding. De raad wil geen extra criteria hanteren die de bestaande langdurige woonbinding overstijgen. Daarnaast streeft men naar een uniforme werkwijze binnen de woonmaatschappij, zodat het proces voor alle kandidaat-huurders helder en gelijkwaardig blijft.

 

Er wordt met andere woorden voorrang verleend aan wie de afgelopen tien jaar minstens vijf jaar ononderbroken in de gemeente woonde.

 

Daarnaast besloot de toewijzingsraad om naast de langdurige woonbinding een voorrangsregel toe te passen voor kandidaat-huurders met een langdurige woonbinding binnen het deelwerkingsgebied. In tegenstelling tot een strengere woonbinding geldt deze voorrang voor alle gemeenten binnen het deelwerkingsgebied, mits consensus tussen de betrokken gemeenten. Deze voorrangsregel neemt een tweede plaats in de rangorde in, na de langdurige gemeentelijke woonbinding.

 

Deze regeling biedt voordelen voor kandidaat-huurders die geen geschikte woning in hun eigen gemeente kunnen vinden, maar op deze manier wel in een naburige gemeente kunnen blijven wonen en zo verbonden blijven met hun sociale netwerk. Het weerspiegelt de solidariteit binnen het deelwerkingsgebied van de woonmaatschappij, waarbij gemeenten gezamenlijk streven naar een betaalbaar en kwalitatief woonaanbod voor iedereen.

 

Binnen het patrimonium van de woonmaatschappij geldt dat kandidaat-huurders met langdurige woonbinding aan het deelwerkingsgebied voorrang krijgen.

 

 B. Het afbakenen van specifieke doelgroepen (pijler 3)

 

Volgens artikel 6.27, §1, tweede lid BVCW kunnen specifieke doelgroepen voorrang krijgen waarvan de noden algemeen bekend zijn.

 

Binnen deelwerkingsgebied Zuid zijn volgende doelgroepen opgenomen:

        Kandidaat-huurder vanaf 65 jaar;

        Kandidaat-huurder met een fysieke of mentale beperking;

        Kandidaat-huurder die dak- en thuisloos is of dat dreigt te worden.

 

Daarnaast kunnen andere doelgroepen worden afgebakend. Hiervoor is een uitgebreide motivatie vereist, die ter goedkeuring aan de bevoegde minister moet worden voorgelegd (art. 6.27, §1, derde lid BVCW). In dit kader zijn de volgende doelgroepen opgenomen:

        Alleenstaanden met minstens één minderjarig kind;

        Personen zonder netwerk.

 

  1. Versnelde toewijzing (Pijler 2)

 

Daarnaast schrijft de regelgeving ook voor dat Wonen in Limburg de gemeente op de hoogte brengt van de beslissingen met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2).
De toewijzingsraad heeft besloten dat de volgende doelgroepen in aanmerking komen voor versnelde toewijzing via pijler 2 (art. 6.24 – 6.26 BVCW):

        Kandidaat-huurder die dak- en thuisloos is of dat dreigt te worden;

        Kandidaat-huurder die als jongere met begeleiding zelfstandig woont of gaat wonen;

        Kandidaat-huurder met een geestelijk gezondheidsprobleem die zelfstandig woont of gaat wonen;

        Kandidaat-huurder die in slechte huisvesting woont;

        Kandidaat-huurder die zich in bijzondere sociale omstandigheden bevindt.

 

Voor versnelde toewijzingen wordt standaard een begeleidingsovereenkomst opgesteld, waarbij Wonen in Limburg en de betrokken welzijnsactoren afstemmen.

 

  1. Evaluatie en bijsturing

 

Binnen het lokaal woonoverleg worden jaarlijks de toewijzingen besproken, wat kan leiden tot bijsturingen van het toewijzingsreglement. Eventuele wijzigingen worden besproken binnen de toewijzingsraad, die ook op eigen initiatief het reglement kan aanpassen binnen het geldende regelgevende kader en met inachtneming van de goedkeuringsprocedure.

De toewijzingsraad stelt voor om wijzigingen aan het toewijzingsreglement twee keer per jaar (april en oktober) als vast agendapunt op de gemeenteraden binnen het deelwerkingsgebied (DWG) te bespreken. Op deze manier kunnen de gemeenten, afhankelijk van de lokale noden, bestaande doelgroepen bijsturen en/of nieuwe doelgroepen toevoegen, alsook het beleid evalueren.

 

 

Financiële weerslag

-

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Directiesecretariaat

GOEDKEURING NOTULEN GEMEENTERAAD VAN 13 OKTOBER 2025

 

Aanleiding, feiten, context

De notulen van de gemeenteraad van 13 oktober 2025 worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

Art. 32, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur handelen over de vormvereisten, opmaak, beschikbaarstelling en bewaring van de notulen van de gemeenteraad.

 

BESLUIT:

eenparig

 

Aangenomen

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Directiesecretariaat

KENNISNAME ZITTINGSVERSLAG (AUDIO-OPNAME) VAN DE GEMEENTERAAD VAN 13 OKTOBER 2025

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals bepaald onder artikel 32 in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dd. 03.02.2025 is het zittingsverslag een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

 

De audio-opname is te raadplegen op de website van de gemeente.

 

Juridische gronden

Art. 32 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad Riemst van 3 februari 2025 handelt over de vormvereisten van het zittingsverslag van de gemeenteraad;

Titel 1. De politieke organisatie van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, hoofdstuk 1 van het Decreet over het Lokaal Bestuur regelt de werking, organisatie en bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT:

 

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Directiesecretariaat

VRAGEN RAADSLEDEN

 

Aanleiding, feiten, context

Zoals bepaald onder artikel 11 in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dd. 03.02.2025 hebben de raadsleden het recht aan de leden van het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

 

De schriftelijke vragen worden via e-mail gericht aan de algemeen directeur.

 

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden maximaal twee mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad staan. De onderwerpen dienen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering van de gemeenteraad bezorgd te worden aan de algemeen directeur (i.c. uiterlijk woensdag om 24.00 uur indien de zitting van de gemeenteraad plaats heeft op maandag in de volgende week). De vragen kunnen per e-mail ingediend worden. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord tenzij de complexiteit van het antwoord bijkomende administratieve handelingen of onderzoek vereist waardoor er pas op een volgende zitting kan geantwoord worden.

 

De procedure van mondelinge vragen is beperkt tot de vraagstelling en het eventuele onmiddellijke antwoord van een lid van het college van burgemeester en schepenen. Het is de raadsleden toegestaan repliek op het antwoord te vragen waarbij een beperkte bespreking van het onderwerp mogelijk moet zijn. In geen geval wordt in de raad een uitvoerig debat over de gestelde vraag gevoerd of wordt de vraag staande de zitting omgevormd tot een agendapunt en ter stemming voorgelegd. Om over een onderwerp een debat te kunnen voeren dient dit deel uit te maken van de agenda van de betreffende raad, of al dan niet als bijkomend punt aan de agenda te worden toegevoegd. Hiertoe is vereist dat het onderwerp als agendapunt wordt vermeld.

 

Juridische gronden

Art. 11 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van Riemst van 3 februari 2025 schrijft de werkwijze i.v.m. stellen van vragen door raadsleden voor;

Titel 1. De politieke organisatie van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, hoofdstuk 1 van het Decreet over het Lokaal Bestuur regelt de werking, organisatie en bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT:

 

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Milieu

BIJKOMEND DAGORDEPUNT INGEVOLGE ART. 21 VAN HET DECREET OVER HET LOKAAL BESTUUR - DIRK JACOBS - VERBOD OP VUURWERK

 

Aanleiding, feiten, context

“Eén keer per jaar lijken we onze huisdieren te vergeten”

 

In de helft van de Vlaamse gemeenten geldt al langer een vuurwerkverbod,  De belangrijkste beweegreden: het welzijn van de dieren, maar ook veiligheid.

 

Nieuwjaar vieren staat voor veel mensen gelijk aan het afsteken van vuurpijlen. In Riemst mag dat nog altijd, want een algemeen vuurwerkverbod is er niet. “In het verleden werd er, mits een gemeentelijke toelating, vuurwerk getolereerd in een tijdslot rond de jaarwisseling” De reden voor een algemeen verbod is duidelijk. “Dierenwelzijn is belangrijk, maar het lijkt soms dat we op dat ene moment per jaar de viervoeters even vergeten. Elk jaar zien we enorm veel klachten van mensen wiens dieren de schrik krijgen van al die harde knallen. Honden kruipen weg van de schrik, veel landbouwers brengen oudejaarsnacht door bij hun beesten om ze gerust te stellen. Ook paarden zijn enorm gevoelig aan vuurwerk.”

En dan is er ook nog de tol die vuurwerk jaarlijks eist. “Soms zijn er mensen die met een glaasje te veel op toch nog die vuurpijl afschieten, met alle ongelukken van dien. Een verbod gaat mensen hopelijk beschermen tegen kwetsuren of verminkingen. En dan is er nog het risico van verdwaalde vuurpijlen die een auto of huis in brand kunnen steken. Het gaat trouwens ook om een algemeen vuurwerkverbod. Het gaat dus niet alleen over oudejaarsavond, maar het verbod geldt het hele jaar door.”

 

Wij sluiten niet uit dat burgers het verbod aan hun laars lappen. “Uiteraard gaan er toch mensen vuurwerk afsteken. Er is dus een mentaliteitswijziging nodig, vergelijk het met het ingevoerde rookverbod. Maar het verbod is wel een belangrijke stap in de goede richting.”

 

De N-VA-fractie heeft volgend voorstel:

Algemeen vuurwerkverbod over het ganse jaar.

Wij vragen de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

Juridische gronden

artikel 21 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

artikel 3, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 3 februari 2025;

 

Toelichting

De huidige Vlaamse regelgeving voorziet dat het afsteken van vuurwerk enkel mag mits toelating van het gemeentebestuur. Gemeenten hebben de mogelijkheid om bijkomende beperkingen of verboden op te leggen, maar zijn daartoe niet verplicht.

Het college van burgemeester en schepenen van 12 november 2025 heeft beslist dat er voor het afsteken van vuurwerk op het grondgebied van de gemeente geen algemeen verbod wordt ingevoerd, vuurwerk op oudejaarsavond kan toegelaten worden tussen 23.30 uur en 00.30 uur. Wel blijft het verplicht om vooraf een vergunning aan te vragen.

Vuurwerk rond feestdagen of evenementen maakt deel uit van de lokale tradities en beleving. Door geen totaalverbod op te leggen, blijft ruimte voor deze culturele en sociale gebruiken.

Het gemeentebestuur zal wel extra inzetten op sensibilisering rond het gebruik van geluidsarm vuurwerk, het respecteren van dierenwelzijn en het naleven van de toegestane uren.

 

artikel 1:

Na deze toelichting vraagt raadslid Dirk Jacobs de stemming.

 

BESLUIT:

2 stemmen voor: Anita Beusen en Dirk Jacobs

20 stemmen tegen: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Mobiliteit en GIS

BIJKOMEND DAGORDEPUNT INGEVOLGE ART. 21 VAN HET DECREET OVER HET LOKAAL BESTUUR - DIRK JACOBS - VERKEERSCIRCULATIEPLAN VLIJTINGEN

 

 

Aanleiding, feiten, context

De straten in Vlijtingen (waar we de oefening zouden kunnen maken ... zie verder) zijn allemaal gelegen binnen de bebouwde kom.

 

De trottoirs van betreffende straten zijn allemaal verhard aangelegd (klinkers) en in het bijzonder ingericht voor voetgangersverkeer.

 

Om het parkeren deels op het trottoir en deels op de rijbaan te faciliteren, moet men rekening houden met de wettelijke bepalingen, dewelke onder meer terug te vinden zijn in volgende 3 wetgevingen:

     KB 1/12/1975 (wegcode) art 24 en 25

     MB 11/10/1976 (plaatsen verkeerssignalisatie) art 11

     Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een algemene

        bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer 29/04/1997

 

Daarnaast zijn er ook nog de richtlijnen m.b.t. het comfort en de veiligheid van de meest kwetsbare weggebruikers, dewelke zijn opgenomen in het voetgangersvademecum.

 

Ongeacht de breedte van rijbaan en de breedte van de trottoirs, komt het alleszins op het volgende neer (gecombineerde voorwaarden !!!):

        op de rijbaan steeds een doorgang van 3 meter vrijwaren én

        op het trottoir steeds een doorgang van 1,50 m breedte voorzien voor de voetgangers én

        best rekening houden met de dimensionering van de parkeerplaatsen -> toch proberen te gaan naar langsparkeerplaatsen van 6 meter lengte en minimum 2 meter breedte

        De aanduiding van de parkeerplaatsen met markeringen op de grond (zonder bijkomende verkeersborden) is voldoende -> zie art 11.3.4° MB 11/10/1976

        Gelieve er wel rekening mee te willen houden dat men niet verplicht is om in de parkeervakken te gaan staan … op voorwaarde dat men geen andere parkeerovertreding begaat

         

        -> maar in Vlijtingen is dat eigenlijk niet mogelijk omdat men ofwel geen 3 meter doorgang kan garanderen (bij parkeren op de rijbaan) ofwel parkeert op het trottoir (hetgeen verboden is totdat we het parkeren er met een plaatselijke reglementering zouden kunnen faciliteren)

 

De oefening kan in eerste instantie gemaakt worden voor volgende straten:

        Mheerstraat tussen Smisstraat en Kinstraat

        Mheerstraat tussen Jodenstraat en St Albanusstraat

        Smisstraat t.h.v. de bakker

        Jodenstraat tussen Mheerstraat en Schepen Salsstraat

 

Wetgevingen

1.    Wegcode KB 1/12/1975

    Artikel 24. Stilstaan- en parkeerverbod

    Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te laten parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid :

1° onverminderd artikel 23.4, op de trottoirs en, binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;

4° op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 5 meter voor deze oversteekplaatsen;

7° in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naast bijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;

 

 

    Artikel 25. Parkeerverbod

    25.1. Het is verboden een voertuig te parkeren :

2° op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus- of tramhalte aanwijst.

3° voor de inrij van eigendommen, behalve de voertuigen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht.

7° wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden;

11° op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee andere voertuigen daardoor elkaar moeilijk zouden kunnen kruisen.

 

2.    MB 11/10/1976 (plaatsing verkeerssignalisatie)

11.3.4° (MB 11/10/1976) Op de plaatsen waar markeringen op de grond parkeerzones of parkeerplaatsen afbakenen is het gebruik van de verkeersborden E9a, E9e of E9f niet verplicht.

 

11.4.4. (MB 11/10/1976) De verkeersborden E9e en E9f mogen slechts geplaatst worden voor zover er op de  verhoogde berm of het trottoir aan de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook voor de voetgangers blijft van ten minste 1,50 meter.

 

3.    Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer 29/04/1997

    https://codex.vlaanderen.be/Portals/Codex/documenten/1005401.html 

 

4.    Voetgangersvademecum

    https://wegenenverkeer.be/zakelijk/documenten/ontwerprichtlijnen/voetgangers 

 

5.    Auto’s worden breder, parkeerplaatsen te smal

    Zie artikel in bijlage

 

De N-VA-fractie heeft volgend voorstel:

In de Sint-Albanusstraat en Ophemmerstraat éénrichtingsverkeer inrichten.

In volgende straten parkeervakken aanleggen met simpelweg 4 hoekjes te verven waar de auto’s moeten in parkeren:

        Mheerstraat tussen Smisstraat en Kinstraat

        Mheerstraat tussen Jodenstraat en St Albanusstraat

        Smisstraat t.h.v. de bakker

        Jodenstraat tussen Mheerstraat en Schepen Salsstraat

 

Wij vragen de gemeenteraad akkoord te gaan met dit voorstel.

 

Juridische gronden

artikel 21 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

artikel 3, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 3 februari 2025;

 

Toelichting

Omdat we de mobiliteitsproblematiek gemeentebreed en in haar geheel willen aanpakken, start het gemeentebestuur met de opmaak van een nieuw mobiliteitsplan. Dit plan zal dienen als leidraad om te bepalen welke maatregelen het meest geschikt en toepasbaar zijn voor onze volledige gemeente.

We verwachten dat het mobiliteitsplan klaar zal zijn in het voorjaar van 2026. Vervolgens kan het worden omgezet in een concreet actieplan met een duidelijke timing.

Het voorgestelde circulatieplan voor Vlijtingen maakt deel uit van dit bredere traject. Het nieuwe mobiliteitsplan zal op het gepaste moment ook besproken worden in de verkeerscommissie.

Op dit ogenblik wachten we echter eerst de opmaak en resultaten van het nieuwe mobiliteitsplan af.

 

artikel 1:

Na deze toelichting vraagt raadslid Dirk Jacobs de stemming.

 

BESLUIT:

2 stemmen voor: Anita Beusen en Dirk Jacobs

20 stemmen tegen: Mark Vos, Joël L'Hoest, Anja Slangen, Guy Kersten, Ludwig Stevens, Mieke Loyens, Marina Pauly, Christiaan Bamps, Davy Renkens, Marie-Elise Smets, Jan Noelmans, Peter Neven, Anja Huls, Hilde Festjens, Jos Onclin, Miet Debay, Ward Vandormael, Johny Arbijn, Magda Gielen en Gerd Mengels

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Domeinhoofd economie landbouw en omgeving

BIJKOMEND DAGORDEPUNT INGEVOLGE ART. 21 VAN HET DECREET OVER HET LOKAAL BESTUUR - DIRK JACOBS - AANKOOP DURE SPROEIMACHINE OM SPROEIWATER TE ZUIVEREN

 

Aanleiding, feiten, context

Voorstel aan de gemeenteraad van 17 november ingevolgd artikel 20 van DLB

Riemst kocht dure machine om sproeiwater te zuiveren, maar mogen land-en tuinbouwers die wel gebruiken? Enkele overheidsinstanties hebben bedenkingen bij de Sentinel-installatie die de gemeente Riemst vorig jaar aankocht om het vervuilde restwater van sproeimateriaal van Riemstse boeren te zuiveren. De aankoop ervan was al een ware calvarietocht en nu duiken dus nieuwe problemen op. Met de aankoop van de zuiveringsinstallatie voor 30.000 euro wilde Riemst een einde maken aan ‘puntvervuiling’, die was vastgesteld in diverse lokale grachten en sloten. Bij studies van het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO) in Tongeren werden vooral in de ‘Zouw’ hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen gemeten. Daarnaast zochten we een manier om onze waterlopen zuiverder te maken en zo ontdekten we in Groot-Brittannië de Sentinel-installatie om het restwater van sproeimachines te zuiveren.” Van meet af aan stelde de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) hoge eisen aan de voor haar onbekende apparatuur; eisen die niet eens in wetgeving gegoten waren. Het op punt stellen ervan werd voor de gemeente een ware calvarietocht omdat Ovam steeds met bijkomende voorwaarden kwam aandraven. En nu de installatie klaar is voor gebruik, komen Ovam en de Vlaamse Milieumaatschappij weer met nieuwe regels. “Land- en tuinbouwers mogen hun vervuild restwater niet zonder digitale identificatie vervoeren naar de centrale plaats bij Agro Riemst waar de installatie opgesteld staat. Wel zou dat bijvoorbeeld naar het containerpark van Limburg.net mogen, maar daar mogen geen tractoren binnen en kunnen de containers niet eens gelost worden. In haar recente grondstofverklaring staat dat het gezuiverde water uitsluitend gebruikt mag worden in combinatie met een totaalherbicide. En dat is precies het tegenovergestelde van hetgeen jullie in Riemst beogen.

 

        Is hier voldoende onderzoek aan vooraf gedaan? Zo ja welk onderzoek was dat dan?

        Op basis van welke criteria werd deze aankoop gedaan?

        Hoe komt het dat deze machine  werd aangekocht van 30.000€ en dat de gemeente de desbetreffende wetgeving niet kent?

        Zijn er nog andere gemeenten waar deze apparatuur werd aangekocht? Waren daar contacten over?

        Was dit een verkiezingsstunt om de landbouwers in Riemst te plezieren?

        Betekent het werkelijke gebruik van deze installatie een verbetering voor het vervuild water dat afgevoerd wordt naar de verschillende waterzuiveringsinstallaties? Zo ja welke rapporten kunt u ter zake voorleggen.

 

De N-VA-fractie heeft volgend voorstel:

Het CBS geeft een omstandige uitleg over de wijze waarop beslist werd tot aankoop van deze apparatuur en op welke wijze het CBS denkt deze dure aankoop alsnog in circulatie te brengen.

 

Juridische gronden

artikel 21 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

artikel 3, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 3 februari 2025;

 

Toelichting

Is hier voldoende onderzoek aan vooraf gedaan? Zo ja welk onderzoek was dat dan?

Sinds 2010 is de gemeente bezig met dit dossier vanwege de puntvervuilingen die de VMM vastgesteld had in de Zouw te Heukelom/Zichen. Het gaat over een pilootproject waarbij we als gemeente een voortrekkersrol willen spelen in het terugdringen van deze puntvervuilingen, door restwater te zuiveren voor onze landbouwers. Zowel Inagro, maar ook PCFruit, PiboCampus als onderzoeksinstellingen, Bayer, Departement L&V, Syngenta, VMM, OVAM, Phytofar, …. zijn van begin af aan betrokken geweest bij dit project.

 

Op basis van welke criteria werd deze aankoop gedaan?

Er werd een grondige afweging gemaakt op basis van bedrijfsbezoeken, onder meer bij Bayer in Huldenberg en PCFruit in Kerkom. Daarnaast werd informatie ingewonnen bij onderzoeksinstelling INAGRO, die een Sentinel-variant in eigen gebruik heeft en restwater rechtstreeks op het landbouwbedrijf zuivert.

 

Hoe komt het dat deze machine werd aangekocht van 30.000€ en dat de gemeente de desbetreffende wetgeving niet kent?

Het is niet zo dat de gemeente de wetgeving niet kende. Vanaf de start van het project hebben wij contact gehad met OVAM en VMM om de toepasselijke regelgeving te bespreken. Gaandeweg bleek echter dat de wetgeving niet eenduidig is, aangezien wij als eerste gemeente een systeem opzetten waarbij landbouwers hun restwater naar een centraal verwerkingspunt brengen.

Bij eerdere projecten, zoals bij onderzoeksinstelling INAGRO, werd de zuiveringsinstallatie op het landbouwbedrijf zelf geplaatst, waardoor het restwater op locatie bleef. Ook PCFruit zuiverde restwater op eigen terrein. Er bestond dus nog geen voorbeeld van een gemeente of bedrijf dat op dezelfde manier werkte als wij.

Wij hebben bewust gekozen voor een centrale verwerkingsplaats in de gemeente, vlot bereikbaar voor alle landbouwers. Dit systeem laat landbouwers toe om in overleg met de verwerker zelf te bepalen wanneer zij hun restwater aanleveren.

 

Zijn er nog andere gemeenten waar deze apparatuur werd aangekocht? Waren daar contacten over?

Dit project is opgezet als een pilootproject. Daarbij hebben we via INAGRO en PCFruit informatie verzameld over de goede en snelle werking van de Sentinel-installatie in vergelijking met de alternatieven die momenteel op de markt beschikbaar zijn.

 

Was dit een verkiezingsstunt om de landbouwers in Riemst te plezieren?

We hebben er bewust voor gekozen om als gemeente een voortrekkersrol op te nemen in de aanpak van puntvervuilingen en hebben hiernaar gehandeld.

 

Betekent het werkelijke gebruik van deze installatie een verbetering voor het vervuild water dat afgevoerd wordt naar de verschillende waterzuiveringsinstallaties? Zo ja welke rapporten kunt u ter zake voorleggen.

Wij beschikken over analyseresultaten van zowel aangevoerd restwater als gezuiverd restwater van de eerste proefzuiveringen. Uit deze resultaten blijkt dat de Sentinel-installatie zorgt voor een zeer goede zuivering. Dit komt voor ons niet als een verrassing, aangezien we juist om die reden bewust voor dit toestel hebben gekozen.

 

artikel 1:

Na deze toelichting vraagt raadslid Dirk Jacobs géén stemming

 

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Overzicht punten

Vergadering gr van 17/11/2025.

Mobiliteit en GIS

BIJKOMEND DAGORDEPUNT INGEVOLGE ART. 21 VAN HET DECREET OVER HET LOKAAL BESTUUR - DANNY LEMMENS - PARKEERVERBOD SPAALDERWEG TER HOOGTE VAN DRAAI VZW RESET /CONTAINERPARK

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 11/12/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.